Fa. H. .lillies ZOON Honsje en Brom VERHUIZINGEN - TRANSPORTEN LEEUWARDEN, EMMAKADE Z.Z. 62 TEL. O 5100 - 24595 b.g.g. 25765 De volgende middag, toen Hansje s moeder weer op bezoek kwam, vertel de Hansje haar alles van die mooie droom. „Verbeeld je, mamma", zei hij „daar liepen we nou! Brom en ik. Op de ma nestraal! 't Was helemaal licht en warm. En we konden zó maar naar de maan toe!" „Jongen, jongen", zei zijn moeder, „wat kun jij mooi dromen. Zomaar naar de maan! Misschien kunnen we er over een poosje wel heen vliégen. Maar lópen! En dan óp een mane straal, dat vind ik geweldig hoor!" „Ja, mamma", ging Hansje verder, „en toen begonnen we te springen. Op de manestraal. Dan sprong Brom en dan sprong ik. En we sprongen héél hoog! En dan sprong ik weer en dan sprong Brom weer! En dan gingen we nóg hoger! En toen sprong ik 'n keer zo héél hoog en toen ging 't bóémsü! En toen lag ik in mijn bedje. En toen zei de zuster, dat ik gedroomd had". „Daar zal de zuster ook wel gelijk mee hebben gehad, zou ik zo denken", zei moeder weer. „Want lopen langs een manestraal naar de maan? ik heb er nog nóóit van gehoord. Ga je er van avond weer heen als je gaat dromen?" Hansje keek moeder ernstig aan. Dat weet ik niet", zei hij toen. „Want ik weet helemaal niet meer hoe ik er ge komen ben. Misschien weet Brom dat nog? Brom, hoe kwamen we op de ma nestraal, weet jij dat nog?". Brom zat in de vensterbank. Hij keek naar buiten naar de bloeiende kastan jebomen in de tuin van het ziekenhuis. Zijn kraaloogjes stonden heel strak en hij deed net alsof hij niets hoorde. Maar zat hij óók te denken: „wat was 't toch fijn, toen we rondsprongen op de mane straal?" Wat denken jullie ervan? „Ik heb wat voor jou en voor Brom meegebracht", zei moeder opeens. Hansje had al wel gezien, dat zij met een groot pak in de hand was binnen- gekomen. Maar hij was zo verdiept ge weest in zijn maan-verhaal, dat hij he lemaal vergeten was, dat moeder dat pak bij zich had. Moeder nam Brom uit de vensterbank en zette hem op 't bed van Hansje. En toen nam zij 't pak, dat had zij zo lang weggezet naast haar stoel, toen zij luis terde naar 't verhaal van Hansje's droom. Het bruine papier kraakte, toen zij 't begon uit te pakken. Er zat een stevig touwtje om en 't zat ook nog dichtgeplakt met een plakpapiertje. De winkeljuffrouw, die 't pakje had gemaakt, was zeker erg bang dat het los zou gaan. Toen moeder het touwtje er af had gehaald, en 't plakpapier er af was ge scheurd, zei zij tegen Hansje: „nu moet je maar eens kijken, wat er in zit. Jij en Brom zullen het wel mooi vinden!" Hansje nam het pak in zijn handjes, deed het papier er af en toen pakte moedereen beer op en gaf hem die. Wéér een beer! Net zo groot als Brom. Hansje was er even stil van. Twee Brom'men wat was dat fijn! Zou die nieuwe Brom ook Brom heten? Hij glunderde over zijn hele gezichtje. „O, mamma, wat mooi!" zei hij stra lend. „Weer een Brom! Heet die ook Brom?" „Ik zou déze maar Brommer noe men", zei moeder. „Dan lijken de namen op elkaar en ze zijn toch niet helemaal 't zelfde. Dan heb je Brom en Brommer." „Ja", zei Hansje, „Brom en Brommer Dat is mooi. Brom en Brommer. Nu heb ik twéé vriendjes, Brom, kijk eens, daar heb je Brommer!" Maar Brom keek helemaal niet. Die was een beetje boos, omdat hij nu niet meer alleen was. Nu zou Hansje ook met die andere beer spelen. En vroe ger speelde hij alleen met hem, met Brom. En nu was er weer een beer en die heette Brommer. Niks an. Brom keek de andere kant op. Dan zag hij die Brommer niet. Zou Brom mer net zo mooi kunnen brommen als hij het kon? Hansje dacht net aan 't zelfde. „Mama, kan Brommer ook zo mooi brommen als Brom?" „Ik zal 't eens proberen, jongen", zei moeder en zij nam de beer op. Ja hoor, Brommer kon óók brommen. Hij maakte niet precies 't zelfde geluidje als Brom, maar het was toch ook mooi. Moeder moest weer naar huis, zorgen voor vader en 't eten koken. „Van avond eten we yoghurt met stukjes appel erin, waar jij zoveel van houdt, Hans. Als je thuis komt, krijg je 't de eerste dag, dat beloof ik je", zei moe der toen zij naar de deur liep. „De zuster heeft het mij hier ook al gegeven", riep Hansje terug. „En er zaten niet alleen stukjes appel, maar ook stukjes sinaasappel in!" Moeder wuifde nog eens om de hoeK van de deur en toen ging Hansje naar zijn twee beertjes liggen kijken. Verpakken en verzenden naar alle werelddelen Bergplaats voor meubelen Ruim een halve eeuw ervaring

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 19