unsisintrum
BESTAAT VIJF JAAR
9
Mei 1954. Waar blijft de tijd! Het jaar
verslag over het werk in 1958 van de
Culturele Raad van Friesland schrijvend,
realiseer ik mij plotseling dat het al
weer vijf jaar geleden is dat de Fryske
Kultuerried zijn zetel in de Prinsentuin
betrok. Mei 1954 mei 1959, maar vijf
jaar of a 1 vijf jaar. Het is maar net zo
als men het stelt. Maar vijf jaar
als men dit eerste lustrum ziet in de
totale opbouw van het culturele leven.
Al vijf jaar wanneer men terug
denkt aan de stralende meidag 1954, toen
het wel leek of heel Leeuwarden en een
groot gedeelte van de provincie was uit
gelopen om de feestelijke opening van
de „tün" en het Kunstcentrum mee te
maken.
Vijf jaar geleden waren er pessimisten,
die het plan van een Kunstcentrum in de
Prinsentuin alleen maar met een schou
derophalen begroetten en het één van
die plannen noemden, die gedoemd wa
ren om al dadelijk in het begin te mis
lukken.
Vijf jaar geleden waren er ook optimis
ten, die in de verre toekomst rondom de
Prinsentuin de culturele wijk van Leeu
warden tot stand zagen komen en die
daarom met moed de schouders onder
dit eerste opbouwwerk zetten. En wie
heeft er gelijk gekregen?
Jaarlijks vinden zo'n tienduizend mensen
de weg naar de tentoonstellingen, die
regelmatig in het Kunstcentrum worden
georganiseerd. De tentoonstellingen wor
den zoveel mogelijk zo gepland, dat tel
kens andere groepen van mensen bereikt
worden. Een greep uit de ongeveer 75
De expositiezaal van het Kunstcentrum
exposities, die in die vijf jaar in het
Kunstcentrum zijn gehouden, toont dit
wel aan:
„Rondom de Oldehove", schilderijen van
Leeuwarden; „Foarm en Sier"; „Het le
zen: van rotswand tot microfilm"; „Glimt
fra Norge", litho's en ambachtskunst uit
Noorwegen; „Foto's over Israël"; „Fan
in aid wyfke oant Akke de Ka"; „Yn 'e
line", werk van vijf jonge Friese kun
stenaars; „Wie was Rembrandt"; „Teke
naars van nu"; „Leeuwarden, uw stad in
het verleden en heden"; „Het klassieke
mensen- en poppentheater in China";
„Twa generaesjes"; „Feest van glas";
„Schaarkunst".
De vergaderzalen zijn permanent in ge
bruik door de vele verenigingen die onze
stad telt. En niet alleen de plaatselijke
verenigingen maken gebruik van de za
len, ook vele landelijke organisaties we
ten voor hun samenkomsten de weg naar
het Kunstcentrum te vinden.
Van groepen uit de stad, uit de provin
cie, uit heel Nederland en uit het buiten
land komen regelmatig aanvragen binnen
om in de ontvangstzaal iets te mogen
horen over het culturele leven in ons
gewest of over een onderwerp waarnaar
hun belangstelling speciaal uitgaat. En
dikwijls wordt aan zo'n bezoek dan een
bezichtiging van het Museum Pier Pan
der of van de tentoonstelling verbonden.
De terrassen met de prachtige bloemen-
borders trekken steeds meer mensen naar
de tuin. In de zomermaanden op een ter
ras zitten is een begrip, dat langzamer
hand ook in ons gewest en in onze stad
ingang vindt.
En wat de plannen voor die culturele
wijk betreft? De Fryske Akademy heeft
de nieuwbouw aangedurfd, de Akademy-
zetel in deze buurt van de stad is daar
mee wel verzekerd. De plannen voor de
nieuwe Provinciale Bibliotheek nemen
steeds vastere vormen aan. Het Princes-
sehof tracht haar ruimten verder uit te
breiden. De witte huizen naast de Pier
Pander Tempel krijgen misschien een
meer culturele bestemming dan tot nu
toe. Het begin van de culturele wijk is
er en verdere plannen liggen klaar.
Wensen
Ot er geen wensen zijn? Wensen zijn er
nog heel veel. Als er geen wensen meer
zouden zijn, dan zou dat betekenen dat
men reeds alles had bereikt en dat is nog
lang niet het geval. De tentoonstellings
zaal zou nodig een betere belichting
moeten hebben en uitbreiding is wense
lijk, feitelijk van alle ruimten. Het hele
Kunstcentrum met alles wat er verder
bij hoort is al weer uit zijn muren ge
groeid. Wil men uiteindelijk van het
Kunstcentrum en van de culturele wijk
maken wat de naam aangeeit, dan zou
den in de buurt van de tentoonstellings
zaal atelierruimten voor de beeldhou
wers, schilders en misschien ook am
bachtskunstenaars gevonden moeten wor
den, want daarvoor is geen ruimte in het
gebouw en daarvoor is het gebouw ook
niet bedoeld geweest.
Een studio voor de regionale radio, een
betere accomodatie voor de openlucht
uitvoeringen, een kunstnijverheidsschool
ergens in de buurt evenals een goed ge
outilleerde muziekschool en een behoor
lijke concertzaal, het zijn allemaal plan
nen die op verwezenlijking wachten en
die naar wij hopen ook gerealiseerd zul
len worden.
De Culturele Raad tracht de kunstenaars
te stimuleren en te helpen, maar ook al
diegenen die op een van de vele gebie
den van de amateuristische kunstbeoefe
ning een beroep doen op de Raad, wor
den gaarne geholpen. En gelukkig heeft
de Raad de laatste jaren wel een en an
der kunnen doen voor de kunstenaars
zowel als voor die vele anderen, al is
het nog steeds zo dat er een misverstand
bestaat bij een hele categorie van men
sen die denken dat de Fryske Kultuerried
alleen maar een instantie zou zijn voor
„Friese zaken". Van het begin af aan
heeft in de statuten van de Raad. gestaan
dat hij er is voor het culturele leven in
Friesland in het algemeen en de Friese
cultuur in het bijzonder, wat dus bete
kent dat het hele culturele leven gelijk
waardig behartigd wordt.
Zouden er op de duur inderdaad atelier
ruimten, in de ruimste zin van het woord
(Lees verder pagina 11)