Hansje en Brom
Daar ligt Hansje nog altijd in bed. Hij
ligt er nu al verscheidene weken. Kijk
maar eens goed naar zijn gezicht. Hij
kijkt niet zo erg vrolijk. Want hij begint
zich zo te vervelen. Altijd maar stil
liggen. Altijd in 't zelfde bed. Altijd op
de zelfde zaal. Er zijn al telkens een paar
van de kinderen naar huis gegaan. Die
waren beter. De dokter zegt dat hij nog
wat geduld moet hebben. Dat t goed met
hem gaat en ook met het gebroken been
tje. Maar dat het nog niet helemaal
beter is.
Geduld hebben! 't Valt niet mee. De zus
ters zijn zo aardig. Ze verzinnen telkens
weer wat anders. Hij heeft alle mooie
boeken al bekeken, jammer dat hij nog
niet lezen kan. Alle kinderen kregen met
Pasen gekleurde eieren. En suikereieren.
Zelfs Brom kreeg er een en Brommer ook.
Maar toch vallen de dagen zo lang. Je
kunt niet de hele dag naar de kastanje
bomen in de tuin kijken. En je kunt niet
de hele dag eten. En je kunt niet de hele
dag slapen. En je kunt niet de hele dag
boeken kijken. Je kunt zelfs niet de hele
dag met Brom en Brommer spelen.
Gelukkig dat Brom niet meer boos is,
omdat Brommer er bij kwam! Eerst ging
hij telkens met de rug naar de nieuwe
beer toezitten. Hij wou niet eens kijken
als Hansje hem riep.
Maar na een paar dagen toen dacht
Brom: wat ben ik toch eigenlijk flauw.
Dat nieuwe beertje is toch ook wel aar
dig. Ik zal maar eens naar hem kijken.
En toen Brom eenmaal naar Brommer had
gekeken, toen gingen ze ook samen
spelen.
De zusters vonden het prachtig, dat er
nu twéé beren op de zaal waren. Zij til
den ze om beurten op, om te horen hoe
mooi zij konden brommen. Zuster Annie
liep nu ook weer langs de bedjes.
„Zo, Hansje", zei zij. „Wat lig jij kwaad
te kijken! Verveel je je een beetje* Dat
begrijp ik best, hoor. De dagen lijken wel
eens lang. Maar weet je wat? Ik zal van
je bed een speelplaats voor de beren
maken. Hier is een berg en daar is een
dal En nu zetten we Brom hier en Brom
mer daar. Ik bind ze allebei aan een
touwtje, dan kun je ze laten rondsprin
gen, zonder dat zij op de grond vallen.
Je houdt de touwtjes maar stevig vast.
Gelukkig dat je arm niet gebroken is.
Dan kon je de beertjes met vast hou-
Zuster Annie had een prachtig bergland
schap gemaakt. Hansje wou er eerst nog
boos naar kijken, maar hij vergat hele
maal dat hij zich zo had verveeld. Want
hij liet Brom de heuvel afglijden en als
die dan in het dal was gevallen, dan
trok hij hem weer aan t touwtje naar
boven. En met Brommer deed hij dat ook.
Het ging prachtig. De beertjes konden
zich ook verstoppen voor elkaar. Dan
dook Brom weg achter een hoge berg, en
dan moest Brommer zoeken. En als Brom
mer hem dan gevonden had, schreeuwde
Hansje hard van plezier.
„Een beetje zacht doen, Hansje' zei zus
ter Annie, „want je weet wel, dat Roze
marijn erg ziek is."
Rozemarijn was een nieuw meisje, dat op
de zaal was gekomen en dat erge hoofd
pijn en maagpijn had en zij kon niet veel
lawaai verdragen. De andere kinderen
moesten ook zachtjes doen.
Hansje trok Brom weer op de top van
de berg en knoopte zijn zakdoek om zijn
kop heen. Toen zag Brom er zo gek uit.
Het was net alsof hij erge kiespijn had.
Hij wiebelde heen en weer boven op de
berg en Brommer lag in 't dal naar hem
te kijken. Opeens viel hij, met kiespijn
doek en al naar beneden, boven op Brom-
mer en bijna viel hij op de grond. Hansje
kon nog net het touwtje pakken en hem
weer optrekken.
Maar nu wou Brommer ook eens aan de
beurt komen. Hij ging op de bergtop en
qleed dan langzaam naar 't dal, waar
Brom zat uit te rusten van alle vermoeie
nissen Als hij beneden was aangeland,
trok Hansje hem vlug naar boven en
dan begon het spelletje opnieuw.
Zo vloog de middag om en opeens stond
zuster Annie voor zijn bedje met een
bord met boterhammen en een kroes
melk. u
„Moet ik nou alweer eten? zei Hansje
verbaasd.
Zie je wel, je hebt je met meer ver
veeld nu zo mooi aan 't spelen was", zei
zuster Annie. „Als je boterhammen op
zijn, dan heb ik nog wat lekkers voor je.
Yoghurt met vruchten erin!"
„F ij n riep Hansje. En hij at gauw zijn
boterhammen op. Hij was weer helemaal
blij en vrolijk, omdat hij zo prettig ge
speeld had.
Als je hem nü op een plaatje kon zien,
zou hij niet meer boos kijken! Vooral
niet, nu hij bezig is zijn yoghurt op te
MAJA VAN HEEMSTRA
Het visseizoen is begonnen