Reizende Schouwburg clcit was toneelspreiding De Bakkers en later cle Gerlaclis zwierven door ons land en België In Muntendam werd, 52 jaar geleden, geboren Albert Gerlach. Zijn vader was van Duitse aikomst, zijn moeder droeg de Nederlandse naam Bakker. Dat Muntendam de geboorteplaats werd van Albert was niet veel meer dan toevalals reizende tonelis ten zwierven de Gerlachs door het hele land en ook door Belgiëmet de houten schouwburgtent, waarin het gezelschap voorstellingen gat op kermissen en bij leesten. Dat was dus 52 jaar geleden en het woord „toneelspreiding" was toen nog niet uit gevonden. Maar het reizen en trekken met die houten schouwburgtent bracht het toneel in alle hoeken en gaten van heel het landdat ging toen ongetwijteld veel eiiectiever dan nu, met onze dik uit de overheidskas gesubsidieerde gezelschappen. En denkt u niet, dat er minderwaardig toneel op de planken van zo'n verplaatsbare schouwburg werd gebracht. Ook de grote Louis Bouwmeester heeït in dergelijke theaters gespeeld. Misschien zouden „De gans met de pauwenstaart „De witte pel grim" en „De adellijke klompenmaker" het nu niet meer doen, maar dat ligt dan aan de tijd. En de reizende schouwburg zou zich, ook naar de keus der stukken, ongetwijfeld bij de tijd hebben aangepast, wanneer zij niet was bezweken onder de mokerhamer van de crisis der dertiger jaren en de veranderingen in de vermaaks- wereld, waarvan de bioscoop wel de belangrijkste, schoon niet altijd rijpe vrucht is geweest. Albert Gerlach is nu, op 52-jarige leeftijd, schijnbaar een gezeten burger van Leeu warden. Hij woont in de woning boven de costuumzaak van de firma Bakker (de familienaam van moederskant) en in deze verhuurinrichting vol van de allerheer lijkste costuumkundige curiosia zwaait thans zijn zoon de scepter. Is Albert Ger lach dan een „rustend burger" gewor den? Verre van dat: hij is de onrust zel ve en wie zich daarover verbaast, die voeren wij terug naar het begin van dit verhaal. Hij werd, omdat zijn ouders daar toevallig met de schouwburg stonden, in Muntendam geboren en maakte daarna het zwervende bestaan van de reizende toneelspelers mee. Toen hij tien jaar was, stond hij op het toneel als Diderik in het historische drama „Oranje en Vrij heid". toen hij veertien was probeerde hij, overtuigd van eigen kunnen en vol jeugdige overmoed, aan de slag te komen in de Antwerpse Schouwburg. Het kostte heel wat soebatten, maar hij werd aange nomen. En daarna kreeg hij opdracht de kleedkamers aan te vegen. Het reizen en trekken, de inspanning en de spanning van het toneelspelen hebben Albert Gerlach te onrustig gemaakt om hem ooit in het gareel van het rustige burgerdom te krijgen. En zijn leven sinds zijn prilste jeugd (plus waarschijnlijk een groot stuk erfelijke belasting) hebben hem geen andere keus gegeven dan to neelspeler worden en toneelspeler blij ven. Dan is er nog een derde karakteris tiek, die hem wel van de kant zijner ouders moet zijn meegegeven: de onder nemingsgeest, die door tegenslagen een deuk kan krijgen, maar na korte tijd de oorspronkelijke vorm herneemt. Slechts wie bezeten is van toneelspelen kan blij ven toneelspelen, omdat er ook bij tegen slag geen andere mogelijkheid denkbaar is. De Bakkers en de Gerlachs hebben met hun houten schouwburg niet de vei lige beslotenheid van een zorgvuldig en aan alle kanten gestut bestaan gezocht, Ze hebben het toneel gezocht en ze zijn dit, soms tot over de rand van de af grond, trouw gebleven. Deze innige ver- Gezelschap „De Nederlandsche Tooneellisten werd in 1856 te Leeuwarden opgericht knochtheid leeft voort in hun nazaat Al- bert, die wanneer wij het goed zien in de Kleine Hoogstraat rustiger en maat schappelijk veiliger zijn bestaan zou kun nen conserveren zonder dan mèt het to neel. Maar hij blijft het toneel trouw. We gaan nog even terug naar de historie der Bakkers. Albert Bakker en zijn vrouw richtten in december 1856 in de oude Stadsschouwburg van Leeuwarden het gezelschap „De Nederlandsche Tooneel listen" op. Meer dan een eeuw geleden begon dus deze familie-traditie, die zich in hoofdzaak afspeelde binnen de houten schouwburg, waarmee de Bakkers stad en land afreisden, niet alleen in Neder land maar ook in België. De schouwburg was modern ingericht, beschikte over een ruim toneel, goede decors en kleed- (Vervolg op pagina 5) Dit zijn Albert Bakker en zijn vrouw, die in 1856 te Leeuwarden het gezelschap „De Nederlandsche Tooneellisten" oprichtten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 7