St. Antoon en het varkentje. De binnenplaats van het Sint Antoon, zoals de Leeuwarder tekenaar A. Martin haar in het laatst van de vorige eeuw in beeld bracht. (vervolg van pagina 9) vooral aan de firma Van der Velde zal de prentbriefkaartenverzamelaar van nu het bezit van vele mooie series kaarten van oud Leeuwarden kunnen danken. De kaarten van de heer Wijbenga date ren voor het grootste deel ook uit een latere tijd dan die van de heer Van der Velde. De heer Wijbenga liet zich bij voorkeur zelf mee portretteren, wanneer de fotograaf zich met z'n kolossale appa raat op de Amelandspijp opstelde om tegelijk met dit deel van de Voorstreek z'n Goedkope Winkel te fotograferen. Ook op de hierbij afgedrukte kaart meen ik hem met het bekende strohoedje (,,hoedsje-tipin de deuropening van zn zaak te zien staan. De hele gracht tussen de Amelandspijp en de Koningspijp ligt vol met scheep jes, op de wal staan stapels zakken en kisten en korven. Dat het water van de Nieuwestad vijftig jaar geleden even weinig parkeerruimte bood voor scheep jes als de kade ervoor het nu aan auto's doet, zien we op de andere plaat: er kan beslist geen snikje meer bij. Maar erg druk op de Nieuwestad zelf was het niet, toen deze fotograaf de slui ter van z'n toestel indrukte. Het was zeker net een stille dag. FENNO L. SCHOUSTRA den. Maar het doek, dat de heilige An- tonius voorstelt, werd behouden en siert nu nog steeds het vertrek, waar de voog den en voogdessen geregeld samenko men om het wel en wee van het hun toe vertrouwde huis te bespreken. De huidige inwoners zullen zich wel niet meer inkopen „in natura" zoals men dat in vroeger dagen deed. In de oude papie ren die het gasthuis bezit kan men lezen dat de een huis en hof, zaadland met de daarop gezaaide vruchten en grasland in bracht een ander gaf zijn huis en huis raad. Ook werd een echtpaar opgenomen, waarvan de vrouw voor het huis zou mogen blijven spinnen en haar man, die metselaar was, zou zijn ambt in het gast huis blijven uitoefenen en hij zou tevens toezicht houden wanneer anderen hem daarbij hielpen hij kreeg er dagelijks een halve kanne bier voor. Behalve stuk ken land bedacht men het gasthuis ook met geld en menigmaal kan een som goudguldens genoemd worden. Tegenover zulk een schenking kon dan een tegen prestatie van de voogdij staan, bijvoor beeld de schenker mocht bij zijn leven enige arme kinderen in het huis doen opnemen en na diens dood kon dit recht op een ander overgaan meestal op de bezitter of eigenaar van het huis van de schenker. Al is er dan ook veel veranderd de eeu wen door wat behuizing en verzorging van de inwoners van Sint Antoon be treft, men brengt toch altijd nog de gast vrijheid en goede zorgen in praktijk die de naam van de heilige Antonius ere aandoet. M. J. VAN HEEMSTRA Antonius de Heilige of de Grote werd in 251 in Boven Egypte geboren; hij is de grondlegger der monniken-orden ge worden. Behalve als helper bij brand wordt hij ook vereerd als de heilige der dieren. Men ziet hem dan ook afgebeeld met een varkentje naast zich. In de 11de eeuw werd in Vienne (Frankrijk) door een vermogend Frans edelman, genaamd Gaston, de orde der Antoniusheren of hospitaalbroeders gesticht, die later in vele kloosters ook in Nederland allen verpleegden die verzorging nodig hadden. In de middeleeuwen had men zogenaamde Antoniusvarkens, die vrije lijk in de steden rondliepen en door de inwoners gevoed werden, om dan later ten behoeve van de gasthuisbewoners te worden geslacht. De hospitaalbroeders van den heiligen Antonius hebben zich in de 18de eeuw verenigd met de orde van Malta, die voor de katholieken het zelfde is en betekent als de orde der Jo- haniter voor de protestanten. Ook Leeuwarden kent een verzorgings huis, dat reeds eeuwen geleden genoemd is naar de heilige Antonius iedereen kent „Sint Antoon" in de Grote Kerk straat en de latere gebouwen aan het Schoenmakersperk. Wanneer het gesticht is weet men niet. Waar nu de poort staat die toegang geeft tot de garage en tuin van het huis van de commissaris der Koningin, was eertijds een ingang tot de Sint Anto- nius-bijhof, waardoor men het hooi per wagen de hof kon inrijden het gesticht hield zelf koeien, zoals ook het Old Burqer Weeshuis dat in vroeger dagen had. Het huis was dus een „gast"huis, wat in hield dat elkeen die om bescherming of verzorging vroeg, opgenomen werd. Het was eigenlijk een pas- santen-huis, men bleef er niet wonen. Omdat er echter ook geval len onder de verpleeg den waren die niet meer voor zichzelf konden zorgen, kwam er een proveniers huis bij, waar men zich kon in-kopen. Het passanten-huis of de „beyer" zoals de oude naam luidde bestaat thans niet meer. Het proveniershuis is gebleven en is een zegen voor velen, die eigen huis houden niet meer aan kunnen of geen eigen huis meer kunnen bewonen. In 1425 schonk Jouke Burmania aan het gasthuis een strook grond in de „Scoch- strede", de tegenwoordige Grote Kerk straat, onder beding dat als het gasthuis zou vervallen of vergaan, de grond weer aan haar erfgenamen zou terugkomen; haar goede voorbeeld is door andere bur gers van Leeuwarden gevolgd en zo kon het gasthuis naar behoefte uitgebreid worden en een eigen kapel bouwen, zo als bij zulk een inrichting behoorde. Het tegenwoordige „oude" Sint Antoon is in 1877 gebouwd op de plaats waar de eerste gebouwen hadden gestaan; de voorgevel werd toen een eind achteruit gezet, opdat de straat daar verbreed kon worden. Aan het vroegere gebouw had men in 1682 een fraai poortje aange bracht, dat later gemetseld werd in de Juliana-vleugel van het moderne ge deelte. Zoals alle. stichtingen kende ook het gasthuis een voogdenkamer en in die van de oude gebouwen hingen de portretten der voogden, die van 1678 af het bestuur hadden uitgemaakt. Toen in 1795 de we reld en ook Leeuwarden op de kop kwamen te staan, werden deze portretten aan de families der voogden teruggezon-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 15