Toen onze grachtjes
nog vol scheepjes lagen
Uit grootmoeders ansichtenalbum
bepaalde waren aan de wal en aan de
man werden gebracht: de Berlikumer-
markt, het trefpunt van de aardappelhan
delaren uit het Bildt en de Groentemarkt,
waar ook kool en wortels werden aan
gevoerd,
Dat deze markten door de jaren heen
niet aan dezelfde plaatsen gebonden wa
ren, bewijst een naam als de Wortel
haven, waar men zich eertijds niet hoefde
af te vragen, welk artikel er op de markt
werd gebracht.
Jammer genoeg hebben niet al deze zin
volle namen de markten zelf overleefd.
Toen er al lang geen koren meer werd
gelost in het stukje gracht tussen de
Korfmakers- en de Koningspijp, vond
men het ook niet nodig de namen Koren
markt en Over de Korenmarkt langer te
bewaren en zo werd het hele lange eind
tussen het Hoeksterend en de Kelders
gemakshalve maar Voorstreek genoemd.
Ook de aardige Deinumer Zuupmarkt
verloor haar recht van bestaan, toen er
geen karnemelk meer vloeide tussen de
Kleine Kerkstraat en de Nieuwesteeg en
sinds 1878 bestaat er geen onderscheid
meer tussen deze markt en de Vleesch-
markt er naast, waar het nu ook doodge
woon Nieuwestad heet.
En wie heelt het nu nog over de Bier
kade, wanneer hij de (nu) naamloze los-
wal bij de Kelders bedoelt? Het in ere
herstellen van deze oude namen door ze
tussen haakjes op een tweede bord onder
de huidige namen te vermelden, zou aan
beveling verdienen en zeker niet zo'n
storm van protest uitlokken, als het in
voeren van bepaalde andere namen, die
aan de ouwe tijd herinneren
Twee plaatjes
De twee kaarten, die we ter illustrering
van dit verhaal als bloempjes uit groot
moeders ansichtenalbum plukten, zijn
beide door stadgenoten uitgegeven; die
van de Voorstreek door de heer H. Wij-
benga, die aan deze Voorstreek woonde,
die van de Nieuwestad door de heer
R. van der Velde, die aan deze Nieuwe
stad woonde.
Beide heren hebben zich indertijd bij het
uitgeven van prentbriefkaarten van Leeu
warden zeer verdienstelijk gemaakt en
Het is niet altijd zo geweest, dat de veelomstreden grachtjes in onze binnenstad
alleen maar een decoratieve functie vervulden. Met dat doel hebben onze voor
ouders ze vele honderden jaren geleden ook niet gegraven; integendeel. Niet om
het stadsbeeld te sieren, maar uit economische en defensieve oogpunten werd het
grondgebied van het oude Leeuwarden door tal van grachtjes in mootjes verdeeld:
het water vormde toen de belangrijkste aanvoerweg voor de goederen en grond
stoffen, die onze stamvaders voor hun levensonderhoud nodig hadden, terwijl het
bovendien voor een stad, die zich tegen een aanvaller moest verdedigen, een ge
wichtig wapen was.
De technische ontwikkeling van het oor
logvoeren, die ook in de goeie ouwe tijd
niet stilstond, deed de grachten hun de
fensieve betekenis al zeer lang geleden
verliezen, maar voor het scheepvaartver
keer bleven onze binnengrachten tot
een vlak achter ons liggend tijdstip van
eminent belang.
Het barricaderen van een stuk gracht
met een paar honderd boomstammen,
waartoe de gemeente zich gedwongen
zag om de walmuren van de vroegere
Korenmarkt voor instorten te behoeden,
zou voor enkele tientallen jaren eenvou
dig niet denkbaar zijn geweest en het
wat sombere beeld van onze binnen
grachten zonder een enkel scheepje erin,
kon men een halve eeuw geleden mis
schien alleen maar op de zondag zien.
Er prijken dan ook reeksen prentbrief
kaarten in grootmoeders ansichtenalbum,
waarop we de functie van de stadsgrach
ten als vaarwaters duidelijk zien uitge
beeld: prachtige foto's van hele vloten
schepen, die ligplaats kozen aan de Voor
streek, de Kelders, de Weaze, de Nieuwe
stad of het Schavernek, om daar hun
goederen te lossen. Die goederen werden
op de wallen opgetast en vaak ter plaatse
verhandeld, wat aan de binnenstad van
het Leeuwarden van toen wel een uiter
mate bedrijvig en gezellig karakter gaf.
Nog is dit systeem van het aanvoeren
van goederen tot in de binnengrachten
niet geheel verleden tijd, want op be
paalde dagen in de week meren er nog
(voor vervolg zie pagina 15)
steeds motorbootjes aan de kaden van
het Schavernek en trouwens ook in de
stadsgracht bij de Amsterdamse Bank en
aan de Willemskade, maar deze vloot van
trouwe doorzetters is de laatste jaren
wel heel sterk gedund en de dag is niet
ver meer, dat we ook deze bootjes niet
meer in de stadsgrachten zullen zien.
Markten
Heel vroeger hadden ze allemaal hun
eigen plaats en enkele straten dragen nu
nog de naam van de markten, waar toen
LBEtT W AML1MVuontraek.
V