ar Fa. H. JOLMERS ZOOI ansje Brom VERHUIZINGEN - TRANSPORTEN r en LEEUWARDEN, EMMAKADE Z.Z. 62 TEL. 0 5100 - 24595 b.g.g. 25765 1 21 Hansje was al een paar keer in zijn wa gentje in de tuin geweest en hij had al eens een paar stappen mogen doen van zijn bed naar de stoel, maar écht lopen, dat moest nog gebeuren! Op een dag vroeg hij aan de dokter: „Wanneer mag ik weer lopen?" en de dokter begon te lachen. „En als je dan mag lopen, wat ga je dan 't eerst doen? Voetballen? Of boodschap pen doen voor je moeder? En dan op de autoped racen en niet uitkijken en onge lukken krijgen?" Hansje werd een beetje verlegen en kreeg een kleur en zei: „Nee dokter, ik zal niet meer zo hard autopetten en ik zal goed uitkijken want ik wil niet wéér in 't ziekenhuis liggen." „Jongen, wat is alles nog goed afgelo pen", zei de dokter en hij zuchtte er van. „We hebben er nu gelukkig dadelijk alles aan kunnen doen en 't komt vast hele maal terecht, maar je deed wel onvoor zichtig! Dat zullen we nu maar vergeten en we denken nu alleen nog maar aan beter worden en echt rondlopen. Een van deze dagen komt 't zo ver, dat beloof ik je!" Hansje lag al te denken hoe het wel zou voelen om een héél eind te lopen, mis schien wel op de gang. Daar liepen wel andere patiënten die ook lang genoeg in bed hadden gelegen en die moesten pro beren om weer gewoon te doen, voor zij naar huis gingen. Sommigen liepen op krukken en anderen mochten al „los" lopen. Op een ochtend kwam de dokter weer op de zaal, hij ging eerst naar de andere bedjes kijken. „Dag Mieneke, geen buikpijn meer?" zei hij tegen een klein blond meisje dat vlak bij de deur lag. „Mooi, dan mag je al gauw eens op komen. Bram zal nog wat moeten liggen, maar die komt over een paar dagen wel uit zijn bed. En wat zit Maaike mooi kralen te rijgen, ik kan wel zien dat je niet veel last meer hebt van je gebroken arm." En zo ging de dokter verder, bij het ene kind was hij lang, bij een ander kort bezig om te onderzoeken, te kijken en te vragen. Toen was het de beurt aan Hansje. De beide beren zaten aan het voeteneinde van het bed en keken met hun donkere oogjes naar Hans en naar de dokter en de zuster. Zij zeiden niets, maar zij wil den óók wel eens weten of hun kleine baasje nu eindelijk eens mocht lopen. „Dag dokter", zei Hans. „Dag Hans", zei de dokter. „Hoe staat 't leven met jou? Je kunt vandaag niet naar buiten want het regent pijpestelen." „Misschien mag Hans dan wel in het wagentje op de gang?" vroeg de zuster. „Ik weet iets veel beters" zei de dokter, „Hans mag wel eens lópen op de gang!" Hans kreeg een kleur van geluk. Op staan en lopen over de gang. Niet zo maar eventjes van je bed naar de stoel, maar op die lange gang, écht lopen net als vroeger. „O dokter, wat ben ik blij", riep hij op eens heel hard. „Niet te hard praten jongen, want de kleine Margo is erg ziek en er mag geen lawaai zijn. Nu moet je niet denken dat je zo maar opeens langs de gang kunt rennen. Je moet nog voorzichtig zijn met je been, ik zal je een kruk geven, dan kun je 't daar eens mee proberen." Hans was zó blij en de zuster keek zo blij en de dokter keek zo blij, het was een echte feestdag. Net alsof de zon vro lijk scheen, terwijl het buiten grauw zag van de regen. Hans kreeg een nieuwe schone pyama aan, hij hoefde geen jas aan te trekken want het was op de gang net zo lekker warm als op de zaal. En toen werd hij overeind gezet en hij kreeg één kruk en één stok. De kruk moest het stijve been helpen. Eerst hield de zuster hem nog vast, maar hij stond meteen zo stevig, dat zij hem al gauw alleen liet lopen. En toen ging de deur open en daar lag de gang voor hem, die nu veel groter leek dan als hij in het wagentje zat. De zuster hielp hem nog over de drem pel heen en toen mocht hij helemaal al leen lopen. Er was net niemand op de gang en hij had de ruimte! Het ging nog wat stuntelig en stijfjes, maar hij kwam vooruit. Hij keek naar het patroon van de vloer: telkens een vierkantje en dan weer een vierkantje en dan nog een en dan nog een. Zo ging het voetje voor voetje. En wie liepen er met hem mee? Dat zie je wel op 't plaatje. Natuurlijk Brom en Brommer! En de beertjes zeiden zachtjes tegen elkaar: „We lopen hier bijna net zo mooi als toen op de manestraal weet je nog wel?" MAJA VAN HEEMSTRA Verpakken en verzenden naar alle werelddelen Bergplaats voor meubelen Ruim een halve eeuw ervaring >-"Ti li; Ij

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 21