Een hotel sloot z'n deuren Minnemahuis en de Doelen laten weemoedige herinneringen achter 17 Het beëindigen van de exploitatie van het hotel De Nieuwe Doelen, in het begin van deze maand, deed niet alleen een markant bedrijf uit onze stad verdwijnen; het betekende ook het trieste einde van wat eens een zeer voor aanstaande stins was in het oude Leeuwarden. Beide feiten, het opheffen van het hotel en het afbreken van het pand, dat zovele jaren op gastvrijheid was ingesteld, moeten de echte Leeuwarders verdrietig stemmen. Zowel aan het hotel als aan de stins zal de Friese hoofdstad herinneringen bewaren, die niet te vergelijken zijn met herinneringen aan een ander willekeurig hotel, dat z'n deuren sluit, aan een ander willekeurig pand, dat uit het stads beeld verdwijnt. Langer dan honderd jaar is de Nieuwe Doelen voor Leeuwarden een belangrijk en toonaangevend hotel geweest, eeu wen daarvoor was het een stoere stins oorspronkelijk van de Minnema s, later van adelijke geslachten als de Liauckama's, de Van Aebinga's, de Schel- tema's en de Scheltinga's. Wanneer deze stins, het oude Minnema huis, werd gebouwd is niet precies be kend, maar wel weten we, dat ze er op deze grondvesten in de vijftiende eeuw al stond en toen bewoond werd door Franciscus Minnema, die ons uit oude geschiedboeken van de stad tegemoet treedt als een bijzonder „bekwaam en braaf" man. Franciscus Minnema was Olderman en Raad van de Hertog van Saksen en hij had nogal wat invloed op het besturen van stad en platteland. Hij had niet min der dan drie wettige echtgenote's gehad, toen hij in 1512 voorgoed de ogen sloot. Wanneer deze Franciscus Minnema aan de achterkant van z'n stins op de boven verdieping ging staan, kon hij het water van de Ee achter z'n grote tuin langs zien kabbelen. Die tuin strekte zich tot de Eewal en de Wortelhaven uit en wan neer we de loep op de oude stadskaarten leggen, blijkt, dat het Minnemahuis toen nog het enige pand was op de strook grond tussen het water van de (huidige) Voorstreek, de Wortelhaven, de Eewal en de Minnemastraat, die naar onze Ol derman Frans is genoemd. Na de dood van Frans Minnema ging het Minnemahuis via z'n zoon over in han- Nog even en dit zal een historisch plaatje zijn: het hotel De Nieuwe Doelen, zoals het er nu nog staat. Voor het eind van het volgend jaar zal het geheel verdwe nen en door een modern winkelpand vervangen zijn. den van zijn weduwe, een Trijn Liaucka- ma, die er echter niet lang plezier van had, spoedig stierf en de stins naliet aan haar moeder Vrouw Luttzie Harinxma. In het midden van de zestiende eeuw woonde Schelte van Liauckama in de stins, later werd ze door Schelte van Aebinga bewoond, die „het Minnema- huys met het hoff, de schuiren en plaet- zen" in 1611 van Liauckama kocht. Het was deze Schelte van Aebinga, die het stadsbestuur toen meedeelde een deel van Minnemahof te willen verpach ten „omme dat tot huysen te bebouwen, tot twaeleff heerlijcke plaètzen, so tegens den Eewal aen als in Minnemastraat, 't welcke solde strecken tot een groote ere ende versieringe van de stadt". In 1650 behoorde de indrukwekkende stins aan het geslacht Scheltema en twin tig jaar later aan het geslacht Scheltin- ga. Daarna kwamen er nog verscheidene aanzienlijke families in, die de rest van de grote tuin bij brokjes en beetjes ver kochten aan de eigenaren van de hui zen, die inmiddels waren verrezen aan de Korenmarkt en de Minnemastraat. In het laatst van de achttiende eeuw liet Heer Daniël de Block van Haersma op

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 17