Piet Hein van Asperen is gek op Harlingen. Niet alleen omdat hij er de achtste februari 1895 geboren is, maar ook omdat het er altijd naar zeewater en pek ruikt, en de bekoring van oud en pittoresk blijft en er vroeger veel paarden en draaiorgels waren. Paarden tekende hij zo lang hij zich nu kan herinneren van toen hij nauwe lijks bij het tekenpapier op de vensterbank kon komen als de beesten moesten wachten voor het timmerman-aannemers- of vaders huis vlak voor de Vier-Leeuwenbrug. Feest was het voor de jonge Piet Hem ook als voor het stadhuis de jaarlijkse kermiskeuring van draaiorgels plaats had. Van de lagere school spijbelde hij om er bij aanwezig te kunnen zijn, tot zijn vader met een „wat moet jij hier" hem er bij lapte. Toch belette het hem niet om een romantische hobby voor al wat orgel is te koesteren evenzo voor alles wat maar met woonwagens te maken heeft. weinig wiskundige aanleg, zodat reeds spoedig de eerste klasse van de h.b.s. voor het vak van vader op de ambachts school verwisseld werd. Alle hout is ech ter geen timmerhout. Wel paste Piet op de schildersafdeling, waarop hij dan ook snel belandde. In 1914 had de jonge artiest het diploma op zak en kon hij dadelijk aan de slag als dekoratieschilder aan het plafond van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. De golvende lijnen der versieringen en de gestyleerde danseressen, de z.g. „Ju gendstil", lagen hem wel. Door het uit breken van de oorlog in augustus 1914 stagneerde het werk en dat gaf de jonge Van Asperen gelegenheid uitsluitend te gaan tekenen en kunstschilderen. Zonder goede leiding was het echter moeilijk vorderingen te maken. Een toelatings examen bracht hem in het tweede studie jaar van de toen zeer goede en bekende kunstopleiding in Amsterdam, de Quel- linus school. Naar Rotterdam Met het einddiploma van deze school in de zak zag men hem even voor het einde van en na de oorlog als vrij kunstenaar De reparatie van de harmonica van een blinde, „Koperen Ko", leidde tot het ma ken van draaiorgeltjes voor eigen plezier gedurende heel zijn leven. De nieuwste en populairste muziek prikte Van Aspe ren eveneens in de kartonnen, nu zinken platen. Al deze hobbys lieten een voldoende aandacht voor het schoolwerk niet toe. Daarbij demonstreerde de jonge Piet De tekening van de ringrijderij op de Nieuwestad uit 1957 heeft een losse hand van doen, die verrast. Moeiteloos is de gebeurtenis, de drukte en het brok Nieuwestad buitengewoon fraai in het kader van het papier gezet. Men voelt dat de maker met dit romantisch gebeuren heeft mee geleefd. Men ziet, bij de eerste blik, hoe knap het getekend is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 12