13
nun
weer in Hariingen. Tentoonstellingen,
waar behoorlijk verkocht werd, volgden
elkaar nu op. Toch vond hij het nodig
van omgeving te veranderen om iris te
blijven. De havenstad Rotterdam werd
natuurlijk spoedig gekozen. In de sier-
ateliers van de Maasstad, waar voor chi
que restaurants, theaters en dansgelegen
heden in de grote steden iantasievolle
decoraties met veel blad-goud verwerkt
werden, vond de bijna 25-jarige Van As-
peren zoveel te doen dat hij zijn, met een
Harlinger meisje gesticht, gezin kon on
derhouden en zich tegelijk in zijn vrije
tijd aan de schone kunsten kon wijden.
Wanneer het echtpaar Van Asperen over
deze eerste tijd in Rotterdam vertelt, gaan
hun ogen glinsteren van plezier. „Wat
was het daar, artiesten onder elkaar, ge
zellig. Op bijzondere dagen, zoals Konin
ginnedag, werden er zelts verkleedpar
tijen op touw gezet en gingen wij met
een draaiorgel de straat op", vertellen zij.
Een paar jaar duurde de pret, toen klopte
de armoede aan de deur. De nieuwe za
kelijkheid liet geen versieringen, die het
bouwmateriaal verhulden, toe. Schilde
rijen werden er maar sporadisch ver
kocht. Gelukkig werd uit veertig sollici
tanten voor de baan van reclameschilder
en -tekenaar bij Van den Bergh's marga-
rinefabrieken te Rotterdam Van Asperen
gekozen. Blue Band-meisjes, winkeletala
ge-achtergronden, enz. kwamen nu uit
tekenpen en schilderkwast. Van 1930 af
volgde nadien een onafzienbare reeks
ontwerpen voor verpakkingen, vroeger
schilderachtig, nu strakker en eenvoudi
ger, op de Leeuwarder Papierwarenfa-
briek.
Bij al de goede wisselingen in zijn werk
en zijn bestaan heeft Van Asperen veel
steun ondervonden van de heer H. Mar
tin, toentertijd directeur van het Friesch
Museum.
Zijn werk
Kent men Van Asperens levensgeschie
denis, dan behoeft men zich weinig in-
Dit zelfportret, van een aantal jaren
geleden, heeit een levéndige voor
dracht. Het plaatsen in het vlak be
vordert de levendige verschijnings
vorm. De vlotte en geen aarzelingen
kennende schilderwijze werkt even
eens aan het vitale mee. Daarbij
komt dan als voornaamste eigenschap
het schijnbaar onbevangen treilen
van de enigszins afwerende gelaats
uitdrukking als wilde de schilder
zeggen: „Laat mij in mijn gevoelens
vrij man!"
spanning te getroosten om de onderwer
pen van zijn tekeningen en schilderijen
te vinden. Allereerst kwamen de havens,
woonwagens en schilderachtige stadsge
zichten, vervolgens stilleven en portret.
Weinige landschappen kwamen door zijn
tekenstiit en olieveri tot stand. Hij voelt
er zich niet toe aangetrokken. Bij de ge
kozen onderwerpen blijkt hij de wereld
als heel mooi te zien. Zijn romantische
inslag doet bijna elk schilderij als ge
huld in een schoonheidswaas verschijnen.
Het is telkens een weerslag van het op
nieuw beleven van zijn jeugd. De actie
in zijn werk zoekt hij in paarden, sle
perswagens, woonwagens op tocht, rijtuig
jes, schepen-gedoe in havens en kanalen.
Het geweld van het hedendaags, veel
sneller, verkeer mint Van Asperen niet.
De melodie van zijn bestaan heeft de
toon en de sfeer van zijn zelf gemaakte
orgeltjes. „Ik geloof niet dat mijn werk
in de loop der komende jaren nog zal
veranderen. Alleen zal ik altijd proberen
het telkens beter te maken", zegt hij.
„Evenwicht is in een kunstwerk een be
langrijk ding", vervolgt hij, „daarom be
gin ik met de compositie. De tekening
van het voorgestelde wil ik niet onnodig
verwaarlozen. Ik houd nu eenmaal van
concrete vormen. De toon of de op elkaar
afgestemde kleuren en het licht is voor
mij van de techniek de hoofdzaak.
Veel meer olieverven dan tekeningen
maakt de kunstenaar Van Asperen. Voor
namelijk is dit omdat hij al dadelijk, met
verf schilderend, tekent. Het in kleur
schetsen gebeurt buiten tot het klaar is
of geheel op het atelier naar vroeger ge
maakte schetsjes of uit het hoofd.
Olieverven wisselen met waterverf-teke
ningen, aquarellen, pastels, couté- en
houtskooltekeningen af. In de tonige in
slag, om de milieu-sfeer te treffen, open
baart zich, als typerend voor hem, een
voorliefde voor vermiljoen-rood.
In de loop der jaren kochten de gemeen
ten Hariingen en Leeuwarden, de pro
vincie, de musea, het Franeker Koop
manshuis, het Zuiderzee-museum en ver
scheidene particulieren van hem. Zonder
vaste baan zou het evenwel financieel
heel moeilijk zijn, meent hij.
Nog een paar maanden en Piet Hein van
Asperen kan zich als gepensionneerde
volkomen aan zijn picturaal verlangen
overgeven. Het wegdromen in een mooi
en rustig verleden, vol romantiek, be
hoeft dan niet meer verdrongen te wor
den door de realiteit van de reclame-
eisen.
E. K.
Natuurlijk is dit een havengezicht uit Hariingen en wel de Noorderhaven. De
garnalenboten met hun netten, perfect in het vlak geplaatst, geven juist voldoende
levendigheid aan de meegeschilderde stilte van dit brok Hariingen. De directheid
waarmede het op het doek gebracht is proeit men zelfs van de toto. De kleur,
jammer genoeg niet te zien, verhoogt met zijn grijzen en bruinen de schoonheid
van het oude.