EIGEN WONING OP EEN VERANTWOORDE WIJZE BOUWFONDS NEDERLANDSE GEMEENTEN In de d'Hondecoeterstraat staan deze Bouwlondswoningen. Ze dateren uit 1953 en bevatten: woonkamer, keu ken, drie slaapkamers en douchecel. Bij de woning hoort een vrijstaande schuur. Van de drie bij dit artikel afgebeelde woningtypen is dit het kleinste. reikt kan worden vaak een nadere studie waard en daarbij komen soms onvermoe de mogelijkheden te voorschijn. Laten we beginnen met na te gaan wat de meesten ervan weerhoudt zelfs maar aan het bezit van een eigen woning te denken en dan kunnen we daarna eens onderzoeken of er middeltjes zijn om de kwaal te gene zen. We dienen dan vooral de kosten te be kijken. Het huren van een huis is op dit punt een simpele aangelegenheid. Men betaalt wekelijks of maandelijks de ver schuldigde penningen aan de huiseige naar en is van alle sousa af. Gaat het dak lekken, dan laat men de huisbaas komen om het te herstellen of hij komt is een andere vraag. Bij een eigen huis zit men met allerlei kostenbepalen- de factoren en men draagt zelf de totale verantwoordelijkheid voor het bezit. Zo bekeken lijkt zo'n huurhuis nog niet zo onaardig. Maar de aardigheid wordt wel sterk beïnvloed door een aantal on zekerheden. Daar is allereerst de huur, die niet voor eens en voor altijd vast ligt, maar af en toe weer eens wordt op gevijzeld, op grond van begrijpelijke maar daardoor nog niet aangename economi sche beleidsoverwegingen. En de gerust stellende gedachte, dat de huiseigenaar zijn tedere zorgen van kelder tot dak uit strekt is ook maar een fictie. Laten we nu achteraf maar zo vriendelijk zijn te veronderstellen, dat hij wel komt om de daklekkage te herstellen, dan blijft nog altijd het feit bestaan, dat hij doorgaans weinig scheutig is met verf, behang en andere het huis sierende of verbeterende zaken. Dat is nu eenmaal niet anders en de mismoedige huurder gaat er vaak in arren moede zelf maar eens een paar honderd gulden in verklapstukken om de zaak toon- en bewoonbaar te houden. Bij de typisch-Nederlandse deugd van de huiselijkheid is het een merk waardig feit, dat het eigen woning- bezit verhoudingsgewijs slechts ge ring in omvang is. In Finland en de Verenigde Staten woont ongeveer zestig procent der gezinnen in een eigen woning en in ons land is dit slechts met plusminus dertig procent het geval. Wij staan hierdoor zelfs nog lager op de ranglijst dan België, Duitsland, Italië en Zweden (40 o) en we mogen ons slechts troosten met het feit, dat Engeland het niet verder brengt dan 28 "/o en Frankrijk maar nèt de 25 "/o kan halen. Is er overigens reden tot troost of, met andere woorden, moeten wij het betreu ren dat slechts een krap derde deel der m» - Nederlandse gezinnen een eigen woning heeft? Men kan voorzeker ook gelukkig zijn in een gehuurd huis en in ieder geval is het aantal beslommeringen bij huren geringer dan bij kopen om van bou wen nog niet te spreken. Bovendien geeft het bezit van een huis naast de lusten ook doorlopend lasten. Door de heilzame werking van de Woningwet is de Neder landse bevolking trouwens in massa in de richting van de huurwoning gedreven. Niettemin blijft het er,on woningbezit het ideaal van zeer velen, al zullen ze dit ideaal veelal onbereikbaar achten. Nu is de vraag wat wèl en wat niet be- Dezelide indeling als de woningen in de d'Hondecoeterstraat hebben deze huizen van het Bouwfonds, die men in de Goudenregenstraat kan vinden. Ze zijn iets groter dan die in de d'Hondecoeterstraat. De huizen zijn gebouwd in 1956-1957.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1959 | | pagina 3