t osc Onze I I I 1 i IttL Leeuwarder beeldende kunstenaars 12 mÊÊSM Laagje over laagje is deze aquarel van een brok uit een aquarium ontstaan. Er werden veel kleuren gebruikt om de rijkdom van zo'n kleine natuurwereld te doen ontstaan. Het is ook vol beweging, soms lijkt het water te roteren. In schelp en planten komt de tekenaar dan weer te voorschijn In onze stad hadden wij tot voor kort twee in Leeuwarden geboren en getogen bijzondere Bosch-en namelijk G. en J. De eerste is de man met de onverzadigbare hobby voor vogels. De tweede is tekenleraar aan het stedelijk gymnasium en de gemeente h.b.s., benevens aan het stedelijk gym nasium te Sneek. De vogelman is gepensioneerd en heeft Leeuwarden verlaten om in Hardegarijp te gaan wonen. J.B h De tekenleraar Bosch is 11 oktober j.l. 65 jaar geworden. Hij blijft echter tot het eind van dit schooljaar voor de klas staan, om dan voorgoed Leeuwarden te verlaten. Hij vertrekt dan naar zijn zoon en dochter, die reclame-tekenares is, in Australië. Er is dus net nog even op de valreep gelegenheid deze Leeuwarder voor ons blad te laten poseren. ,,Ik was beslist geen wonderkind", zegt de heer Bosch. Vroeger was het hele maal nog niet zeker wat wel zijn vak zou worden. De studie voor de lagere akte tekenen, op de tekenschool van de heer Wadman in de Pijlsteeg, was niet eens ontstaan uit een grote tekenliefde. En zelfs op de kursus voor de middelbare akte tekenen aan de m.t.s., onder het di recteurschap van de heer Michel, open baarde zich bij de toen twintigjarige kursist aanvankelijk nog niet de volle dige levensvulling. Langzaam, al stude rende voor de bevoegdheid, kreeg Bosch de smaak te pakken. De belangstelling van de tekenaar hield niet op bij zijn vak. Ook de techniek en in het algemeen de exacte vakken heeft en hebben zijn interesse. J. Bosch maakte o.a. zelf een draaibank en verder zo goed als alles wat hem interesseerde. „Och", zegt hij, „mijn vak appelleert hoofdzakelijk aan de smaak en heeft nau welijks een maatstaf. Als tegenwicht is hét dus wel goed om eens iets anders onderhanden te hebben en over iets an ders te denken." ,,ln Nederland is men blijkbaar pas schil der wanneer men met olieverf werkt", vervolgt de heer Bosch. „En toch zijn er veel in olieverf-schilders, die veel betere resultaten met waterverf zouden kunnen bereiken. Waterverf is een prachtig ma teriaal. Het geeft een ijler en gevoeliger effect. De diepte krijgt er eerder sfeer mee. De doorschijnendheid der verven is een weelde. Men ziet bij het echte nat-in-nat werken geen verfmaterie. De subtantie schijnt alleen kleur en toon te zijn. Waneer men er een beetje in thuis is, kan men er snel een vluchtig stem mingsbeeld mee vastleggen. Schilderen met olieverf gaat mij te langzaam. Mijn gedachten en gevoelens houden er geen gelijke tred mee." U begrijpt, dat de liefde van de heer Bosch naar de waterverf uitgaat. Wel maakt hij af en toe wat in pastel en tekent hij, maar dan is meestal de laatste bezig heid bedoeld als voorstudie voor de aquarel. Niemand heeft hem eigenlijk de techniek geleerd. Wel wakkerden schilders als de Fransman Renoir en de Engelsen Boning- ton en Turner zijn liefde voor de zo sterk verdunde verven aan. Ook de Chinese, Japanse en Perzische kunst inspireert hem voortdurend. Hij bekijkt deze prach tige Oosterse kunst liefst in zwart-wit afbeeldingen. „Het te veel zien van de kleur zou mij verhinderen tot een eigen palet te komen", zegt hij. „Veel meer te zien, heb ik beslist niet nodig. Ik bezoek alleen tentoonstellingen om mij zelf te vinden. De moderne schilderkunst vind ik te hard. Ik stoot er mijn hoofd tegen." De aquarellist Bosch is geen nabootser van wat hij om zich heen ziet. Hij brengt immers zijn herinneringen of gedachten in beeld. „De werkelijkheid hindert mij", zegt hij. „Wanneer ik bijvoorbeeld een bosgezicht zou willen maken, moet ik er voor in goede stemming zijn. Ik kan mij dan in gedachten in een bos verplaatsen. Het bos is dan in de gewenste verschij ningsvorm om mij heen en ik kan het gaan natekenen." Het maken van een tekening, pastel of aquarel is voor Bosch eigenlijk een ge- voelsvertolking. Het vraagt de uiterste inspanning, te meer omdat het materiaal zo'n vluchtige substantie is. Elk werkstuk is dan ook opnieuw een gevecht. Het slaagt of het mislukt. Men werkt in een plas water. Soms drijft de kleur van de juiste plaats weg. Wanneer men zo ge lukkig is ten naaste bij bereikt te hebben wat men wilde, trekt veelal tijdens het drogen juist die kleur en die toon weg, die men er beslist in had willen hebben. „Er ligt bij mij boven meer bedorven

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1960 | | pagina 12