Onze Leeuwarder beeldende kunstenaars 12 ->j /-j x 4-1 y, - Me/ het zelfgemaakte rode krijt kwam dit portret mooi in het vlak te staan. De stof-uitdrukking van de huid vond eveneens goede afbeelding. De geportretteerde lijkt te leven. Is het door de even geopende mond of het verschillend zijn der ogen? in ieder geval, op welke niet na te speuren wijze ook, is het de afbeelding van een ademend mens geworden. Daarbij heeft de maker het denken uitgebeeld. Alles te samen heeft Wassenaar op een zeldzaam treffende manier, zonder nadruk, een fraai portret getekend. Hij is één der door de lokkende muziek der beeldende kunst gepakten, die in voortdurende strijd met het gezond ver stand om zich toch maar niet te laten verleiden de zo goed als niets opbren- Zou het alleen ondernemingslust ol vlucht in avontuur geweest zijn, die achter Ruusbroeckstraat 32 een niet door te klein behuisd zijn veroorzaakte aanbouw deed verrijzen? Wanneer men er de bewoner van het pand, Cor Wassenaar, naar zou vragen zou hii niet dadelijk antwoord kunnen geven. Wel zou hij pertinent weten dat het zin had en wel een zinrijke, die uitstijgt boven de bedoeling van vele andere aanbouwsels. In deze ruimte borg hij namelijk zijn kalander, de onmogelijk zware pers, die eens in het bedrijf van N.V. Erven Kou mans Smeding haar taak vervulde en nadien zo verma- edijd veel plaats nam in Wassenaar's achterkamer. En toch is daarmede niet de gehele beweegreden voor de bouw verklaard. Er is nog zoiets als de ivoren toren. Iets van zich kunnen afzonderen, zich terug kunnen trek ken voor een groeiproces, voor momenten van onge stoorde bespiegeling, voor een gevecht met zichzelf of met etsplaat, verf, enz. Het is een niet te stillen behoefte om zich op papier of doek te uiten, die Wassenaar, sinds zo lang hij zich nu na 58 jaar herinneren kan, beheerste en een atelier deed bouwen. a,sseMa,r gende weg der beeldende kunst op te gaan, tenslotte een compromis gesloten hebben. De plichten aan gezin en bestaan kregen hun deel, de beeldende kunst eiste de gehele rest. Na dagtaak, met soms de gedachten nog bij het werk, zich vol ledig terugtrekken in de ivoren toren blijft toch een toer. Veel kwam hij daar om ook niet voor het voetlicht. De pro ductie was er niet naar, al werd er hard geploeterd. Cor Wassenaar is geboortig uit Bolsward. Hij bezocht er de lagere school tot zijn ouders zich in Duitsland vestigden. Van zijn tiende tot zijn veertiende jaar leerde hij het Ruhrgebied in het bijzonder ken nen. De honger dreef het gezin in 1916 weer naar het vaderland terug. In de nieuwe vestigingsplaats, Leeuwarden, pro beerde Cor het eerst als winkelbediende in een galanteriezaak. Al heel spoedig, op zijn zestiende jaar, zwaaide hij naar de typografie over. Geheel zijn leven, met enkele korte onderbrekingen, bleef hij bij de Erven Koumans Smeding in het vak. Hij werd er via machinezetter huis monteur. Steeds tekenend kreeg hij behoefte aan leiding. Joh. Elzinga was zijn eerste leer meester. In 1930 waagde hij met gespaard geld, de sprong naar de Koninklijke Aca demie te Antwerpen. In het toen goed kope België, tekende hij tussen allerhande landslui, zoals Fransen, Engelsen, Cana dezen, Duitsers en zelfs drie Japanners, levensgroot naakt, gekleed model en gipsafgietsels van Griekse beelden. „Ik heb er geleerd hoe het in ieder geval n i e t moet zegt hij. „En toch ondanks dat je niet kunt zeggen wat je er eigen lijk geleerd hebt, heb je er eigenlijk heel veel opgestoken, al was het alleen maar door het zien van wat anderen er van maakten". Na een jaar was het geld op. Toch wilde Wassenaar liefst niet weer in het gareel van het dagelijks zoveel uren typografie. Hij wilde volledig kunstenaar zijn. Hij verhuisde naar Drente om daar in een paar armoedige jaren, met enkel wat op drachten voor reclame, het vak zelfstan dig verder te leren. Tenslotte werd het toch weer het bedrijf op de hoek van de Voorstreek dat hem alle weekse dagen zag komen en gaan. Heel zijn leven is het in zijn vrije tijd het onderzoek en het verder uitbouwen van zijn kunst geweest. Veelal wroette hij thuis. Wanneer het echter mogelijk was, beoefende hij zijn liefhebberij in ge meenschap van gelijkgezinden. Wasse naar s activiteit is dan ook tegelijk een verhaal van het wel en wee van kunst broeders zonder behoorlijke accommoda tie en van tekenclubs tijdens en na de oor log. Tijdens de oorlog werd er gewerkt op het atelier van de beeldhouwster mej. Kessler op de Eebuurt. Na de oorlog ver plaatste zich de activiteit naar het teken lokaal van de gemeente h.b.s. om achter eenvolgens te verhuizen naar de kleuter-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1960 | | pagina 12