I
HUTTIN6
lente
boden
industrieterrein Toutenburgstraat 6
3
M #1
De eerste lenteboden in onze onmiddel
lijke omgeving zijn de sneeuwklokjes in
het ronde perkje van de Wilhelmina-
boom, bij het Stadhuis. Onverantwoor
delijke optimisten, die bij het eerste
vleugje zoele wind de kopjes boven de
grond steken en dan moeten ervaren, dat
het, zo vroeg in het jaargetij, nog ver
draaid koud kan zijn. Dit jaar hebben ze
zelfs nog in de sneeuw gestaan, geheel
overeenkomstig hun naam, maar wanneer
men dat zo ziet, dan komt het „haastige
spoed is zelden goed" toch wel zeer na
drukkelijk in de gedachten. Buiten de
stad waren alreeds de katjes en er liepen
piepkleine lammeren vreugdeloos rond
in de plotseling teruggekeerde winter
kou, met leedwezen gadegeslagen door
moeder schaap, die" in haar dikke wollen
jas wel bevoorrecht was. We weten niet
of schapen denken (waarom eigenlijk
niet?), maar zo dit het geval is, dan zou
zo'n moeder zinnige stof tot overpein
zing kunnen putten uit de gedachte, dat
het voor haar nakroost niet meevalt tot
de traditionele lenteboden te behoren.
Het lijkt allemaal wel mooi, maar in de
harde praktijk kan het wel eens tegen
vallen.
Zo is het trouwens in het algemeen met
zoiets fragiels als de lentestemming. Zij
die zich ambtshalve naar het Stadhuis
spoeden zien de sneeuwklokjes, maar
binnen zijn de seizoenloze problemen aan
de orde. Dit jaar was de gemeentelijke
lentebode de begroting 1960, wier ver
traagde verschijning samenviel met de
komst der sneeuwklokjes. Geen milde
lentezon kan het tekort van 1.451.750
doen wegsmelten en daar staan we dus
weer voor de beslommering en betutte
ling van alledag. De zon schijnt door de
ramen, de natuur ontwaakt, maar in het
Stadhuis zit men zich af te vragen of het
rijk niet wat meer wil en kan afschuiven
dan de obligate portie geldmiddelen, die
ontoereikend is om onze gemeentelijke
machinerie te doen functioneren. En de
zakenman piekert inmiddels over de
vraag hoe hij zijn voorraadje incourante
goederen zonder schade kan slijten en
let niet op de vaas met katjes in zijn
kantoor. De hele wereld is vol lammetjes
in de kou,- ze willen wel accepteren dat
er een nieuw ontluiken van de natuur is
aangebroken, maar het leven blijkt des
ondanks moeilijk en vol problemen te
zijn.
We denken wel eens, dat het vroeger
anders was. Laten we het contrastbeeld
zo scherp mogelijk maken en terugkeren
naar plusminus het jaar 1000. Wat was
Leeuwarden toen? Drie stumperige terp
dorpjes aan de boorden van de aloude
Middelzee, die vriendelijk kabbelend in
Friesland doordrong. Die dorpjes waren
Oldehove, Nijehove en Hoek en de men
sen leefden daar maar zo'n beetje voor
het nog niet bestaande lieve vaderland
weg. Ze vingen een paar vissen, slacht
ten een os en hadden nog helemaal geen
begroting en zelfs geen incourante goe
deren. Een zorgeloos bestaan, zo denken
wij. En wanneer de lente begon, geloof
dan maar dat men het merkte en dat
men blij was. De duisternis, die nog niet
met allerlei verlichtingsartikelen te be
strijden was, ging wijken en men zag het
ontluiken van het groen op de plaatsen
waar nu stenen of asfalt de bodem be
dekken. Maar was het allemaal wel zo
idyllisch als het nu lijkt? Was, om een
schrijnend voorbeeld te noemen, het be
gin van de lente niet de tijd waarin men
opnieuw de invallen van de barbaarse
Noormannen moest vrezen; de strijdlus
tige zeevaarders uit Skandinavië, die in
hun roofzucht have, goed en vrouwen tot
hun buit maakten? Als we daartegen
over stellen dat onze prinsessen tegen
woordig naar het hofbal van de nazaten
dezer Noormannen gaan, dan blijkt alles
wel zeer betrekkelijk te zijn. Elke tijd
heeft zijn eigen problemen en narigheden
en daar moeten we het maar mee doen,
ook al zouden we ze graag van ons af
schudden, vooral in de lente.
Maar laten we niet vergeten een gepaste
tijdsruimte over te houden voor de lam
metjes, de katjes en, wat ons betreft,
ook het vrouwelijk schoon in de nieuwe
lentemode zij het, dat bij dit laatste
deze interesse van beschouwelijke aard
dient te zijn. Laten we trachten het zake
lijke bestaan van alledag van een vleugje
aroma te zien, van de geur der lente,
die het leven lichter en hoopvoller
maakt.
N t/) LU
LU LU -J
r -r IL
LU CM
Ons bedrijf is geheel gemoderniseerd Sinds
jaren een vertrouwd adres voor uw grafwerken
en onderhoud daarvan.
ALLE SOORTEN NATUURSTEEN
DE FRIESCHE STEENHOUWERIJ
is VERPLAATST van de Diepenbrockstr. naar het nieuwe
(naast REVIMOTO) Telefoon 29278, bij geen gehoor 28286