r
Wat het Gooi te veel heeft,
dat hebben wij te weinig
Problemen-contrast tussen Inee landsdelen
<^Drink ietó anderól
jeco 1 2 0/o alcohol
^Suco 10-12 0/o alcohol
in flesjes van 185 cc.
èn het is lekker I
De drank voor verlof A zaken
5
In het winternummer 1959/1960 van „Natuur en Landschap" (tijdschrift van de con
tactcommissie voor natuur- en landschapsbescherming) wordt de noodklok over het
Gooi geluid. Dit gebeurt naar aanleiding van het op 7 november 1959 te Hilversum
gehouden Gooi-congres van de Vereniging van Vrienden van het Gooi. Waarom
de noodklok? Omdat de Gooise natuur in gevaar is. De ontwikkeling van het Gooi
is op een punt gekomen, waarin de uitbreiding der bebouwing een actuele bedreiging
gaat vormen voor het betrekkelijk weinige, dat nog van het oorspronkelijke Gooise
natuurschoon is overgebleven en dat onmisbaar is, wil het Gooi zijn aantrekkelijk
heid als woon- en recreatiegebied behouden. Over drie tot vijl jaar zal het Gooi
zijn volgebouwd. Mej. ir. E. F. van den Ban toonde het tijdens het congres met cijfers
aan. Het Gooi telt thans nagenoeg 190.000 inwoners en de geldende uitbreidings
plannen kunnen nog circa 20.000 personen opvangen. Over luttele jaren zullen ook
deze volgebouwd zijn en wat dan?
Prof. dr. H. D. de Vries Reilingh zei wat
in ieder geval nu reeds moet gebeuren.
Hij wees er op, dat ih de eerste plaats
moet worden gestreefd naar het weren
van nieuwe bedrijven, die meebrengen
dat werkkrachten van elders naar het
Gooi moeten worden getrokken. Het tele-
communicatiewezen met radio en televi
sie vormt een probleem op zichzelf. Men
rekent reeds met een groei van 2500 tot
3000 werkkrachten. Firma's, die in Am
sterdam met gebrek aan kantoorruimte
worstelen, gaan er steeds meer toe over
villa's in Hilversum te kopen en in te
richten tot zeer-arbeidsintensieve kanto
ren. Ook het rijk werkt niet mee, door
eigen instellingen, als de marine-oplei
ding, naar het Gooi te verplaatsen.
Aldus prof. dr. De Vries Reilingh en prof.
ir. Jac. P. Thijsse zei in zijn slotconclusie
o.m.: Men zal dus het woonruimtebeleid
moeten richten op het tegengaan van de
vestiging van personen die niet econo
misch aan het Gooi gebonden zijn, waar
bij het Gooi als één geheel zal moeten
worden bezien met de randgebieden. Ook
zal men moeten streven naar het tegen
gaan van de vestiging van nieuwe bedrij
ven, zo mogelijk ook naar overplaatsing
van bestaande bedrijven, die uitbreiding
behoeven, naar elders.
Tot zover „Natuur en Landschap" en we
komen nu aan de beantwoording van de
vraag waarom wij in „De Leeuwarder Ge
meenschap" aandacht schenken aan deze
specifiek Gooise problemen, die toch vrij
ver buiten onze gezichtskring vallen. Dat
doen ze inderdaad en niet alleen, zelfs
niet in hoofdzaak, omdat er een paar
honderd kilometers tussen Leeuwarden en
Hilversum liggen. Het gaat ons meer om
de aard van de problematiek van het
Gooiland. Leest men als „noorderling",
dat daar ernstig wordt gewaarschuwd (en
niet door de eersten de besten) tegen een
verdere expansie van het bedrijfsleven,
dan is het alsof we worden geconfron
teerd met de moeilijkheden in een ver en
vreemd land in onze tijd van ruimte-
vaart-experimenten en -fantasieën wel
haast op een andere planeet.
Toch is het Gooi dicht bij ons: twee uren
rijden ongeveer over de Afsluitdijk. Fries
land en het Gooi behoren tot hetzelfde
Koninkrijk der Nederlanden, binnen het
welk zich heel ons nationale leven af
speelt. Werkelijk nationaal leven bete
kent, dat wij ons niet provincie- of streek-
gewijs gedragen als eilandbewoners.
Het Gooi groeit dicht, tot eigen schade.
Het noorden kampt met een gebrek aan
werkgelegenheid, met een overmaat aan
ruimte, eveneens tot eigen schade. De
som van beide schadeposten drukt op ons
nationale welzijn. We zouden ze ook van
elkaar kunnen aftrekken, wanneer we in
staat zouden zijn het teveel aan de ene
kant over te hevelen naar het gebied
waar nu een tekort is. Leeuwarden heeft,
om het meest voor de hand liggende
voorbeeld te noemen, een industrieterrein
van 230.000 vierkante meter voor bebou
wing klaar liggen. Daar zouden heel wat
in het nauw gedreven Gooilanders een
goede plaats kunnen vinden en het lijkt
ons buiten elke twijfel, dat hier tal van
produkten even goed of misschien wel
beter kunnen worden gefabriceerd dan
daar.
Daarom geloven wij, dat er een element
van kortzichtigheid schuilt in de tijdens
het Gooise congres voorgestelde oplos
sing: een versnelde uitvoering van de in
poldering van Zuidelijk Flevoland. We
betwisten de noodzakelijkheid van dit
werk niet, maar vragen ons alleen maar
af, of deze enorme krachtsinspanning ver
antwoord is om een streekbelang te die
nen. Nieuw land creëren terwijl bestaand
land ruimte biedt is, naar ons gevoel,
een irreële vertoning in zo'n klein land
als het onze. En waar moeten straks de
werkkrachten in dit verlengstuk van het
Gooi vandaan komen? Waarschijnlijk, als
vanouds, voor een belangrijk deel uit het
zelfde Friesland, dat zijn arbeidskrachten
moet uitstoten.
Het is eigenlijk jammer, dat die dingen de grond ingaan
Wed. ALLE EISMA - LEEUWARDEN
Heerenwaltje 1 - Tel. 0 5100 23419 en 23839