mm
Om nooit te vergeten
Verbindingen-Berichten
Bevrijd Leeuwarden: Canadese tanks in de Engelsestraat
uitgevoerd.
Natuurlijk hebben deze maatregelen of
fers gekost. Represaille-offers en gesneu
velden. 'k Behoef hierbij alleen te noe
men Dronrijp en 32 gesneuvelde B.S.'ers.
In Leeuwarden was de B.S. in alarmstel
ling gekomen op 14 april 1945. De Duit
sers waren hun grote verhuizing begon
nen en probeerden zoveel mogelijk nog
mee te nemen, wat ze konden.
Op de avond van 14 april klonken de
sirenes. Alles moest binnen zijn om 8 uur.
Grote rookwolken meldden brand. Met
het Old Burger Weeshuis (aangewezen
als gewestelijk stafkwartier) ging alle be
zwarend materiaal in vlammen op. Een
poging om het postkantoor de lucht in
te laten vliegen mislukte, doordat sabo
tagegroepen de trotylkistjes hadden ver
vangen door gelijke, maar onschuldige
blokjes.
Leeuwarden werd in deze nacht bezet
door groepen van de B.S. van district X,
onder commando van de Die. en de Dol.
De resterende Duitsers werden in de loop
van de nacht en morgen in hechtenis ge
nomen en in het Huis van Bewaring op
gesloten. Ondertussen was het verband
gelegd tussen de generale staf en de dis
trictsstaf.
De gewestelijke staf werd ondergebracht
in het midden in de nacht bezette S.D.-
gebouw (nu Burmaniahuis).
Persoonlijke herinneringen zijn er natuur
lijk buitengewoon veel aan deze histo
rische nacht (14 op 15 april 1945). In de
vroege morgen werden de politieke ge
vangenen (mannen en vrouwen) uit hun
cellen verlost. Wie dat meegemaakt heelt,
vergeet het nooit weer. Plotseling klonk
daar midden in de nacht het Wilhelmus.
Deze keer niet mooi gezongen, maar op
wellend uit dankbare harten van bevrijde
mensen. Een uit de cel bevrijde dominee
dankte God voor deze wonderlijke uit
redding. Wat een ommekeer.' Natuurlijk
mochten de bevrijde gevangenen nog niet
direct naar huis gaan.
In de stad was het stil. Een stilte, die het
karakter droeg van gespannenheid. Er
waren Duitsers en er waren B.S.'ers. Er
kon van allies gebeuren. De districtsstaf
nam zijn intrek in het stadhuis.
Langzamerhand begon de organisatie te
groeien. Wat ondergronds was geweest,
kwam boven. De vooraf gegeven bevelen
werden stipt uitgevoerd.
Toen de eerste burgers 's morgens vroeg
wakker werden of niet geslapen hadden
omdat ze geweerschoten hadden gehoord,
beleefden ze d gebeurtenis van hun
leven. Eventjes naar buiten zien. Wat is
dat? Geen gevreesde, gehate Duitse uni
formen op de straat, maar 't is toch
wel waar gewapende burgers met een
oranje-wit-blauwe band om. En dan even
het raam openschuiven voorzichtig, je
kunt nooit weten en dan komt die
aarzelende vraag: Zijn we vrij? En dan
de juichtoon, die van beneden komt. Ja!
Ja! Ja! We zijn vrij!
Binnenblijven! Totdat we met de laatste
Duitser hebben afgerekend!
Daarbinnen hoor ik gejuich van dat ge
zin. We mogen weer voor de ramen staan
en kijken!
Het Burmaniahuis was één grote rommel.
Ze hadden heus de zaak niet opgeruimd,
voor ze weggingen. Alles stond kris-kras
door elkaar heen en degenen die door het
gebouw ronddwaalden, togen ogenblikke
lijk aan de arbeid en enige uren later wa
ren de te voren gedrukte papieren op de
kamers geprikt, was het grote bord bui
ten geplaatst en was er bewaking.
Aan de muur van de directiekamer prijk
te nog de toto van Herr Hitier. Dat is het
eerste werk geweest van de stalmensen.
Hitler is vrij onzacht naar beneden ge
komen en zo spoedig mogelijk vervangen
door een portret van onze koningin.
Ondertussen werd met koortsachtige
haast getracht vanuit dit gebouw de ver
bindingen telefonisch in orde te krijgen
met de gehele provincie. Dank zij de
voortreffelijke arbeid van de technische
dienst van de P.T.T. (die er natuurlijk
bijhoorde) gelukte het om na enkele uren
het verband tussen alle districten van
Friesland in orde te hebben en daardoor
de krijgsverrichtingen van de terugtrek
kende Duitse troepen te kunnen volgen.
Van alle kanten kwamen de berichten
binnen uit de provincie. De eerste dag
(15 april) kwamen er 27 meldingen bin
nen. De laatste om 23.30 uur: „Tanks kun
nen morgen (16 april) de grote weg naar
Harlingen gaan".
Terwijl in de provincie nog honderden
Duitsers probeerden te ontsnappen via
HarlingenAfsluitdijk of Oostmahorn en
hier en daar gevechten plaats vonden,