Clara Fevoena van Sytzama
W
*1 i
Twaalf
vrouwen
uit
Leeuwarden
^rinfc ietó anderól
19
Clara Feyoena, barones van Sytzama, is
op 5 april 1729 in Leeuwarden geboren,
als dochtertje van Pyrrhus Wilhelmus
en ireule Isabella Juliana Aebinga van
Humalda. Haar vader woonde eigenlijk
op Beslinga State te Friens, maar had
ook een huis in de stad. Van de state is
(helaas!) niets meer over; men weet van
de beschrijving dat het een mooi huis
is geweest en er was een beroemde tuin
bij, waarvoor de tuinbaas soms buiten
landse reizen mactkte om hier onbekende
planten en struiken voor zijn heer te ver
zamelen. Het kerkje van Friens is echter
nog waard om bezocht te worden, de
grafhorden van het geslacht Van Sytza
ma, waarop de opspringende witte een-
horns als wapendragers voorkomen, ge
ven een merkwaardige bewegelijkheid
aan de muren van het overigens niet zo
fraaie kleine godshuis.
Toen de kleine Clara Feyoena ruim een
jaar was. stierf haar moeder; zij en haar
iets oudere broertje werden door de
tweede vrouw van hun vader, Geertrui
Fuck van Burmania, weduwe Jarges, in
Groningen op het slot Belling weer opge
voed. Haar tweede moeder verloor zij
toen zij negen jaar oud was.
Met Leeuwarden heeft Clara Feyoena,
de latere dichteres,, niet veel uit te staan,
want zij heeft er nooit meer gewoond
zij wordt zo weinig als beroemde Friezin
beschouwd, dat zij niet eens in de Ency
clopedie van Friesland voorkomt maar
als kleine ingezetene heeft zij toch het
recht onder de twaalf Leeuwarder vrou
wen genoemd te worden.
Als zij eenentwintig jaar is en bij een
oom in Heemse in de provincie Over
ijssel logeert, ontmoet zij daar Isaac Rei-
JGCO 1 2 alcohol
^UCO 10-12 0/o alcohol
in flesjes van 185 cc.
èn het is lekkerI
De drank voor verlof A zaken
Wed. ALLE EISMA - LEEUWARDEN
Heerenwaltje 1 - Tel. 0 5100 23419 en 23839
nier baron van Raesfelt, zoon uit een
oorspronkelijk Munsters geslacht. Zij
trouwen op 6 september 1750 en gaan
wonen op de havezathe „De Alerdinck"
te Heino, het oude huis dat tegenwoor
dig een conferentie-oord van de Neder
lands Hervormde Kerk is geworden. Drie
jaar na hun huwelijk komt het jonge
paar op het Huis te Heemse wonen en
hier zijn zij blijven wonen tot hun dood.
Uit het huwelijk is een dochtertje, Erm-
gard Ebella Juliana geboren. Van Raes
felt overlijdt in 1780, evenals zijn doch
ter, die een man en twee kinderen ach
terlaat. De kleinkinderen zijn een tijd in
huis geweest bij hun grootmoeder Clara.
Deze overlijdt in 1807, achtenzeventig
jaar oud.
Haar jeugdportret vertoont de stereoty
pe houding en gezichtsuitdrukking, in die
tijd gebruikelijk. Zij ziet er lief uit in
haar laag-uitgesneden 18de eeuwse ja
pon. Maar liever is ons het portret, ge
maakt toen zij (pas!) veertig jaar oud
was: zo ongeflatteerd ziet zij ons van
onder het eenvoudige witte mutsje aan,
een boekje in de hand, de ganzenpennen
klaar voor de arbeid. In Groningen was
zij gewend met vele geleerden en dich
ters- geestelijk contact te hebben, in
Overijssel was dat afgelopen en het is
haar hard gevallen te wennen aan het
leven in de provincie zonder de stimu
lans van mensen uit haar kring.
Clara Feyoena heeft zeer veel gedichten
geschreven en zij is onder haar tijdgeno
ten hoog aangeslagen geweest door haar
gelegenheidsverzen en dichterlijke ont
boezemingen. Ons zeggen die verzen
niet zo veel meer; de goden en godin
nen die als stoffering nodig waren, laten
ons koud; de natuurbeschrijvingen, hoe
innig ook aangevoeld, komen ons nu ge
zwollen voor. Zulke bloemrijke gedach
ten vinden we nü overdreven.
Maar dat we in de hervormde kerk nog
een gedicht van haar zingen, is voor ons
een bewijs dat zij toch heus een dichte
res was en dat, wat werkelijk beleefd en
doorvoeld is, de eeuwen trotseert. Mis
schien slaat u het er nog eens op na,
het is gezang 73 dat getoonzet werd op
een bekende Herrntiüttersche melodie en
waarvan het eerste couplet luidt:
Wij knielen voor uw zetel neer,
wij, Heer, en al uw leden,
en eren u als onzen Heer
met liederen en gebeden.
Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot,
voor U, o Godsgetuige,
o eerstgeboren' uit den dood,
zich diep eerbiedig buige1
M. J. VAN HEEMSTRA