IN DE SPEELGOEDKAST Openbare Bibliotheek, Leeuwarden c^eeuwArber /jemeenscljAj^ De asman is in aantocht op het Europaplein 21 Het was doodstil in de kamer. Hoe kwam dat? Wel, allen zaten te eten en als je eet kun je niet praten. De poppen en kegels en dieren en kaarten, allemaal zaten ze in groepjes op het bruine zeil rondom de poppenkommetjes met aller heerlijkste poffertjes. „Au! Ik heb mij gebrand!", riep de baby pop opeens. „Dat komt omdat je nog veel te klein bent om alleen te eten", zei de pop met de blonde krullen. „Ik zal je wel even helpen." „Ik ben al aan mijn negende poffer", zei de harlekijn. „Eet jij maar niet te veel", zei de maan. „Wat ziet het er lekker uit! Kon ik ook maar wat te eten krijgen!" „Zal ik u wat komen brengen?", stelde de olifant voor. „Heel vriendelijk bedoeld, maar hoe wil je naar de maan gaan?", zei de politie agent. Ja, dat wist de olifant eigenlijk ook niet. Iedereen probeerde een mooi plannetje te maken om de maan van poffertjes te voorzien, maar telkens klonk het weer: hoe kom je bij de maan? En: het is im mers veel te ver! „Zeg eens", zei een van de kegels tegen de Zwarte Piet-kaarten, „jullie maakt je helemaal vet met die poffertjes. Overal zie ik vetvlekken." De kaarten keken heel beduusd. Ja, dat was ook zo. Ze zaten vol met vetvlekken. Wat moes-ten ze nu doen? Zou de politie agent soms raad weten? Zij gingen naar hem toe. Maar de politie-agent zei dat hij van héél veel dingen verstand had, maar dat hij niet wist hoe je vetvlekken uit een kaart haalde. De kaarten waren erg bedroefd. Wat zouden de twee kleine meisjes wel zeggen als zij met haar vriendinnetjes Zwarte Piet wilden spelen en alle kaarten zaten onder de vetvlek ken? Toen zei de maan: „Ik zal mijn stralen over de kaarten laten gaan en misschien gaan de vlekken er dan wel uit." En ja, het lukte; de maan liet langzaam haar stralen langs de kaarten glijden en één voor één verdwenen de vetvlekken. „De maan kan toveren", zeiden de kaarten en zij konden weer vrolijk zijn, nu zij zo mooi schoon waren geworden. „Ik voel mij zeeziek", zei de negerpop heel zachtjes. „Dat komt omdat je veel te veel poffer tjes hebt gegeten", zei het springtouw. „Ga maar even rustig languit op de grond liggen, dan gaat 't wel over. Want een dokter hebben we hier niet." De negerpop ging liggen onder de tafel. De volgende maand zullen we zien of dat hielp. MAJA VAN HEEMSTRA Letterkunde: R. M. Albérès: Sartre. J. H. Cartens: Jan Engelman. H. Claus: Mama, kijk, zonder handen! Een komedie in vier be drijven. Th. Govaart: Simon Vestdijk. R. de Luppé: Albert Camus. E. G. Molnar: Hoort gij mensen; gedichten van de angst. H. Mulisch: Tanchelijn; kro niek van een ketter; geen historisch to neelstuk in vijf bedrijven. J. Walra- vens: Waar is de eerste morgen? De levende experimentele poëzie in Vlaan deren. -v Maandblad onder auspiciën van de Stichting „Leeuwarder Gemeenschap 9ejaarg.no. 7 juli 1960 Redaktie-commissie Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling H. Kingmans Pater H. W. Dijkman O.P. J. T. Vellenga Redakteur W. H. Kuipers Tel 28203 Aanwinsten juni 1960 Romans: S. P. Akkerman: De lange reis van Jil- derd Hóeneveld. Hans Apdreus: Be zoek. Anonymus: En de laarzen dreu nen weer; een hedendaagse politieke roman. A. C. M. Baandijk: 5 maal 8 grijpt in! Politie-ervaringen uit de grote stad. D. Buzzati: Het huis met de zeven verdiepingen, (novellen). I. van Dulle- men: De schaduw .van de regen. A. Frank: Verhalen rondom het Achterhuis. H. S. Haasse: Cider voor arme men sen. W. F. Hermans: Moedwil en mis verstand; novellen. J. Hersey: De oor logsvriend. A. Horodisch: De legende van rabbi Elia den Eenvoudige. G. Johnson: De vijf pennies; het levensver haal van Red Nichols. C. McCullers: Het hart is een havik. G. Nyquist: Maan boven Munkeby. M. Ondei: De grootvorstin. C. J. Ooms-Vinckers: De vlam die niet verteert. (Een Nederlands Joods student helpt bij de opbouw van Palestina). F. Oyono: De oude neger en de medaille. L. Rinser: Totdat de dag aanbreekt. A. Schwarz-Bart: De laatste der rechtvaardigen. P. Sebas tian: De geneesheer-direkteur; roman over het leven van een arts. J. S. Stawinsky: Het riool; zij hielden van het leven. F. A. Venter: Man van Cyrene. A..Wass: Het verloren spoor. E. N. Widoc: Een doodgewoon gezicht. H. Wolf-Catz: Diepzee. E. Zabel: Catha- rina de Grote, Tsarina van Rusland. Adres Administratie Voorstreek 101-103. Telefoon 22046 en 22047 Redactie Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141 Abonnementsprijs f 1.80 per jaar Giro-nummer 809910 ten name N.V. Erven Koumans Smeding, Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1960 | | pagina 21