„Camping;" op IJsbaanterrein meer <lan lOttO gasten 11 Gemeenschap. Is het op zichzelf erg dui zend gulden toe te leggen op een derge lijke voorstelling? Niet wanneer een groot publiek er tegen een redelijke prijs van profiteert en men, om de toegangs prijs voor ieder betaalbaar te maken, een deel der kosten uit andere bronnen put. Komen duizend mensen naar het ballet kijken en is er desondanks een tekort van duizend gulden, dan heeft elke be zoeker een onzichtbaar subsidie van één gulden ontvangen.. Maar hier moest (wanneer we het tekort op duizend gul den stellen) per persoon meer dan zes en een halve gulden worden bijbetaald. En dat is met geen redenering te verde digen. We kunnen ons omstandig gaan verdie pen in de oorzaken van het tanen van de publieke belangstelling en bijvöorbeeld de hele of gedeeltelijke schuld werpen op de televisie, met dit alles komen we echter niet verder. Het enige wat we op dit moment moeten constateren is, dat de animo en de materiële mogelijkheden om in Leeuwarden iets op touw te zetten duidelijk beginnen te tanen. Het is zeer de vraag of er volgend jaar weer Lust hofavonden zullen worden gehouden, het lijkt niet waarschijnlijk dat er in het komende seizoen weer gedanst kan wor den in de Beurs, er zijn geen plannen voor grote evenementen zoals tentoon stellingen en dergelijke. Wat kan er gebeuren? Maar inmiddels blijft men zeer te recht roepen om meer activiteit en meer vertier. Men doet dit in het wilde weg of met concrete gedachten. Twee vragen dienen in alle duidelijkheid ge steld en beantwoord te worden, wanneer we willen ontkomen aan de doem van een op dit punt dode stad. De eerste vraag is: In welke richting gaat de belangstelling van het grote publiek? Wat kunnen wij doën om de mensen op een plezierige manier bezig te houden? In dit verband menen we ook aandacht te moeten vra gen voor het verschil tussen de tijde lijke en de blijvende attractie: de Sport week en de Kinderboerderij, als voor beelden. We zijn hier de laatste tijd nog al geneigd ons uit te putten, ook linan- cieel, in evenementen, die vrij kostbare maar tijdelijke voorzieningen vragen. Er heelt nu al tweemaal een fontein op het Europaplein gestaan, maar dit plein is ,,door de dag" nog even kaal (algezien van bebouwing en beplanting) als voor heen. Met het geld dat hiermee gemoeid is geweest zou een permanente fontein op dit plein niet te betalen zijn geweest, maar wellicht wel iets anders van blij vende aard. En zo komen we dan tot de tweede vraag: Alles wat we willen kost geld. Komt dit geld er uit en, zo nee, waar halen we het tekort vandaan? De eenvoudigste oplos sing lijkt doorgaans de gemeente voor de kosten te laten opdraaien, maar dit moet toch eigenlijk het laatste redmiddel zijn. Deze twee vragen lijken ons belangrijk genoeg voor een beantwoording door onze lezers met belangstelling voor en ideeën omtrent de mogelijkheden tot ver levendiging van onze stad tijdelijk of blijvend. Wanneer u uw opvattingen daaromtrent op papier wilt zetten en ons toesturen, dan zullen wij, naar vermogen, tot publikatie daarvan overgaan. Wij verzoeken u daarbij (om ons van de plicht tot bekorting te ontslaan) beknopt te zijn en ons toe te staan uw volledige naam te publiceren. Dit laatste omdat wij van opvatting zijn, dat de mening van een persoon wel en van een paar letters niet de moeite van publikatie loont. Voor uw brieven houdt zich aanbevolen: Redaktie „De Leeuwarder Gemeenschap", Raadhuisplein 32, Leeuwarden. Vraag en antwoord Wij vragen in dit artikel uw opvatting omtrent de mogelijkheden tot ver levendiging van onze stad door het organiseren van tijdelijke of blijvende attracties. Een moeilijke vraag, door de droeve omstandigheid, dat de publieke belang stelling voor openbare evenementen een sterke daling vertoont. Dat heeft ook ernstige financiële consequenties. Maar (juist daarom) een vraag, die een antwoord waard is. Dit antwoord willen we graag van u ontvangen en we hopen het in het volgende nummer (een der volgende nummers) te kunnen publiceren. Leeuwarden heeft sinds ver leden jaar een eigen „cam ping" en wel op de Ijsbaan aan de Bleekerstraat. De plaats is misschien niet zo gunstig, want het lage terrein is gauw drassig en de toegangs-straat is geen riant stukje Leeuwar den, maar met de noodzake lijkste voorzieningen is het wel in orde. Er is zelfs een restaurant van bescheiden al lure, zodat de kampeerders bij slecht weer ook hier hun toevlucht kunnen nemen en bovendien naar de televisie kunnen kijken. Kampbeheer der C. Harms en zijn vrouw fungeren hier en op het ter rein als gastheer en gastvrouw en de goede verstandhouding met de kampeerders manifes teert zich in het groeiende aantal prentkaarten van gas ten, die na hun bezoek als vrienden vertrokken en daar van getuigden door het zen den van zo'n postale groet. Zouden allen die één of meer nachten op de Leeuwarder „camping" verblijven deze De penningmeester van VVV Leeuwarden, de heer J. Fed- dema, overhandigde aan de duizendste bezoekers van de Leeuwarder Camping" enige herinneringen aan de stad en Friesland. Het waren de heer en mevrouw Rose uit Winsen bij Hamburg. goede gewoonte volgen, dan kon de heer Harms alleen dit jaar al op meer dan duizend prentkaarten rekenen. Want het ronde getal duizend werd enige weken geleden al be reikt en het bestuur van VVV Leeuwarden achtte zich geroe pen de (Duitse) kampeerders met dit inschrijvingsnummer een paar aardige presentjes te offreren. En dit grote aantal kaarten zou bovendien uit alle delen van de wereld binnenkomen, wanneer de afzenders met het versturen daarvan wachtten tot hun thuiskomst. Het gas tenboek vermeldt uiteraard tal van landgenoten, maar daar naast staan bezoekers uit zeer vele landen genoteerd: Duits land, de Skandinaafse landen, Engeland, België, Frankrijk, Italië, de Ver. Staten, Zuid- Afrika, Noord-Afrika, Austra lië, Nieuw-Zeeland. Dit alles levert het verheu gende bewijs, dat de „cam ping" te Leeuwarden in een duidelijke behoefte voorziet en een waardevol steunpunt voor het vreemdelingenver keer is geworden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1960 | | pagina 11