Wij en liet
De kinderen zetten de pick-up op de
plaat en laten, met alle sluizen der elek
tronica open, de Freddies en Connies
door het huis schallen. De Freddies en
Connies behoren tot de luidruchtige fa
vorieten van onze zogenaamde „teen
agers". Er zijn altijd jongelui van 10 tot
19 jaar geweest, maar ze hebben het
eeuwenlang zonder speciale aanduiding
moeten doen, tenzij men het onwelvoeg
lijke „snotneus" als zodanig kon be
schouwen. In dat woord zat echter een
sterk element van discriminatie, dat niet
alleen betrekking had op de onderhouds-
toestand van het ruik- en snuiforgaan.
„Teenager" nochtans is niet als kwalijke
kwalificatie bedoeld, het is van leeftijds
tot soortaanduiding geworden. Een soort
van jonge mensen, die door de wereld
der echte volwassenen niet wordt be
grepen en alles in het werk stelt om niet
begrepen te worden.
De grote en gemeenschappelijke karak
teristiek der „teenagers" zien wij, met
ons onbegrip, in hun hang naar lawaai.
Dit artikel wordt, met veel talent en/of
veel vocaal vermogen, geleverd door de
Freddies en Connies, gesteund door de
hele grammofoonnegotie, die tegen ci
viele prijzen al dit bloedstollend lawaai
offreert. En wij, ouderen, zitten er bij
en begrijpen het niet. En wij weten, dat
wij in ons onbegrip dienen te berusten.
Dat is het verschil met vroeger. In onze
jonge jaren was onder meer de heer
Kovaks Lajos in zwang. Ook hij zag kans,
met de hulp van een aantal muzikaal ge
schoolde heren, een groot lawaai te pro
duceren. Maar onze ouders draaiden ge
woon de radio uit wanneer het hen ver
veelde of dol maakte. Probeert u dit
eens te doen, geachte ouders van een
„teenager", wanneer het zaterdagmiddag
voor de radio tijd is voor deze bevol
kingsgroep. Uw eigen kroost ontzet u uit
de ouderlijke macht.
Komt de „teenager" tot volledige rijping,
dan schaft hij zich een bromfiets aan. De
koddige officiële aanduiding voor een
bromfiets is: „rijwiel met hulpmotor". In
werkelijkheid is het meestal een motor
met hulprijwiel. En wat is er geworden
van het beschaafde brommen? Het is ge
worden tot een knetterend lawaai, waar
bovenuit onze goedbedoelende en tot be
teugeling gezinde wetgever Zijn stem
niet meer kan verheffen. De teenageri-
aanse heerlijkheid van de bromfiets is
tweedelig. Om te beginnen stelt hij de
jonge berijder in staat zich ongeremd
een plaats in de samenleving te verove
ren en daarbij komt alweer het vermo
gen om op mechanische wijze de diep
gevoelde behoefde aan lawaai te bevre
digen. Tussen de open knalpot van de
brommer en de grammofoon bestaat een
grote verwantschap: beide roffelen met
het geweld van stoomhamers de stilte en
de rust in puin
En op deze puinhoop leven wij verder
wij ouderen, die soms nog wel eens me
nen, dat deze wereld ook een klein beet
je van ons is. Wij die nog wel eens stilte
begeren, maar geen kans krijgen. Want
wij worden gehuisvest in flats, waar on
ze moeilijk te verwerven stilte slechts
kan dienen om het lawaai der buren
beter te horen. Wij worden in koffie
huizen gekweld door de juke-box of de
radio. En wanneer wij ons wenden tot
de natuur, alwaar de mens volgens de
traditie kracht kan putten uit de rust,
dan luisteren wij niet meer naar het rui
sen van de wind en het zingen van de
vogels, maar naar de draagbare radio
van anderen, die deze verdoemde uitwas
van de electrotechniek gebruiken om te
demonstreren, dat wij bezig zijn onder
te gaan in het lawaai.
Denkt u daar eens over na in stilte,
wanneer u de kans krijgt.
De organisatie „Levensvreugd" heeft mevrouw A. Visser-Van Zwol (Mariahof 9) een
dubbele kermisverrassing bereid. Als langdurige patiënte kreeg ze een televisietoe
stel aangeboden en deze plechtigheid kreeg bijzondere luister door de aanwezigheid
van een artist, die ze ongetwijfeld ook nog wel eens op het beeldscherm te zien zal
krijgen: Rudi Carrell. De „man op de achtergrond" was de heer F. D. M. Braams, die
het toestel aan „Levensvreugd" had geschonken. Ook op deze foto fungeert de heer
Braams als man op de achtergrond.