Wat kan er gebeuren/1 Er gebeurt te weinig in Leeuwarden Wij willen uw opvatting graag publiceren 9 Er gebeurt te weinig in Leeuwarden dit is de veel gehoorde klacht, die ongetwijfeld een grond van waarheid heeft. Wel hebben we hier van tijd tot tijd evenementen van zeer uiteenlopend karakter en van zeer uiteenlopend gehalte, maar deze gebeurtenissen leveren geen vaste basis op voor het plaatselijke culturele leven en het vertier voor stadgenoot en vreemdeling. Bovendien is het bezwaar, naar onze mening, dat dergelijke evenementen altijd door een zeer beperkte kring van stadgenoten moeten worden georga niseerd of op z'n minst aangemoedigd. We mogen noemen het bestuur van V.V.V. Leeuwarden, de Stichting Leeuwarder Gemeenschap en de verenigin gen of comité's, die de organisatie van (jaarlijks) weerkerende gebeurtenis sen tot zich hebben getrokken, zoals Oranje Nationaal. Komt men, naar het aantal organisaties gemeten, nogal enige verscheidenheid tegen, hoe klein het kringetje is blijkt wanneer men de daarin zittende personen opzoekt. Dan kan men allerlei doublures constateren en dan blijkt de spil waaromheen dit deel van het plaatselijke leven draait, wel zeer dun te zijn. We denken hier, zoals gezegd, aan de plaatselijke evenementen; gebeurtenis sen dus, die afzonderlijk worden opgezet en waarvan het voortbestaan dus niet bij voorbaat is verzekerd, voor zover dit al de bedoeling kan zijn. Het gaat om ten toonstellingen, bijzondere manifestaties, de dansavonden van de Stichting Leeu warder Gemeenschap op zaterdag in de Beurs, de Lusthofavonden in de Prinsen tuin, de recente Sportweek enz. Al deze plaatselijke evenementen komen voort uit het beperkte groepje „activisten", die het devies dat er in Leeuwarden iets moet gebeuren in de praktijk brengen. Dat is allemaal zeer prijzenswaard en de organiserenden hebben geen moeite de moed en het enthousiasme voor dit werk op te brengen, zo lang hun werk tot positieve resultaten leidt. Niet alleen dat ze de zekerheid moeten hebben iets goeds tot stand te brengen, maar ook moet dit werk worden gedragen door het besef, dat het in een behoefte van het publiek voorziet. Aan het eerste hapert het doorgaans niet, want we hebben heds niet te kampen met duidelijke wanpres taties, maar wel doemt hoe langer hoe meer de kwellende vraag op of de pu blieke belangstelling dit werk nog wel rechtvaardigt. Op dit punt zijn de ervaringen van de laatste tijd ronduit slecht. De voetbal wedstrijd Flamengo (Brazilië)Rot Weiss (Essen), die topvoetbal van wereldfor maat in Leeuwarden bracht, trok niet meer mensen dan een matig bezochte wedstrijd van „Leeuwarden". De Lusthof avonden gaan niet alleen aan het slechte zomerweer, maar ook aan het gebrek aan belangstelling ten gronde (het diepte punt was een balletvoorstelling met on geveer.... 150 bezoekers), de dansavon den van „De Leeuwarder Gemeenschap" hebben het laatste seizoen veel te weinig bezoekers getrokken om zelfs de meest elementaire kosten goed te maken. De dalende tendens vertoont zich ook in het kulturele leven, zoals bij het toneel, waarbij „Kunst aan Allen" een duidelijk voorbeeld levert van de groeiende moei lijkheden. Animo en geld Het is niet te verwonderen, dat de ani mo er op deze manier uitgaat en we heb ben al laten blijken, dat slechts weinigen de animo hoeven te verliezen om een moeilijk op te vullen leegte te doen ont staan. Bovendien is het organiseren van evenementen niet alleen een kwestie van animo, maar ook en vooral van geld. Wanneer commerciële belangen ontbre ken, dan is de zaak zelfs gezond wanneer een duldbaar verlies wordt geleden, mits dit geld voorhanden is. Daaraan hoeft het meestal niet te ontbreken, want de organisaties beschikken wel over enige middelen en bovendien klopt men door gaans niet vergeefs aan bij het gemeente bestuur, dat vrij vlot is met het verlenen van garanties. Maar de eventuele tekor ten moeten uiteraard binnen de perken van de redelijkheid blijven en bovendien moet een dergelijke uitgave in een ver antwoorde verhouding staan tot het aan tal mensen dat er van profiteert. Het te kort van de balletavond in de Prinsen tuin met 150 bezoekers ligt ver boven de duizend gulden. Dit bedrag moet voor de helft door de gemeente worden bijge past en de rest is voor rekening van V.V.V. Leeuwarden, de Theeschenkerij Prinsentuin en de Stichting Leeuwarder Het nieuwe instructiebad van „De Overdekte" een waardevolle en reeds lang noodzakelijke uitbreiding van deze inrichting.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1960 | | pagina 9