Als er één schaap over cle dam is krijgt groot aandeel in de ontwikkeling van ket Noorden 3 Leeuwarden In oktober 1958 werd de eerste „Kernweek" gehouden van het toen pas gevormde comité „Leeuwarden-Frieslands Kern". We leefden toen nog in de' sfeer van de prille wenselijkheden; de regering had pas aangekondigd, dat in het noorden'van het land een aantal industriële ontwikkelingskernen voor bijzondere financiële faciliteiten ten behoeve van een verdergaande industrialisatie in aanmerking kwam. Tot die kernen behoorde in Friesland uiteraard Leeuwarden en het behoefde geen ministerieel betoog, dat de Friese hoofdstad de belangrijkste daar van in deze provincie moest worden. Daarna is een vrij lange periode van afwachten gevolgd, maar het was geen passief afwachten. Er werd pro paganda gemaakt en naar alle kan ten werden de voelhorens uitgestoken. Inmiddels werd in het westen van de stad het nieuwe industrieterrein vol tooid. Naar buiten werd slechts weinig be kend van wat zich binnenskamers (in het bijzonder in het Stadhuis) af speelde. Dat kon ook niet, want het gemeentebestuur was in het bijzonder discretie verschuldigd aan de indu striële belangstellenden, die hier kwa men kijken en praten. Bovendien: dit kijken en praten hoefde allerminst tot de begeerde gevolgen te leiden, want er is in heel het land een groot aan tal gemeenten met industriële ambi- ties, die alle hun specifieke aantrek kelijkheden en onaantrekkelijkheden hebben. Van oktober 1958 tot kort geleden heeft het grote publiek eerder de in druk gekregen dat er in Leeuwarden weinig van de verdere industrialisatie terecht zou komen dan dat hier grote dingen stonden te gebeuren. Die in druk werd nog versterkt door de om standigheid, dat kleinere Friese ker nen zich konden beroemen op beperkte successen, toen er in Leeuwarden nog niets aan de hand was. Toen kwam het bericht over de vestiging van een nevenbedrijf van „De Oude Delft" te Delft in Leeuwar den. Het sprak wel aan, maar werkte niet sterk op de verbeeldingskracht van de bevolking, omdat de vestiging althans aanvankelijk, een beperkte om vang zou krijgen. „De Oude Delft" is nu eenmaal geen bedrijf, dat op de binnenlandse markt aan de weg tim mert. Daardoor vooral kreeg deze ves tiging slechts een beperkt reliëf, ter wijl zij deze toch waarlijk wel verdien de. Want deze optische industrie heeft, op grond van zijn technische toppresta ties, een naam in heel de wereld. De ze, bescheiden vestiging betekende vooral, dat dit bedrijf, met zijn zeer strenge personeels-selectie, goede ver wachtingen heeft van de Friese ar beidskrachten. De grote „bovenslag" was het be richt, dat Philips-v.d. Heem in Leeu warden een stofzuigerfabriek gaat op zetten, waarvan de toekomstige perso neelsbezetting op zo'n duizend man kan worden gesteld. Hier kwamen twee bekende industriële namen in het nieuws, hier werd meteen gezegd, dat een groot aantal mensen werk in de nieuwe vestiging zal kunnen vinden. Worden de plannen volledig gereali seerd, dan wordt dit bedrijf, naar de omvang, het tweede van Leeuwarden. Vooral dit bericht bepaalt de sfeer van de tweede „Kernweek", die in de ze novembermaand wordt gehouden. Het afwachten heeft plaats gemaakt voor de zekerheid, dat in Leeuwar den belangrijke dingen staan te ge beuren. Want het zal niet blijven bij „De oude Delft" en Philips- v. d. Heem. Centrum van industriële bedrijvigheid in het oosten bij het Nieuwe Kanaal.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1960 | | pagina 3