:uliureel leven
i
ff
11
tuerried. Dit bureau beheert ook het Pier Pander
museum, wat de gemeente in 1960 op f 9300 kwam
te staan.
Behalve de schilderijen en tekeningen in stadhuis
en secretarie, bezit de gemeente kunstvoorwerpen
zoals o.a. fraaie Chinese, die. tezamen met die van
de Ottema-Kingma Stichting in het Princessehof,
beheerd worden door de rechtstreeks onder b. en
w. staande conservator.
Genoemd mag ook worden de Schoonheidscommis
sie, die op architectonisch gebied probeert het le
lijke aan het exterieur van nieuwe of te verbou
wen panden te weren. De rijksregeling, dat men
1 °/o (bij een afgeronde kunstopdracht lV2°/o) van
een bouwsom mag besteden aan toegepaste kunst,
zoals muurschilderingen, glas-in-lood enz., kwam
en komt in onze stad voornamelijk scholen ten
goede. Verscheidene, zowel bijzondere als ge
meentelijke scholen en rijksscholen, hebben van
deze regeling geprofiteerd.
In 1957 is er een commissie voor monumentale
kunst geïnstalleerd, die b. en w. adviseert hoe de
stad te verfraaien is. Zij werkte tot nu toe mee tot
het aanbrengen van een versiering aan de buiten
kant van een flatgebouw aan de Schieringerweg.
De gedachten van deze commissie zullen zeker
gaan naar o.a. wijkverfraaiing, naar wat er op het
gebied van stadsschoon nog aan de uitbreidings
plannen gebeuren kan en bijvoorbeeld ook naar
een versiering van het Europaplein.
Bij alles wat er op het culturele gebied in Leeuwar
den gebeurt, ligt hier ongetwijfeld een ruim terrein
braak voor verdere bewerking. Dat het hierbij niet
alleen om de goede wil, maar ook om het beschik
baar zijn van geld gaat, is wel duidelijk.
Van Gerrit Benner's vroegere kunst is niet veel
meer overhij vernietigde het in een bui van moe
deloosheid bijna allemaal zeil. In het verlengde
van de hal van ons raadhuis, de garderobe, hangt
een pastel van hem uit 1939. Hoewel niet een heel
vroeg werk, behoort het toch tot de zeldzame stuk
ken. Samen met de vijl andere (later gemaakte)
gouaches heelt de gemeente een waardevol bezit.
Benner heelt in dit werk de wasdom en de warmte
van de volle zomer willen beelden. In de zware
bladerkroon van de knotvrilg en het prachtig ver
deelde warme licht is dit duidelijk te zien.
Zo eenvoudig als het stuk van Benner, zo druk is
het olieverlschilderij van de Leeuwarder Jan van der Bij.
Het stelt de zaterdagmarkt op de Nieuwe Buren voor.
In leestelijke kleuren vertelt het aan de wand
op de aldeling Algemene Zaken van het stadhuis
van het gekrioel der mensen op de markt.
Er is meer op te zien en het is gemakkelijker te begrijpen
dan het werk van Benner. De kleuren verleggen
in werkelijkheid het accent een weinig van het illustratieve
naar het vrolijk-expressieve.