in Leeuwarden
31/4
Coöperatieve Boerenleenbank „L E E If W A R D h N. X.
33/4
Café Restaurant De Beurs
Hotel Lunchroom Siderius
17
Het was buiten nog donker, 't Conducteurtje
Klessebes stak zijn lantarentje aan en deed de
deur van de schuur open waar zijn treintje
's nachts altijd stond uit te rusten van de op
windende dag-reizen. Het treintje woonde daar
niet alleen. Een witte geit en een dik rose var
kentje sliepen ook in de schuur.
Klessebes deed met een zwaai de houten deur
open, maar de boze wind blies die meteen weer
dicht. Tot driemaal toe trok Klessebes aan de
deur, en tot driemaal toe gooide de wind die
weer dicht. Klessebes werd er boos van. Toen
nam hij een touw, bond dat aan de kruk van
de deur en voordat de wind er erg in had, was
de deur stevig aan een boom vastgebonden en
toen kon de wind er lekker niets meer aan
doen. Met zijn lantarentje ging hij de donkere
schuur binnen.
Mekker-de-mekker-de-mek" zei de geit en zij
stak haar kop om de rand van het hok.
„Ja, ik kom zo bij je, hoor!" zei Klessebes,
„eerst het treintje wakker maken."
Maar hoe maak je nu een treintje wakker?
Dat doe je zo: je trekt alle deurtjes van de
wagentjes open en je gooit ze met een bons
weer dicht. Dan strijk je de locomotief zachtjes
langs de buitenkant en je zegt driemaal: „Nu
gaan we weer rijden, nu gaan we weer rijden,
nu gaan we weer rijden!" En als de locomotief
dan even tegen je zucht, dan weet je dat de
trein wakker is. Zo deed Klessebes dan ook,
en de trein zuchtte even.
Toen ging Klessebes naar het geitenhok, maak
te dat open en Wina de witte geit sprong naar
buiten de donkere tuin in. Daarna ging Klesse
bes naar het hok van Snorkeltje, de dikke rose
big, maar die lag zo vast op één oor te slapen,
dat Klessebes het zonde vond hem wakker te
maken.
Nu was 't wat lichter geworden en Klessebes
kon de kaars in zijn lantarentje uitblazen. Hij
maakte de schuifdeur van het goederenwagen
tje open, blies op zijn fluitje en riep: „Rijden
maar!" Er gebeurde echter niets. Klessebes
krabde zich eens op het hoofd, blies nog har
der op zijn fluitje, riep heel hard: „Rijden
maar!" Maar er gebeurde nog niets.
Dat begrijp ik niet, dacht Klessebes. Waarom
rijdt die trein nu niet? Hij stapte uit de goede
renwagen, liep langs de wagentjes, keek eens
of alle wieltjes er nog wel aan zaten want
als de wieltjes kapot zijn, kan geen trein ooit
rijden! Alle wieltjes zaten eraan, dus dat was
't ook niet.
Opeens kreeg hij een brede grijns op zijn ge
zicht: „Och, ik heb vergeten de machinist wak
ker te maken en nu wil de locomotief niet
rijden!" Hij liep vlug naar buiten en klopte op
de deur van een klein huisje naast de schuur.
„Hallo! Brammetje Bos, hallo, word eens wak
ker, de trein moet rijden!" Er klonk een vrolijk
gesnurk uit het kleine huisje, maar Brammetje
Bos werd niet wakker. „Ik zal eens fluiten, dat
helpt vast en zeker", zei Klessebes en hij floot
heel hard voor het open raam van 't huisje.
Dat hielp! Met een sprong was Brammetje Bos
uit zijn bed, hij schoot in zijn uniform en met
zijn gele pet onder de arm stoof hij het huisje
uit en sprong achter op de locomotief.
„Waarom maak je mij zo laat wakker?" mop
perde hij tegen Klessebes. „Juffrouw Mangel-
moes moet naar de markt en nou komt zij vast
te laat." Hij begon gauw een vuurtje te stoken
in de locomotief want hij had geen elec-
trische trein, maar een stoomtrein.
MAJA VAN HEEMSTRA
O/
/O rente voor dagelijks opvraagbare
spaargelden
'/q rente voor spaargelden voor één
jaar vast
O
Hoofdkantoor:
SPANJAARDSLAAN 160
Bijkantoor:
VERLENGDE SCHRANS 35
Telefoon 26048 (beide kantoren)
Wirdumerdijk 43
Telefoon 26562
Mochi U hei nog niet weien,
bij ons kunt U lekker eien
Wirdumerdijk 31 Telefoon 23564