kunst en doet aan grafiek 11 de ruimte. Ik werd mij er ook bewust van mijn bijzondere interesse in de opbouw der dingen, het materiaal-gebruik en de eigen schappen van het materiaal. Toen herinner de ik mij ook dat het mij bij het bouwen met meccano meer ging om iets goed en stevig in elkaar te zetten dan om een aardig ding te maken. Zo is het nu ook bij boetseren: de constructie interesseert mij buitengewoon. Een kunstwerk moet immers in elk stadium constructief goed zijn en zonder een logische opbouw lukt dit niet. Niet alleen de opbouw van een ding tot een beeld heeft mijn volle dige belangstelling, ook alle verdere bewer kingen, zoals het afgieten in gips vele an dere leerlingen hadden er een hekel aan, ik niet vind ik fantastisch werk. Natuurlijk weet ik wel dat het ambachtelijke remmend kan werken bij het maken van kunst. Het construeren moet dan ook altijd een middel blijven en geen doel zijn. „Men moet tenslotte tot een expressie van gevoelens komen en dat kan men met loute re constructie niet. Tot het uitzeggen van emo tie komt men sneller bij het schilderen en tekenen dan bij de beeldhouwkunst. Ook bij de grafische vakken vond Auke het verkennen van de mogelijkheden en de steeds onverwachte resultaten interessant. Te meer is zijn interesse grafisch gericht, om dat hij van de lijn houdt. Daarom tekent hij veel met pen en inkt en sjouwt als militair, als het even kan, daarvoor zijn schetsboek mee. De scherpe, klare en krachtige inktlijn vindt hij mooi. Het tekenen op zichzelf vindt hij heerlijk. „Als ik goed nadenk" vertelt hij verder „is de liefde voor de lijn ook altijd aanwezig ge weest. Behalve zichzelf ontdekken leert men op zo'n opleiding als de kunstnijverheidsschool erg veel van het werk van zijn anders ge aarde en verschillend werkende medeleerlin gen. Ondanks dat men er wel erg in een vast patroon geduwd wordt men was er eigen lijk nooit vrij kreeg men er door de les sen der verschillende leraren toch ook weer duwen in verschillende richtingen. Misschien is het daarom dat er noch van een bepaal de stijl, noch van een bepaalde richting in de kunst sprake is. Men moet immers alles nog tot op de bodem proberen voor men zijn eigen weg kiest. Men zit toch al te gauw vast aan een bepaalde manier van doen. Wat we maak ten was eigenlijk proberen. Wanneer men nu zou gaan schiften blijft er een bedroefd klein beetje van waarde over. Nog tijdens zijn studie in Groningen maakte Auke kennis met Alfred van Werven uit De- demsvaart. Van Werven had de academie te Rotterdam afgelopen en een extra grondige kunstnijverheidsopleiding genoten aan het Bauhaus te Dessau. Toen hij op eigen benen stond maakte hij monumentale kunst zoals wandschilderingen en sgraffitto, o.a. een gro te wandschildering in de kantine van de Con dens, ook geeft hij als binnenhuisarchitect ad viezen. Bladerend in Auke's schetsboek troffen wij onder andere dit fraaie en vlug gemaakte schetsje aan. Met een gewone pen en wat inkt kwamen, naar aan leiding van een liedje van een jongen en een dolfijn, wat lijntjes op het papier, die een sprookjesachtige diep zeewereld verbeelden. De enkele dingen, zoals vissen, schelpen, plan ten en een mannetje, groeiden al tekenend tot een paar bijzonder interessante groepjes, die helderder dan veel woorden Auke's beheersing van een vlak en zijn speelse sierlijkheid verraden. Sinds een paar jaar heeft Auke bij Van Wer ven de kunst afgekeken en het handwerk ge leerd. Hij stak bij Van Werven een massa op en vond er zijn tweede tehuis. Zijn kennismaking met het kunstenaars-be staan bracht hem enkele gezonde ideeën bij zo als: Ben kunstenaar is misschien bijzonder ontvankelijk voor cultuur-invloeden, maar dit geeft hem nog niet het recht er maar op los te leven; een kunstenaar is ook maar een ge woon mens en geen wereldhervormer; hij is en blijft een zoeker, wanner hij denkt er te zijn heeft hij kans dat de kwaliteit van zijn werk gaat verminderen. Een zich bewust buiten de maatschappij plaatsen lijkt Auke verkeerd. Een samengaan van kunst en leven lijkt hem geboden. Het is daarom niet te verwonderen dat Auke Schuurmans graag nog een poosje in het Bau haus te Ulm zou willen studeren, en langdurig en grondig varend, zwervend en werkend zoals vorig jaar een anderhalve maand naar en in Zweden, de wereld zou wil len verkennen. Ook is, voor de gedachte zich in Friesland te vestigen vaste vorm gaan aannemen, er nog het aanbod om een tijd op een atelier in Enschedé te gaan werken. In ieder geval is Auke's artisticiteit er borg voor dat, na zijn wandschildering in het Buurt- gebouw in de Notenstraat in onze stad, er nog meer monumentale kunst van hem zal ver schijnen. E. K.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1961 | | pagina 11