DE WINNAAR VAN HET SONGFESTIVAL 5 er meer over te weten te komen. Ik moest het adres hebben, want ons jongetje moest die medicijnen hebben. Het gaf niet wat het kostte, dan moest ik zelf alle dagen maar een paar sneden brood minder hebben Ik heb nooit antwoord gekregen. Toen ben ik met het blad naar de dokter gegaan. Die heeft tegen mij gezegd dat het niet waar was, wat daar stond. Ik was radeloos. „Wilt U mij dan niet helpen? Wilt U mijn kind dan niet beter maken? Wilt U dan niet zien dat U die medicijnen krijgt?" „Mevrouw, ze zijn er niet". Maar ik ben heel kwaad op de dokter ge weest. Ik hoop nu nog steeds dat er geneesmidde len gevonden zullen worden voor mijn jongetje, voor al deze kindertjes. Er is nog wel veel meer van Deddie te ver tellen. Van het jaar, dat hij naar de kleuterschool is geweest, van de kleuter juf, die het Ded die's moeder niet kon weigeren, toen deze vroeg of hij bij haar naar school mocht gaan. Ik weet zeker, dat deze juf wel veel van hem zou weten te vertellen Deddie mocht zo graag met water spelen Nu gaat hij naar school, de school voor zul ke kindertjes hij is nu bijna acht jaar. U denkt misschien eens even aan Uw jonge tje of meisje van zeven of acht. In welke klas zit hij nu? Hoe was haar laatste rap port? Deddie's moeder is zo blij, dat hij toch echt wat begint te zeggen U denkt nu misschien even aan de eindeloze verhalen van Uw kleine krullebol, die nu met een blos op de wangen te slapen ligt Gelukkig, als Deddie 's avonds gewassen is en zijn pyama aan heeft, dan gaat hij lief kusjes brengen en is heel gauw „vertrok ken". Soms komt hij bij moeder en zegt: „stuk- kent" en dan weet moeder het wel. En als hij op de dag een kusje komt brengen is moeder ook niet erg zeker Vorig jaar, in de zomervacantie had Ded die een bal gevonden op het gangetje. In de keuken stond het eten op het brandende pe troleumstel, dat pas gevuld was. De keu kendeur stond open. Deddie kan voetballen, zo goed hij klimmen kan! Toen is de bal tegen het brandende pe troleumstel gekomen, Er is gelukkig geen brand van gekomen want vader, die thuis was, heeft een deken over het stel gegooid. Maar alles zat onder de zwarte walm. En dezelfde dag, dat Deddie's ouders naar hun vacantiehuisje zouden gaan, is moeder be gonnen het zwartsel van zolder en muren af te nemen. Neen, er is geen echte brand gekomen, en toen moeder aan Deddie heeft gevraagd: „Wie heeft dat gedaan?" heeft Deddie eer lijk opgebiecht: „Ikke". Toen heeft hij een kusje gegeven, en gekregen. En hoe hij laatst weg is gekomen, de straat op, we weten het nog steeds niet. Maar als hij de kans krijgt, dan smeert hij hem. Als een pijl uit de boog! Zo is hij bij ons weggehold en niemand zag hem gaan. De straat uit, een zijstraat in en weer uit, dwars de brede straat over. Dan knarsen de remmen, dan gooit een jongeman resoluut het stuur om en boort zich de bumper in de achterkant van een andere wagen. Deddie zelf heeft niets gemerkt, hij is vrij hij rent door een tweede wagen nadert Dan Snelt een man toe grijpt het kind en Deddie is gered. In de krant zult U de paar regels over dit ongeluk nauwelijks opgemerkt hebben. Ded die heeft zelf ook nooit geweten, hoe groot het gevaar is geweest. Hij leeft zijn leven, niet wetend van de zor gen van zijn ouders, niet wetend van de brokken die hij maakt. En moeder en vader liggen nog wel eens lang wakker Dan denken ze aan hun lie ve jongen, aan hun zorgenkind. Nu kunnen ze zelf nog zorgen, en ze doen het met al de liefde die in hen is. Als zij eens niet meer kunnen zorgen, is er dan een ander, die het doet? Nu heeft hij nog een tehuis Zal hij het danook nog hebben? LENIG, MAAR GEEN BEGRIP VAN GEVAAR BIJ DE FOTO OP DE VOORPAGINA Dit is Andries Bosma, tijdens het zingen van zijn eigen „Chanson amoureuse" op de avond van 4 maart in de Beurs. Hij was winnaar geworden van het Songfestival van de Sectie Jeugd van de Stichting Leeuwarder Gemeenschap en bezegelde dit succes met een herhaling van dit liedje. Daarmee waren muzikaliteit en originaliteit beloond, want Andries Bosma was een der weinigen, die zijn eigen weg ging en dus niet probeerde het zonnetje van het succes te zoeken in de schaduw van een der groten van radio en grammofoon. Tweeden werden de Workumer Jonets twee meisjes, die het Friese liedje „Tjitte" bijzonder aardig wis ten te debiteren. Nummer 3 was helemaal uit Giethoorn gekomen, met zijn guitaar en zijn onmiskenbaar zangtalent. Het was Jan Piek, die „The story of my life" zong. In de kampklas van de Abbingaschool aan de Hui- zumerlaan raakt mevrouw D. A. Posthuma-Hengel- molen haar goede humeur niet kwijt bij het onder wijzen van de kinderen uit het woonwagenkamp.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1961 | | pagina 5