y
Tw/ee
schokkende voorvallen
uit een
vredige
verleden tijd
UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
De Hogerhuizen
andaag halen we de herinnering op aan twee ge-
gebeurtenissen, die zich langer dan vijftig jaar
geleden in de omgeving van de Leeuwarder straf
gevangenis hebben afgespeeld en die toen heel wat
tongen in beweging hebben gebracht: het omslaan
in de stadsgracht voor de Nieuweweg van de
Drachtster stoomboot „De Voorwaarts" en de vrij
lating uit de gevangenis van Wijberen Hogerhuis,
een van de drie onschuldig veroordeelde broers uit de
bekende Hogerhuiszaak.
over dit veelbesproken drama in het vre
dige en stille Leeuwarden uit het begin van
deze eeuw.
Nu de tragedie van de Hogerhuizen, drie
broers, die er in 1895 van werden verdacht
op de Sinterklaasnacht te hebben ingebro
ken in de wat afgelegen woning van de land
bouwer Haitsma in Britsum onder Beetgum.
Op de laatste dag van dat jaar werden ze
gearresteerd en nadat rechtbank en gerechts
hof de mannen schuldig hadden bevonden,
gingen ze voor lange tijd de cel in: Keimpe
kreeg zes jaar, Marten elf jaar en Wijbe
ren niet minder dan twaalf jaar gevangenis
straf.
De rechters steunden hun bewijsvoering
voornamelijk op de getuigenverklaringen
van boer Haitsma, van diens huishoudster
Iemkje Jansma en van haar broer Sieds
Jansma, die toevallig die nacht bij Haitsma
sliep. Zij meenden enkele weken na de
inbraak in de Hogerhuizen de indringers
te herkennen, die tussen twee haakjes door
het krachtige verzet van Haitsma en Jans
ma op de vlucht waren gejaagd.
In de omgeving van Beetgum rees evenwel
een ernstige twijfel aan de schuld van de
drie broers en nimmer opgehelderd werd bij
voorbeeld het merkwaardige feit, dat de
banggeworden boer Haitsma de dag na de
overval niemand minder dan Wijberen Ho
gerhuis vroeg om voor de veiligheid bij hem
te komen slapen. Zo kon het gebeuren, dat
Haitsma en Wijberen Hogerhuis vier nach
ten samen in één bed sliepen, waarna de boer
deze Wij beren als een van de daders van de
inbraak aanwees!
Alle pogingen de veroordeelde broers vrij te
krijgen o. a. van mr. Pieter Jelles Troel
stra, die er zelf (wegens opzettelijke beledi
ging van de Officier van Justitie) een maand
de gevangenis voor inging bleven vruchte
loos, hoewel het spoedig algemeen bekend
werd, wie de werkelijke daders waren ge
weest.
Die werd de grond tenslotte toch te warm
onder de voeten en zij verdwenen naar het
buitenland om nimmer in het vaderland te
rug te keren. Intussen echter zaten de be
klagenswaardige Hogerhuizen hun zware
straffen uit en alleen omdat hij tenslotte een
paar jaar gratie kreeg, kwam Wij beren in
1905 vrij.
Van dat moment de vrijlating uit de
strafgevangenis in Leeuwarden is de prent
briefkaart bewaard gebleven, die we nu,
met de curieuze kaart van het ongeluk van
de Voorwaarts voor U reproduceren.
FENNO L. SCHOUSTRA
giersboot, die in die goeie ouwe tijd een
dienst onderhield van Drachten op Leeu
warden en een vaste ligplaats had aan de
kade van de Nieuweweg.
Op de dinsdagmiddag van die ongelukkige
vierde augustus lag het schip op het punt van
vertrekken, toen plotseling hartverscheuren
de angstkreten weerklonken. Voorbijgangers,
die ijlings toeschoten, zagen tot hun ontzet-
ging de boot kapseizen, terwijl een groot deel
van de passagiers zich al onder het dek in
de kajuiten bevond.
Onmiddellijk kwamen van alle kanten hel
pers toestormen en enkele timmerlieden, die
juist aan het werk waren bij Hotel Amicitia,
begonnen direct met bijlen en breekijzers
een gat in de scheepswand te slaan. Terwijl
een steeds groeiende stroom mensen op de
kade met angst in het hart het reddingswerk
gadesloeg, zwoegden de timmerlui om de
drenkelingen uit hun benarde positie te ver
lossen.
Anderen, onder wie de kranige politieman
Kracht, brachten intussen de passagiers op
het droge, die op het dek hadden gestaan
en tot grote opluchting van de omstanders
zagen even later ook de timmerlieden hun
reddingswerk met succes bekroond.
Nadat als eerste een kindje door het gat in de
scheepswand omhoog was gehaald, volgden
een vrouw, nog een vrouw, twee kinderen,
twee mannen en nog drie vrouwen. Samen
met de acht schipbreukelingen, die op het
bovendek hadden gestaan, werden ze naar
het Stadsziekenhuis gebracht, waar ze snel
van de schrik bekwamen en elkaar konden
troosten met de gedachte, dat het ongeluk
gemakkelijk een verschrikkelijke ramp had
kunnen worden.
Voor schipper Steenhuis kreeg deze water
rat nog een staart, want bij het politieon
derzoek kwam aan het licht, dat hij en z'n
helpers de vracht niet op de juiste wijze
over de boot hadden verdeeld, waardoor het
schip „topzwaar" werd en wel moest kan
telen. In de rechtzaal viel dan ook het doek
Beide gebeurtenissen, het ongeluk met de
passagiersboot op 4 augustus 1903 en de
invrijheidsstelling van Hogerhuis op 28 sep
tember 1905, zijn door attente fotografen op
de gevoelige plaat vastgelegd en behalve
aan grootmoeders ansichtenalbum, danken
we het aan onze oud-stadgenoot, de heer P.
van der Molen, dat we die foto's in deze
rubriek nog eens kunnen reproduceren.
De prentbriefkaart van de gekapseisde pas
sagiersboot, indertijd uitgegeven door Dijk
stra's boekhandel, kwam namelijk wel in
oma's ansichtenalbum voor, de ansichtkaart
van de invrijheidsstelling, van dezelfde uit
gever, echter niet. Maar die was wel in het
bezit van de heer Van der Molen, een be
kend oud onderwijsman, die na de laatste
oorlog over de geruchtmakende strafzaak te
gen de Hogerhuizen een boek geschreven
heeft. Hij heeft de kaart graag even willen
afstaan, omdat we de sensationele gebeur
tenissen rond de Hogerhuizen nog eens zou
den kunnen memoreren.
Maar eerst enkele woorden over „de ramp"
van de Voorwaarts, de vracht- en passa-