DE TUINSTER WATERPOORT OP DE PRENTBRIEFKAART UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM ijn we tot dusver in grootmoeders ansich tenalbum uitsluitend prentbriefkaarten tegenge komen, die ons een blik gunden op een hoekje van Leeuwarden van zo'n vijftig, zestig jaar terug, nu heb ik er twee kaarten voor u uitge licht, die ons laten zien, hoe de situatie er op een bepaald punt anderhalve eeuw geleden uit zag. Niet, dat de foto's, waarnaar deze kaarten zijn gemaakt, toen ook genomen werden. Dat kon immers niet, want de eerste photografiën werden pas veel later geproduceerd. De ene kaart is evenwel naar een oude gravure ge maakt en de andere kwam pas zesentwintig jaar geleden op de markt, toen Leeuwarden z'n vijfhonderd jarig bestaan kon vieren en enkele vroeger bestaand hebbende bouwwerken in de stad nog eens in linnen en karton werden na gemaakt. Op beide kaarten is de voormalige Tuinster- of Vlietsterpoort afgebeeld en de fotograaf van 1935 moet bij het maken van zijn plaat op on geveer dezelfde plaats hebben gestaan als de tekenaar, die in de achttiende eeuw de water poort uitbeeldde. Zowel op de ene als op de andere kaart zien we nog net een stuk van de Vlietsterbrug, zoals die er tot kort voor de laat ste oorlog lag en toen een tiental meters naar rechts werd verlegd. De oude gravure zal trouwens wel als voor beeld hebben gediend voor de timmerlui, die bij het jubileumfeest van Leeuwarden de op dracht kregen de poort nog eens na te maken en bij een aandachtige beschouwing blijkt, dat ze dit met een grote nauwkeurigheid hebben gedaan: de getraliede raampjes van de echte poort zitten ook in de namaakpoort en zelfs ont breekt het stadswapen boven het poortje niet. De Tuinsterpoort, die dus gestaan heeft op de plaats, waar nu een stenen pijp de Nieuwekade met de Oosterkade verbindt, werd in de periode tussen 1485 en 1498 gebouwd, toen de stad zich zover had uitgebreid, dat het verplaatsen van verschillende versterkte uitgangen en poorthui zen dringend nodig werd geacht. Zo ontstonden, tegelijk met deze poort, ook de Waterpoorten aan het eind van de Weaze, de Huizumerpoort, aan het eind van de Nieuwe- stad, de Onze Lieve Vrouwenpoort en die naast de oude Hoeksterpoort. Een verbinding van de stad met de buitenbuurt Het Vliet bestond er toen op deze plaats nog niet, maar de ijverige pogingen van de Vliet- sters om door middel van een brug over de buitengracht met de binnenstad te worden ver bonden, leek eindelijk, in 1637, met succes te worden bekroond. Op de eerste april van dat jaar stond de raad toe, dat „tot Cieraed van de Stadt ende gerijff der Burgeren op de Tuij- nen een poorte ende gangbrugge gemaeckt soude worden". Het besluit ging evenwel ge paard met de bepaling „dat op 't Fliet geen groote neringe doende personen ende hand- wercksluijden sullen mogen comen wonen, en de dat die tegenwoordich aldaer wonen, uijt- sterven sullen". Hoewel nader werd bepaald, dat de brug in het volgende voorjaar over de gracht zou worden gelegd, bleek alles later op een bedenkelijke aprilgrap te berusten: tot groot verdriet van de Vlietsters kwam er niets van het bouwen van de poort, noch van het leggen van de brug. Eerst in 1656 kon aan de dringende verzoeken van de Vlietster bevolking worden voldaan, en werd er naast de waterpoort een kleine stenen poort in de wal gemaakt, met een ophaalbrug over de buitengracht. Nog ruim anderhalve eeuw bleef de Tuinster Waterpoort daarna bestaan. In 1817 viel het besluit de poort grondig te restaureren, waar voor de raad een bedrag van rond achtduizend gulden had bestemd. Reeds was men in het jaar daarna met het herstel begonnen, toen verschillende bewoners van de Tuinen de ge meente verzochten de hele waterpoort op te ruimen, in plaats van tot een dure restauratie over te gaan. Inderdaad voldeed de gemeente toen aan dat verzoek: de poort werd gesloopt en er kwam een houten brug voor in de plaats. Nog eens honderd jaar later werd de herinnering aan de Tuinster Waterpoort met dat namaakpoortje dus nog eens opgehaald en een attente uit gever van prentbriefkaarten maakte er prompt een ansicht van. FENNO L. SCHOUSTRA

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1961 | | pagina 5