vv ie hier de naam Dompeling leest en deze foto bekijkt met een
onmiskenbare meneer Dompeling erop, zal zich misschien toch nog
even afvragen, met welke stadgenoot-die-we-allen-kennen hij pre
cies te maken heeft.
iStadcje noten
DIE WE ALLEN KENNEN
eerdt ijóbeerman,
nu ijóccman
Want er zijn niet minder dan vijf broers Dompeling met een frap
pante uiterlijke gelijkenis en meer dan eens hebben drie of vier
broers tezelfdertijd hetzelfde beroep gehad. Vandaar, dat de vraag
niet onredelijk lijkt met wie we vandaag eigenlijk het genoegen
hebben, met Salomon, met Jan, met Piet, met Jopie of met Paul?
Wel, het is Piet, de middelste uit de rij, die velen vlak na de oorlog
als lectuurverkoper hebben gekend, maar die zich de laatste twaalf,
dertien jaar een carrière tussen de ijsberen en de ijswafels heeft op
gebouwd. Van ijsbeerman in het altijd reizende circus Strassburger
werd Piet Dompeling ijscoman bij het meer statische bedrijf van
Frisia en het is in die laatste kwaliteit, dat hij bij jong en oud in
de stad grote bekendheid geniet.
Hoewel hij dus tijdelijk vrij
veel van huis is geweest en voor
en tijdens de oorlog ook elders
heeft gewoond, is Piet Dompe
ling een man, die op het predi-
caat van „een echte Liwadder"
volop aanspraak mag maken.
Hij stamt immers uit een familie,
die eens in de stad kon bogen
op het bezit van een nóg grotere
populariteit en er is geen oudere
stadgenoot, die zijn grootvader
niet heeft gekend: Salomon Co-
hen, de schoenpoetser van het
station, die in het Leeuwarden
van toen bepaald een figuur is
geweest en wiens vakmanschap
en handigheid zelfs legendarisch
werden.
Van een van Salomons (vele)
dochters Johanna (Anneke)
is Piet Dompeling een zoon en
hij heeft dus tante moeten zeg
gen tegen Roosje Van Dijk)Co-
hen en Betje (Scholten)Cohen,
de tweelingzusters, die vele tien
tallen jaren met versnaperingen
en potloden en lucifers op de
Leeuwarder veemarkt hebben ge
staan.
En Benjamin, Manie, Bram,
Izak en Hartogh waren ooms van
de jonge Dompeling, maar die
zal hij nauwelijks hebben ge
kend, want al jaren woonde Piet
in Den Haag, toen alle broers
Cohen in de Duitse gaskamers
werden vermoord.
Ook Anneke Cohen, de moeder
van Piet werd hoewel ze met
een niet-jood was getrouwd
om het leven gebracht en slechts
een dochter (Leentje) is nu nog
in het leven van het grote gezin
van de schoenpoetser Salomon
Cohen.
Deze Salomon Cohen was zelf al
drie jaar dood, toen kleinzoon
Piet Dompeling in maart 1922 in
Leeuwarden het levenslicht zag.
Toen Piet dertien was vertrok hij
inmiddels tot acht leden gegroei
de gezin Dompeling naar Den
Haag, maar lang bleven de Dom
pelingen er niet.
In '37 keerden ze alweer naar
Leeuwarden terug, maar weer
een jaar later lieten ze zich nog
maals inschrijven in het bevol
kingsregister van Den Haag.
In het voorjaar van 1944 werd
moeder Dompeling daar door de
Duitsers opgehaald en nog in
hetzelfde jaar kwam vader Dom
peling met de kinderen naar
Leeuwarden terug. Nu zonder
Piet evenwel, want die was intus
sen gearresteerd en hij bracht de
laatste acht maanden van de oor
log in het „Oranjehotel" in Sche-
veningen door.
Direct na de bevrijding liet het
Rode Kruis Piet Dompeling (ge
trouwd inmiddels) naar Leeu
warden gaan en spoedig werd hij
hier een bekende verschijning
in de straat. Als lectuurverko
per van de Spoorwegboekhandel
koos hij zich een vaste plaats op
het hoekje van de Nieuwestad
en de Wirdumerdijk, waar we
hem dagelijks met z'n kranten
en tijdschriften konden zien.
Broer Jopie, de jongste uit het
gezin Dompeling, stond in die
zelfde tijd met periodieken van
de Spoorwegboekhandel verder
op de Nieuwestad bij de trapjes
van het Old Burgerweeshuis.
cYlaar Aet circuó
Twee jaar bleef Piet dit beroep
van krantenverkoper trouw. Toen
keerde hij „De Lach" de rug
toe en sloot zich met z'n broer
Paul bij het circus Strassburger
aan, die voor het opbouwen van
de tent in Leeuwarden stevige
hulpkrachten vroeg.
„Paul zou bij de buffels komen
en ik bij de beren en de apen,
maar zei de baas tegen Paul
jij kan toch beter als requisi-
teur gaan werken. Nou, zei Paul,
wat dat is weet ik niet, maar ik
vind het best. En tegen mij zei
hij: ga jij eerst naar Wilke om
de chapiteausleutel te halen.
Goed, ik ga naar Wilke, maar
die stuurt mij door naar juf
frouw Mathilde, de cassière
ze is later nog doodgedrukt
tussen de buffers van de trein
en die stuurt me weer verder en
zo ging ik de hele tent door, van
de een naar de ander om die
chapiteausleutel te halen. Enfin,
tenslotte kom ik bij Wilke terug
Piet Dompeling:
en die begint me uit te kafferen
van stomme ezel, waar wil jij
hier in de tent het sleutelgat vin
den enzovoort enzovoort. Nou,
meneer, zeg ik, ik ben hier van
daag voor het eerst, dus weet ik
veel; zeg nou zelf. Mooi, op dat
moment staan we voor het hok
van de beren en daar zegt die
Wilke: veeg jij de uitwerpselen
van de beesten nou maar naar
buiten, neem een zak zaagsel en
gooi die naar binnen en dan is
de zaak weer schoon.
Kijk, zegt ie, dat doen we zo.
En hij stapt de wagen binnen,
maar meteen steekt een van die
beren z'n poot uit en Wilke wordt
in de hoek gedrukt. Nou man,
ik gaf die beer een opdoffer en
Wilke komt getatoueerd de wa
gen uit. Maar laat ik nou nog op
m'n duvel krijgen ook! Ik had
de beer van streek gemaakt, zei
hij. Even later vroeg Strass
burger wat er aan de hand was
geweest. Dat moet je Wilke vra
gen, antwoordde ik die ligt
misschien nog wel bij de be
ren in 't hok
Piet Dompeling kwam, na dit
incident op de eerste dag bij het
circus, niet bij de beren terecht.
Hij mocht portier worden („Ja,
bij de nooduitgang") en kreeg
later de bijzondere taak het
paard, dat Elly Strassburger
in de piste naar bed liet gaan,
de pyama aan en uit te trek
ken.
Zo goed waren de berichten,
die de familie Dompeling in
Leeuwarden uit het circus van
Piet en Paul bereikten, dat ook
de broers Jan en Jopie beslo
ten het circus in te gaan; en
op een gegeven moment waren
ze alle vier bij Strassburger in
dienst.
Van dit kwartet heeft Jopie het
bij het circus letterlijk en fi
guurlijk het verst gebracht. Hij
trok de hele wereld door („Hij
spreekt nu negen talen vloei
end" zegt Piet) en werd ten
slotte dompteur bij de olifan
ten „nu zit ie in Heerlen bij
de spoorwegen; hij bekleedt er
een functie ook, maar welke
weet ik niet".
Piet zelf bleef altijd binnen de
grenzen van het eigen land en
behalve bij Strassburger deed
hij ook nog bij Mullens, Mikke-
nie en Althoff circuservaring
op. In 1952 trok hij zich uit de
wereld van het circus terug om
z'n geluk te zoeken op de ijs
cokar: hij kwam nu in dienst
bij de heer Knoops van de ijs-
cofabriek Frisia, voor wie hij
eerder zo nu en dan ook wel
eens wat had gedaan.
Hij vindt daarbij z'n werk voor
namelijk in Leeuwarden, maar
ook buiten de stad kunnen we
Piet Dompeling wel met z'n
karretje zien. „Bijvoorbeeld op
de jaarmarkt in Buitenpost.
Maar daar is het niet gewoon
ijsjes verkopen hoor! Nee, daar
ben ik standwerker meneer.
Daar staan de mensen gewoon
in drommen om me heen!"
In de wintermaanden staat het
ijscokarretje van Piet Dompe
ling natuurlijk op de stal, maar
dan vindt hij hij de Leeuwar
der Werk Gemeenschap een on
derdak. „Daar heb ik electrisch
lassen geleerd. Ik heb het al
aardig onder de knie en ik ben
dan ook van plan straks naar
een constructiewerkplaats te
gaan. Schrijf dat ook maar
even in het verhaal, want je
weet tenslotte nooit, wie het
leest