men ii og-
staiivoHi si»S"
„Uit «le tijil «lat
c
Twee koetsen
TWAALF LEEUWARDER BEDRIJVEN
spannen met twee paarden „naar en van de
Harddraverij", maar 't kon ook zijn dat de nota
vermeldde vijftig cent voor geleverdt voer
tuig" in 1889 kréég je nog waar voor je
geld! Een brik met twee paarden waarin twaalf
Leeuwarder ingezetenen gezeten waren, die
naar de Vierhuisterweg en terug reden, kostte
de kapitale som van zes gulden. Per charabanc
(dus een soort jan-plezier) met twee paarden
was men een dag uit voor 10,de „tollen"
inbegrepen; de knecht kreeg daarenboven een
gulden fooi. Helemaal per rijtuig naar Frane-
ker kostte u 6,50; een „9 manswagen" naar de
harddraverij kwam op acht gulden.
De „verhuurder van Paarden en Rijtuigen"
Veenstra, die eerst stalhouder en restaurateur
van het stations-koffiehuis te Franeker was ge
weest (deze combinatie kwam veel voor), deed
zijn intrede in onze stad in 1898, hij zette op
zijn aanbevelingsbriefjes: „dat hij zich heeft
beijverd om zijn clientèle naar de eischen des
tijds te kunnen bedienen" en hij had al tele
foon, namelijk nummer 78.
Bij de stalhouderijen behoorden de stallen, ver
spreid over de stad, waar die heerlijke lucht
van paarden en hooi hing; verder de mensen
die rijtuigen en tuigen konden vervaardigen of
herstellen, de koetsiers en palfreniers die weer
werk gaven voor hun livrei, hun hoge hoeden,
laarzen, handschoenen.
Maar de tijd veranderde, de paarden moesten
verdwijnen. De auto's, taxi's, bussen deden hun
intrede. Er was geen plaats meer voor viervoe
ters die stapvoets kunnen gaan, zij werden een
hinder in het verkeer. Stapvoets! Verbeeld je:
Stapvoets! Wat is dat eigenlijk?
M. J. VAN HEEMSTRA
I Twee koetsen uit de achttiende eeuw illustreren dit verhaal. Beide zijn ontwerpen
I van Lambertus Hardenberg, een Haagse rijtuigmaker, die in Leeuwarden was geboren.
Hij heelt zijn carrière in belangrijke mate te danken gehad aan Marijkemeu, de
weduwe van stadhouder Johan Willem Friso. Het begin van de relatie met de stad-
I houderlijke familie was van tragische aard. De vader van Lambertus werd overreden
door de koets van de prinses en verloor het leven. Marijkemeu trok zich het lot van
het vaderloze gezin aan en zorgde er speciaal voor, dat de jongen een goede oplei
ding kreeg als rijtuigmaker. Lambertus Hardenberg werd geboren in 1744. In 1768
I zorgde Marijkemeu er voor, dat hij een paar leerjaren in Frankrijk kon doorbrengen
en in 1770 vestigde hij zich in Den Haag. De hier afgebeelde werkstukken zijn een
pronkkoets en een eenvoudige koets: de Rolls Royce en de Volkswagen van de acht
tiende eeuw bij elkaar
w_) tapvoets" dat stond nog niet zo lang
geleden met witte letters op een blauw ge
ëmailleerd bordje op de hoek van enige Leeu
warder straten. Men had kunnen denken dat
die straten zo heetten, wat anders kon het be
tekenen? Want wie gaat of wat gaat er nu
stapvoets?
Dat bordje was niet de naam van een straat,
het dateerde uit de tijd van paard-en-wagen:
coupétje, sleperskar, tilbury, vigelante, boeren
wagen, enz. De koetsier van het dokterskoetsje
moest het ter harte nemen, de koetsier van de
statiekoets van de stadhouders uit langvervlo-
gen dagen moesten er aan denken (maar toen
waren er nog geen geëmailleerde bordjes).
Denkt u eens in: een rustige stad, geen gezoem
en geraas van gemotoriseerd verkeer, alle rij
tuigen en paarden der stalhouderijen langs de
weg, aangevuld door particuliere equipages!
Het was de firma Poelsma die het 't langst
volhield, en die tot voor enige jaren op roman
tische wijze bruid en bruidegom naar stadhuis
en kerk bracht. Maar deze tijd is voor altijd
voorbij
En nu wilt u misschien enige prijzen weten?
Men betaalde 5,voor een „viceland" be-
Via nota's in het stadsarchief komen we namen
tegen als: Lammers uit de Bollemansteeg, Poel
sma uit de Burmaniastraat, Berkenzijl uit de
Kruisstraat, Schaap en later Vierssen uit de Ee-
buurt, De Koe van de Wissesdwinger, Beuke
laar en later Van Wely „In de Posthoorn",
Veenstra op het Oldehoofsterkerkhof in de
voormalige stallen van het Burmaniahuis, Jong-
ma bij de Vrouwenpoort allen verhuurden
zij paarden en rijtuigen. U staat versteld over
de hoeveelheid stalhouders en dat uit de laat
ste helft van de vorige eeuw en het begin dezer
eeuw. En misschien waren er nog wel meer,
waarvan geen nota's bewaard bleven.