gd De favorieten van Ie jeu IJ e serie avonden van de Sectie Jeugd der Leeuwarder Gemeenschap is deze maand voortgezet met een concert van het Frysk Orkest in de bovenzaal van de Beurs. Het was een populair concert, met gemakkelijk in het gehoor liggende muziek verantwoorde muziek, die onder lei ding van Alfred Salten voortreffelijk werd gespeeld. Solist was Pierre Palla, een pianist, wiens naam door de radio een zeer bekende klank heeft gekregen. Dan was er na afloop dansen een ongebruikelijke combinatie met een orkestconcert, maar men kan er moeilijk gemotiveerde be zwaren tegen bedenken. In elk geval mag worden gezegd, dat alle zeilen waren bijgezet om speciaal het jonge publiek te trekken. Een publiek, dat voor een groot deel moeilijk bereid gevonden kan worden een serieus concert bij te wonen. 11 Is deze aanval op de jeugd geslaagd? Ten dele wel. Er waren hoofdzakelijk jongeren in de zaal en hun aandacht was opvallend groot. De toehoorders waren zo rustig, dat het rammelen van de kopjes in het buffet en het piepen van een deur ernstig stoorden, speciaal tijdens de piano-soli van Pierre Palla. Dit was wel een sterke tegenstelling met de rumoerige sfeer in de zaal tijdens de andere avonden, die gewijd waren aan de moderne teenager- cultus. Maar bij die andere gelegenheden waren er ook meer mensen. Het „orkestenfestival" haalde zo'n 1300 bezoekers en bij het Frysk Orkest kon de 500 niet worden bereikt. Hier ligt het negatieve resultaat van dit experiment. Het heeft het welslagen van het concert niet in de weg gestaan, maar wel is duidelijk gebleken, dat een uitvoering van populair-klassieke werken geen massale belangstelling trekt. Dat zal waarschijnlijk wel altijd zo zijn geweest. Met de neiging tot rubriceren, onze tijd eigen, zijn de jongelui tot „teenagers verheven en hebben daarmee de status van een speciale bevol kingsgroep verworven. Vroeger waren ze gewoon onvolwassen en niet zo bijzonder in tel. Dat was misschien wel een tekort koming, want wie de jeugd niet in het oog houdt, verzuimt de kans een kijk op de toekomst te krijgen. Maar wel zijn we nu wellicht al te zeer geneigd de (commerciële) belangstelling op deze onvolwassenen te richten. En daarmee wordt de geestelijke onvolwassenheid ook tot een cultus Ook vroeger had de jeugd zijn favorieten op het gebied van de muziek. Gaan we niet te ver terug, dan blijven we nog in een tijd, toen de radio al grote invloed had op de muzikale smaak - vorming. Zij, die thans de middelbare leeftijd hebben bereikt, zullen zich namen herinneren als Kovacs Lajos, Marek Weber en Dajos Bela. Zij waren de leiders van zeer populaire amusements orkesten, die het radiopubliek met lichte muziek vermaakten. Ook zij waren veel populairder dan de symfonische radio-orkesten, maar werkten door hun stijl veel minder in de richting van een vervreemding van de serieuze muziek dan nu het geval is met de „toppers". Want de muzikale teenager-cultus van dit ogenblik heeft naar vorm en klankkleur geen enkele verbinding meer met wat men van ouds muziek noemt en stelt daar bovendien niets blijvends voor in de plaats. Men ervaart dit het duidelijkst wanneer oude melodieën in een moderne vorm terugkeren (Ramona). Met ver minking van melodie, ritme en vooral ook de natuurlijke klank der instrumenten, worden effecten bereikt, die men knap kan vinden, maar de muzikale smaak op een dwaalspoor brengen. En dan zien we nog af van de volkomen stupide producten van de muziek-industrie, die melodieën en teksten voortbrengen waar aan elk normbesef ontbreekt („Kom van het dak af en „Rocking Billy" als zeer uiteenlopende voorbeelden). Het is de vraag of deze systematische gewenning aan het onge wone de muzikale smaak niet steeds sterker doet afdrijven van het gewone. Natuurlijk moeten we begrip hebben voor de grote plaats, die het luisteren naar serieuze muziek (jeugdconcerten) en de beoefening daarvan (muziekonderwijs) ook bij de jeugd inneemt. Maar het offensief van de „teenager-muziek" wordt met zoveel electronisch krijgsrumoer ondernomen, dat het moeilijk is de stelling der goede muziek te verdedigen K. Dat hele fijne harde geluid van zo'n rocking-band Op weg naar de kortstondige roem?

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1961 | | pagina 11