Het Provinciehuis was eens een bisschoppelijk paleis 9 gen de soldaten, die eventueel 's lands hoogste macht zouden moeten verdedigen, een onder dak. Kort na het begin van de achttiende eeuw werd het Collegie nog eens met een pand aan de noordzijde vergroot ten behoeve van 's Lands Rekenkamer, maar een veel ingrijpender ver bouwing aan het Statenhuis vond plaats in het laatst van deze achttiende eeuw. In 1784, toen het gebouw in een bouwvallige toestand begon te verkeren, nadat het dus al twee eeuwen voor de Staten dienst had gedaan, werd het grotendeels vernieuwd en veranderde het ge heel van uiterlijk. Er werd toen namelijk nog een derde verdieping boven op gezet en er kwam „eenen fraaijen voorgevel van ongeveer 100 voeten breedte" voor, waarvan stadsarchi varis Wopke Eekhoff opgetogen getuigde, dat ze het aanzien van de provincie op waardige wijze verhoogde. „Die gevel toch bekwam op ieder der verdie pingen elf vensters in de breedte, tussen welke, ongeveer in het midden, eene fraaije portique, naar de Jonische Orde, tot hoofdingang werd gesteld. Het middenfront werd boven de kapi tale lijst gedekt met eene halfronde frontspe cie, waarin het gekroonde wapen der provincie werd geplaatst". Daarmee had het Provinciehuis nog niet de omvang bereikt, die het nu heeft, want in 1887, tussen 1891 en 1894 en in 1908 werd het Staten huis telkens opnieuw uitgebreid, door er, o.a. aan de kant van de Korfmakersstraat stukken tegen aan te bouwen, die zich nu nog duide lijk aftekenen op de merkwaardig uitgerekte gevelwand, waarin de hoofdingang dus al lang niet meer in het midden zit. Ook het inwendige van het Provinciehuis werd herhaalde malen vertimmerd en verbouwd, de laatste maal ten behoeve van de Provinciale Staten, die sedert 1849 vergaderd hadden in het Paleis van Justitie, dat immers èn voor de zittingen van de Arrondissementsrechtbank en het Gerechtshof èn voor de vergaderingen van de Provinciale Staten was gebouwd. Door een aanzienlijke uitbreiding van de rech terlijke macht in Leeuwarden in 1875 werd het Paleis voor beide lichamen echter te klein en in de jaren daarna werd er ijverig gezocht naar een passende manier om de Staten aan een nieuwe vergaderzaal te helpen. Die vond men tenslotte in het Collegie aan de Tweebaksmarkt, maar het duurde nog tot 1906 voor de Provinciale Staten er hun eerste ver gadering konden houden. Intussen echter heb ben de Staten alweer een halve eeuw van deze nieuwe vergaderzaal gebruik gemaakt en het Provinciehuis zeil zal over achttien jaar al z'n vierde eeuwfeest kunnen vieren! januari 1570 werd hij als zodanig ingewijd en zijn taak was het om Friesland van ketters te zuiveren. Lang zou hij zich evenwel niet aan die taak kunnen wijden: kort nadat de Graaf van Rennenberg Caspar di Robles als stadhou der van Friesland was opgevolgd, werd hij door de graaf afgezet en gevangen genomen. Tegelijkertijd werden alle goederen die aan het Bisdom Leeuwarden hadden toebehoord, over gedragen aan de Staten van Friesland, die het leeggekomen Bisschoppelijk Paleis daarna tot hun zetel kozen. Zo werd toen het gebouw aan de Heerengracht als „Lands- en Statenhuys" ingericht en in gebruik genomen. In de volgende honderd jaar werd het „Colle gie", zoals het gewoonlijk werd genoemd, her haaldelijk vergroot door het bijtrekken van belendende panden en ook in de laatste eeuwen hebben de timmerlieden en metselaars er dik wijls druk werk gehad. De Provinciale Staten bleven voorlopig echter nog vergaderen in de lokaliteiten van het voor malige Jakobijnerklooster en later in het Land schapshuis, een schilderachtig pand, dat naast de Kanselarij en dus scheef tegenover het Col legie stond. Een uitbreiding van andere aard, dan alle voor gaande en alle vergrotingen, die later zouden komen, kreeg het Statenhuis toen er in 1868 een Wachthuis naast verrees, net zoals er twin tig jaar eerder een dergelijk Wachthuis was gebouwd tussen de Kanselarij en het Land schapshuis. In deze Wachthuizen, of Corps de Garde en ook wel Kortegaarde genoemd, kre- Overigens zetelen de Gedeputeerde en Provin ciale Staten er al een hele tijd, maar niet altijd is dit het Provinciehuis geweest. Minder groot en nog wel wat anders van vorm en aanzien, was het in de zestiende eeuw de woning van de Abt van het Bergumer klooster, wanneer die tijdelijk in Leeuwarden moest zijn. In 1570 werd het aanzienlijke huis aan de Hee rengracht zelfs verheven tot Bisschoppelijk Pa leis, nadat Cunerus Petri een jaar eerder tot bisschop van Leeuwarden was benoemd. In raag tien Friezen, waar precies in dit ge west het Provinciehuis staat en hooguit twee of drie zullen het juiste antwoord geven: in de hooldstad Leeuwarden op de hoek tussen Korf makersstraat en Tweebaksmarkt. Daar, in dat in onze ogen weinig indrukwekkende gebouw met z'n vlakke, eentonige gevelwand, zetelt het burgerlijk bestuur van Friesland, daar werkt onze Commissaris van de Koningin, daar wer ken de Gedeputeerde Staten, daar komen, en kele malen 's jaars, ook de Provinciale Staten bijeen. Om het grote belang van alle arbeid, die er wordt verricht, zou het gebouw een ruimere bekendheid verdienen, maar het lijkt, dat de sobere bouwtrant voor het populair worden van dit eerste huis van de provincie niet bevorder lijk is. Daarom zullen misschien zeven of acht van de tien Friezen wel weten, waar het fraaie Kan selarijgebouw staat, maar waar het Provincie huis is, weten ze niet.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1961 | | pagina 9