Iers van liet Stadhuis
Links: Het gewelf van de oude Aukamastins,
waarop het Leeuwarder stadhuis is gebouwd.
Beneden: De grillige schaduw van een tralie
op de muur van een cel
Boven: Deze zware deur, met luikje, sluit een
der cellen in de .kelder van het stadhuis al.
n- of hondegat opgeborgen te worden. Wanneer
ze ze daaruit te voorschijn zouden komen, bleek
ift en vermagerd, dan wachtte hun de gang naar
en de rechter. En vandaar misschien naar het
n- schavot, waar men met ijselijke middelen het
e- onrecht bestrafte.
(ie
en De duisternis is geweken uit de kelders van
it- het Leeuwarder stadhuis, de gewelven van de
lij oude Aukamastins, waarop dit gebouw van
ie 1715 tot 1724 is opgetrokken. Er branden nu
electrische lampen en de ambtenaren stallen
er hun fietsen. Maar men kan al deze lampjes
fd uitdraaien en dan wordt de griezelige, af-
ht schrikwekkende sfeer van vroeger weer op-
él geroepen. De cellen zijn er nog, met de pun-
;k tige tralies en de zware deuren met piepende
ie grendels. In een daarvan zit nog het luikje,
je waardoor vroeger de gevangene een stuk
in droog brood werd toegeworpen,
d-
a- Het is niet meer als vroeger. Het oude gewelf
id en de tussenmuren zijn hier en daar met nieu
wer metselwerk opgelapt. Maar veel is onver-
n, anderd gebleven en nog steeds kan men aan-
in voelen welk een verschrikking het was in het
jt kot te worden geworpen, onder het Stadhuis,
in waarvan de voorgevel nog altijd getuigt van
er het feit, dat „Pace et Justitia" (Vrede en Ge
el rechtigheid) hier werden gediend