HET R1TSKE BOELEMA GASTHUIS
H et Ritske Boelema Gasthuis, dat in de
schaduw van het imposante Kanselarijgebouw
op de hoek van de Turfmarkt en het Droeven-
dal een weinig opvallende plaats inneemt, be
stond al driehonderd jaar, toen het hier in
1850 aan de toen nog bestaande Heeren
gracht werd gebouwd.
bestaat al
vierhonderd jaar
Het had namelijk eerder in de Monnikemuur-
straat gestaan en wanneer we de wordingsge
schiedenis van dit gasthuis willen nagaan,
komen we op de Nieuweburen terecht, waar
het „Zoete Name Jesus Gild" in het tweede
kwart van de zestiende eeuw aan de stadswal
al een aantal woninkjes voor armen en ouden
van dagen had.
De Geestelijke Broederschap met deze naam
was ontstaan door de erflating van de vermo
gende Wick Heentiama, die in haar testament
bepaalde, dat de rente van haar vermogen
een bedrag van rond zesduizend gulden 's jaars
besteed moest worden aan levensmiddelen,
kleren en andere nuttige zaken voor de armen.
Haar goede voorbeeld werd gevolgd door ver
schillende andere kapitaalkrachtigen, die hun
nalatenschap eveneens geheel of ten dele aan
het „Zoete Name Jesus Gild" ten goede lieten
komen.
De belangrijkste van deze erflaters was een
Ritske Boelema, die in 1547 overleed en in z'n
testament bepaalde, dat er een Gast- of Pro
veniershuis of Hofje toegevoegd zou moeten
worden aan de bezittinqen, die het Gild toen al
had.
Al tijdens zijn leven had Ritske Boelema het
„Zoete Name Jesus Gild" een aantal kleine
woningen in de Speelmanstraat geschonken en
gratis door armen laten bewonen en toen reeds
had de naam Ritske Boelema Gasthuis een be
kende klank.
In 1548 verzocht en verkreeg de Broederschap
toestemming van Keizer Karei de belangrijke
erfenis van Ritske Boelema te aanvaarden en
verwierf ze de erkenning van haar instelling,
wat vele weldadigen deden besluiten het Ritske
Boelema Gasthuis in hun laatste wilsbeschik
king te gedenken.
Het samengaan van Broederschap en Gasthuis
duurde tot de Hervorming in 1580, toen met de
rooms-katholieke eredienst de geestelijke gil
den ophielden te bestaan. De bestuurders van
het gasthuis bleven de stichting echter als
Ritske Boelema Gasthuis voortzetten en toen
de woningen van het gasthuis langzamerhand
in een bedenkelijke toestand begonnen te ge
raken, viel het besluit een nieuw gesticht te
bouwen op een andere plaats in de stad.
In 1598 had men daarvoor het oog al laten
vallen op een groot huis en een schuur, die in
de Monnikemuurstraat stonden en nadat deze
beide panden in datzelfde jaar waren aange
kocht, werden ze in 1623 tot gasthuis ver
bouwd.
Acht jaar later kon het Ritske Boelema Gast
huis al een uitbreiding ondergaan en toen er
in 1639 nog eens tien woningen werden bijge
bouwd, kwam het totale aantal kamers van het
gasthuis op 26.
Twee eeuwen lang veranderde er toen aan het
Ritske Boelema Gasthuis zo goed als niets, maar
in 1823, bij het tweehonderdjarig bestaan van
het gesticht in de Monnikemuurstraat, kwamen
er nog twee en later, in 1840, nog eens vier
kamers bij, zodat er toen aan vierendertig be
hoeftige, oude vrouwtjes een onderdak kon
worden verleend.
Heel kort daarna dwong de bouwvallige toe
stand van het gasthuis de voogden echter naar
een radicale oplossing van het huisvestigspro-
bleem uit te zien en in 1849 vonden ze die
door het aankopen van het oude Landschaps
huis aan de Turfmarkt, dat met zijn fraaie gevel
prachtig aansloot met die van de belendende
Kanselarij.
Voor de schoonheid van dit oude Landschaps
huis zullen de voogden evenwel weinig begrip
hebben gehad, want nog in hetzelfde jaar werd
het voor bijna zevenduizend gulden aange
kochte gebouw met de grond gelijk gemaakt en
in het jaar daarna kwam het in onze ogen vrij
smakeloze en sombere hofje, dat er nu nog
staat, er voor in de plaats.
Aan het bouwen ervan werd een bedrag van
dertienduizend gulden ten koste gelegd, zodat
iedere kamer aan bouwkosten op nog geen
vierhonderd gulden kwam, want in totaal kon
den er precies 35 kamers worden gebouwd.
Bovendien leverde het oude gasthuis aan de
Monnikemuurstraat nog vier en een halfdui-
zend gulden op. Het werd spoedig na het ver
trek van de bejaarde vrouwen voor een deel
ingericht als timmerwerkplaats en voor een
deel in verschillende percelen verhuurd. In het
laatst van de vorige eeuw raakte het ernstig
in verval en in 1905 werd het voormalige Rit
ske Boelema Gasthuis aan de Monnikemuur
straat onbewoonbaar verklaard en kort daarna
gesloopt.
Intussen was het nieuwe Ritske Boelema Gast
huis in 1863 door het aankopen van een
pand in het Droevendal nog eens met zeven
kamers uitgebreid, waardoor de totale capaci
teit op 42 kamers kwam.
Die 42 kamers zijn er nu nog; zij het dan in
een wat andere staat dan in de vorige eeuw,
want al veranderde er dan niets aan de som
bere voorgevel, in het gasthuis zelf werden wel
verschillende moderniseringen aangebracht.
Het oude Ritske Boelema Gasthuis aan de Monnikemuurstraat was heel wat roman
tischer dan het huidige aan de Turimarkt. Deze ioto moet zijn gemaakt vóór 1905, toen
het gebouw werd aigebroken.
Dit is de binnenplaats van het Ritske Boelema
Gasthuis aan de Turimarkt.