KOFFIEHUIZEN EN „KRULLEN" AAN
HET RUITERSKWARTIER
7
UIT GROOTHOEDERS ANSICHTENALBU
deze bedrijven indertijd befaamd hebben ge
maakt. Op de hoek van de Wirdumerdijk
en het Ruiterskwartier en dus niet zichtbaar
op deze foto, was 's Lands Welvaren, het lo
gement van Lojenga, die behalve herbergier
ook veehandelaar en vrachtrijder was.
In de beide panden ernaast waren geen ca-
fé's (in het ene woonde de pettenmaker Van
der Kallen, vader van de detectiveschrijver
Havank), maar verderop naar de Bargesteeg
waren het allemaal herbergen en koffiehui
zen: „De Veehandel" van Warner Beneken,
„De Zwarte Bles" van Sipke de Vries (nu
het Café Jongsma), ,De Blaauw Poort"
naast de steeg, die deze naam nog altijd
draagt, „Het Metalen Kruis", „Het Graauw
Paard", „De Gouden Roskam" (of „De Ros
kam) en de „Liggende Os".
Op de andere foto prijkt in het midden
links het gebouw van De Friesche Club
nog als oude schouwburgzaal in volle glo
rie en vertellen de bomen op de achter
grond ons, dat het Wilhelminaplein in de
zomermaanden een lommerrijke plaats moet
zijn geweest.
Behalve verscheidene koffiehuizen stonden
er in die goeie ouwe tijd ook verschillen
de „krullen" ofwel publieke urinoirs aan
het Ruiterskwartier en op beide hierbij af
gedrukte platen zien we er een.
Wie veel oude prentbriefkaarten van Leeu
warden in handen heeft gehad, moet het op
gevallen zijn, dat het niet gemakkelijk is een
kaart van de oude binnenstad te bemachti
gen, waarop een dergelijke inrichting ont
breekt: ze stonden om zo te zeggen om de
honderd meter in elke straat.
De geneesheer directeur van het Stadszie
kenhuis, Dr. Ph. Kooperberg, die in 1888
een Geneeskundige Plaatsbeschrijving van
Leeuwarden uitgaf en daarvoor alle urinoirs
keurig telde, kwam dan ook op het ongeloof
lijke totaal van 71 met een totaal aantal bak
jes van 101. Met de 13 publieke privaten in
de stad konden ze wel aan de behoeften van
de bevolking voldoen, zo luidde de conclu
sie van dokter Kooperberg.
In de loop van de jaren zijn bijna al deze
„krullen" uit het stadsbeeld verdwenen en
wie nu in Leeuwarden foto's maakt, zal
moeite hebben zo'n publiek urinoir op de
plaat te krijgen.
Behalve natuurlijk, wanneer hij z'n camera
richt op een historisch monument als onze
oude Waag
FENNO L. SCHOUSTRA.
kens knorrend en gillend door de Bargesteeg
kon zien gaan.
De eerste foto's van de plaats, waar deze
oude veemarkt was, dateren uit de tijd, dat
de ene eeuw het veld moest ruimen voor de
andere en de koeien en paarden en schapen
en varkens zelf komen daar dan ook niet
meer op voor.
Wel kunnen we er nog verscheidene van die
oude herbergen op zien en aan Dijkstra's
boekhandel te Leeuwarden hebben we het te
danken, dat er van een van die eerste foto's
een prentbriefkaart is gemaakt. Die prent
briefkaart reproduceren we hierbij, tegelijk
met een eveneens door Dijkstra's boekhan
del uitgegeven kaart van het Ruiterskwar
tier tussen de Haniasteeg en de Doelesteeg.
Voor het maken van de eerste foto heeft de
fotograaf op het Wilhelminaplein gestaan
met het gezicht naar de Bargesteeg. Hij
kreeg daarbij links nog net de Hoede-
makerssteeg in de zoeker en rechts
een hoekje van het plantsoen, dat in 1881 op
de plaats van de oude veemarkt werd aan
gelegd.
Van links naar rechts staan de koffiehuizen
netjes in het gelid en de ouderen onder ons
zuilen zich de namen nog herinneren, die
j oals er nu aan de Langemarktstraat
naast de veemarkt tal van cafébedrijven
zijn, zo zijn er vroeger heel wat koffiehuizen
en herbergen geweest aan het Ruiterskwar
tier, waar onze verre voorouders honderd
jaar geleden nog hun veemarkt hielden.
Tussen de Wirdumerdijk en de Oude Lom-
bardsteeg stonden toen de koeien in een
lange rij en ten westen van de herberg van
J. Meyer, die midden op het Wilhelmina
plein tegenover de Oude Lombard- of Barge
steeg stond, wachtten de schapen en var
kens op hun nieuwe eigenaars.
De veehandel ging toen met dezelfde gebrui
ken gepaard als nu en om de koop van een
paar koeien of een bak met biggen met het
drinken van een borreltje te bekrachtigen,
kwamen de boeren in de veemarktcafé's bij
elkaar.
Na het verplaatsen van de veemarkt in
1874 naar een nieuw terrein tussen de
Harlingervaart en de Sophialaan hielden de
herbergen en koffiehuizen aan het Ruiters
kwartier nog heel lang stand en wanneer we
de geschiedenis willen nagaan van de en
kele cafébedrijven, die er nu nóg steeds zijn,
komen we zeker terecht in de tijd, dat hier
de koeien nog loeiden en men geregeld var-