s JAN ELSINGA E DE MUSSENVRIEND E Fa. H. mms k ZOON Stadgenoten 1 VERHUIZINGEN TRANSPORTEN DIE WE ALLEN KENNEN woont al bijna zestig jaar in hetzelfde huis iét4»-: LEEUWARDEN, EMMAKADE Z.7.. 62 TEL. O 5100 - 24595 b.g.g. 25765 7 ^en van de vele stadgeno- ten-die-we-allen-kennen, de heer Jan Elsinga, zal bij le ven en welzijn het volgend jaar een hoogst merkwaar dig jubileum kunnen vie ren. Hij woont dan op de achtentwintigste augustus liefst zestig jaar in hetzelf de huisje aan de Oldegali- leën en wel op de hoek van het Panbakkerspoortje, of wel het Poortsje, zoals de bewoners van deze hoek van de stad het zelf ple gen te zeggen. Op dezelfde dag in 1903 immers trok hij met z'n jonge vrouw in dit huis, dat hij daarna nimmer meer verliet. Een echtere „Gleister" dan hij zal er dan ook moeilijk te vinden zijn, al heeft z'n wieg dan nog een eindje verderop on der de rook van Snakker- buren gestaan. In z'n prille jeugd werkte Jan Elsinga op de aakpannenfa- briek, die vroeger op deze plaats tussen de Oldegalileën en de Dokkumer Ee heeft gestaan; daarna kwam hij bij de gasfa briek, waar hij bijna tweeënder tig jaar bleef. In deze functie, als „man van 't gas", genoot de heer Elsinga een nog grotere bekendheid dan nu, want hij was een van de „lamplighters," een van de lan taarnopstekers, die de stad toen nog in dienst moest hebben om de gemeentelijke straatverlich ting te verzorgen. Iedere avond trok Jan Elsin ga er met zijn laddertje op uit om de lantaarns te ontsteken, iedere ochtend liep hij dezelfde route om de lantaarns te doven voor de hele stad was ontwaakt. Dat waren dan wandelingen, die er niet om logen, want in de goeie ouwe tijd van de gasver lichting stonden de lichtpunten nog op een grote afstand van elkaar. Sinds het overlijden van zijn vrouw is het gehoor van de heer Elsinga, die nu al bijna vieren tachtig is, er niet beter op ge worden en wie nu met hem aan de praat raakt moet maar re kenen, dat de buren mogen meeluisteren. Aan de gezelligheid van het Ol degalileën van heel vroeger denkt de heer Elsinga niet zon der weemoed terug. Definitief voorbij is de tijd, dat hij met zijn kameraden zat te musice ren op straat of de harmonica bespeelde in de roeibootjes, die met de vrolijke jongelui uit de ze buurt naar Snakkerburen voeren. En voorbij is de tijd, dat de heer Ter Horst nog de scepter zwaaide op de Chichoreifabriek en Jan Elsinga altijd regelend moest optreden, wanneer de lie ve jeugd zich op de nieuwjaars morgen voor het huis van deze edele heer verdrong, wachtend op het heerlijke moment, waar op de heer Ter Horst ten gerie ve van deze heil- en zegenwen- sers in een enorme „pude" met centen begon te graaien n vriend van de vogels, maar een bijzondere vriend: dat is de heer W. de Hoop, rijwielbewaarder van het café De Vrouwenpoort op de hoek van de Westerplan tage en de Nieuwestad. Hij is een trouwe makker van de straatjongens onder de vogels de mussen, die huizen in de struiken en het geboomte, van wat er op dit punt van de stad van de oude bolwerken overbleef. Toen hij, nu veertien jaar geleden in de rijwielstalling kwam, begon de heer De Hoop direct met de liefheb berij, die hem sindsdien niet meer heeft losgelaten: het voeren van de mussen. Hij deed dat niet, zoals veelal gebruikelijk met een homp oud brood, maar met speciaal hiervoor aange schafte suikerlatten, een zeer smakelijk menu dus, dat die gevederde rakkers bijzonder op prijs hebben gesteld. Generaties geleden zetten de vogels voor de heer De Hoop hun natuurlijke schuwheid al op zij en de mussen van nu eten hem letterlijk uit de hand. Een paar jaar geleden vormde het hondje van de heer De Hoop daarbij nog een bijzondere at tractie, want ook in hem za gen de mussen een goede vriend, voor wie ze niet op de vlerken hoefden te gaan. Maar Sanny leeft niet meer en een andere hond schafte de heer De Hoop zich niet aan. Hoeveel suikerlatten die mus sen met z'n allen consumeren, vraagt U zich af? Wel elke week gaat er een pak met heen, mar in t' voorjaar wudt het gauw een koek of zes in 'e week dan vrete ze mar raak van die sukerlatten. Mar dan is 't natuurlijk oek het leukste met al dat jonge spul." Bij een zo innig en geregeld kontakt tussen mens en dier zou men verwachten, dat de mens z'n vriendjes wel goed leert ken- ne en herkennen, maar dat is niet zo. Al liggen ze ook jaren lang bij hem in de kost de heer De Hoop zou het ene man netje niet van het andere kun nen onderscheiden en ook de wijfjes lijken allemaal sprekend op elkaar. Slechts een enkele maal komt het voor, dat hij een van z'n kornuiten aan een wit stipje of een witte partij in het verenpak kan herkennen voor de rest zijn alle mussen grauw. Ook met het voeren van de een den in de stadsgracht en in de vijver van het Vossenparkje heeft de heer De Hoop zich wel verdienstelijk gemaakt maar dat is een ander verhaal vandaag staat hij uitsluitend als vriend van de mussen in de krant! Bergplaats voor meubelen - Verpakken en verzenden naar alle werelddelen Ruim een halve eeuw ervaring

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 7