n WEESHUIS WERD OOK BOERDERIJ 9 9 a g-tf p Q Oft *-,t «e «e tif-'S- *g v J 4 4. 'i 4 4 O 0 q t 5 4 JLy it is een plattegrond van Leeuwarden uit het midden van de zeventiende eeuw, en u kunt daarop het Old Burger Weeshuis gemakkelijk vinden. Om te beginnen richt u, in gedachten, uw schreden naar de Eewal, die toen nog een gracht had. Aan de west kant eindigde deze straat daar waar we het stadhuis ook toen al vonden, al was het toen nog niet het gebouw van nu, dat uit 1724 dateert. Daartegenover stond het stad houderlijk paleis met trapgevels en een torentje en daarachter sierlijke tuinen met veel geboomte. Het is hetzelfde gebouw, dat nu, met sterk gewijzigd uiterlijk, de ambts woning van de Commissaris der Koningin is. Daarnaast, in de richting van de Weerd, was het Old Burger Weeshuis, dat dus heeft gestaan op de plaats waar nu de Hofschool is. Achter de tuin liep eveneens een grachtje en wel daar waar nu de St. Anthony- straat is. Met de publicatie van deze plattegrond hopen we te hebben goedgemaakt wat de vorige keer is verzuimd. Toen werd wel een plattegrond aangekondigd, maar niet afgedrukt. We gaan terug naar het verhaal over het weeshuis, dat vergroot moest worden. Door krachtige steun van vrouwe Saepck van Burmania, die een huis dat ten zuiden van het weeshuis lag cadeau gaf, kon het ge bouw uitgebreid worden. Dit huis werd met de twee van Auck Petersdochter samengetrok ken en gemaakt tot een gebouw van twee verdiepingen. Saepck van Burmania gaf nog meer: vele goudguldens voor hout, kalk, ar beidsloon en andere uitgaven. Meer milde ge vers volgden haar voorbeeld en de voogden hielden een plechtige ommegang door de stad, die een aardige som opbracht; voorts kreeg men de benodigde stenen cadeau. De bouw kon dus beginnen; de metselaar Claes Atzes verdiende per dag zeven stuivers, net als de timmerman Claes Jans; hun knechts kregen 4 en 5 stuivers. De bouw ver liep vlot totdat men aan het houtwerk begon. Toen kwam er enige stagnatie want „Sipke holtsnijder" moest alles uit de hand snijden en zagen, doordat er nog geen hout molens waren! Gelukkig had hij hulp in de persoon van „Wessel kistmaker", die de ramen en kozijnen leverde voor 5 stui vers per stuk. Het moet voor die tijd een bijzonder ge bouw zijn geweest, in de voorgevel had het 12 ramen, waarvan het glas later door ijzeren beschutsels (tralies?) werden beschermd „tot schuttinge van voorss. glasen om van de kinderen yngheworpen te sullen worden" vermoedelijk zal er ook in die tijd wel eens wild met een bal op straat gespeeld zijn! Toen vrouwe Saepck voor al haar goede ga ven voor haar en haar nakomelingen twee wezen-plaatsen in het huis kreeg, gaf zij weer een mooi bedrag waardoor de voogden een stuk land buiten de stad konden aanko pen voor het vee. Onder diegenen, die ook het weeshuis bedacht was een zekere Syds van Botnia, die met zijn vrienden een afspraak had gemaakt dat degene uit de vrienden kring, die het eerst zou trouwen een last rog ge aan het huis zou geven dat werd dan ook door Syds aangeboden als eerste brui degom en op de trouwdag collecteerde hij nog onder zijn gasten en zo kon een mooi bedrag aan het weeshuis worden gegeven. In het einde van de zestiende eeuw kwam er naast de „binnenmoeder" een weesvader, ook deed een wollenaaister enige dagen in de week haar entree in het huis om de meis jes vooral het spinnen te leren. Af en toe kwam er een schoolmeester om de „kynderen die heylighe dagen toe te leren" later werd hij intern, want er komt een bedstee op zijn kamer. Uit beschrijvingen kunnen we ons enigszins een beeld van het interieur van het gebouw maken; er was een voogdenka mer, een vaders- en een moederskamer, een spinkamer, slaapzalen. De handel in vee, boter en kaas werd steeds belangrijker; de voogden gingen voor rekening van het huis naar de veemarkten. Op een gegeven mo ment werd de stalling voor koeien, schapen en varkens te klein en kocht men twee ka mers en een stal achter het „Hooghuis" aan het Bolwerk, dat is waar nu Bervoets te vinden is onder toezicht van een stalmees ter stonden daar 11 beesten. MAJA VAN HEEMSTRA. s 4 4.4 444 414 44 4

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 9