ZEVENTIG JAAR EN Een leven in dienst van liet Friese toneel en liet Friese volk NÓG VOL PLANNEN 5 Lam inert „ij ongen, ik stond op een goeie morgen op met het ge voel in m'n voet, dat je ook hebt, wanneer je je „elec- triciteitsbonkje" stoot. Van die voet trok dat gevoel naar het hoofd een vreemde gewaarwording. Die avond stond ik natuurlijk toch nog op de planken, maar de volgende dag lag ik met een hersenvliesontsteking in het ziekenhuis. Het leek niet best en met een S.O.S. be richt door de radio hebben ze nog geprobeerd om Jentsje, die toen ergens in 't zuiden van Frankrijk zat, naar hier te krijgen. Maar vóór die jongen van dat bericht hoorde, was ik alweer de man: na negentien dagen verliet ik het ziekenhuis en meteen ben ik toen het toneel weer op gegaan." Dit verhaal noteerden we een dezer dagen uit de mond van Lammert Popma, de grote man van de Jounpraters, die die in zinking van vlak na de oorlog dus glorieus te boven kwam en die nu, op de eerste dag van deze maand, zeventig werd. Die al zeventig werd, zouden we moeten zeggen, want aan de markante kop van deze bijzondere figuur is waarlijk niet te zien, dat hij al een zo hoge leeftijd heeft bereikt en zonder de narow escape met die hersenvliesontsteking zou z'n weelderige haardos nu misschien nog zwart zijn geweest. Maar zwart of grijs om de slapen: óp naar de vijfenzeventig is Lammert Popma nog even energiek, nog evenzeer met allerlei plannen bezield, als vóór veertig, vijftig jaar. Hij raakt wan neer hij er althans de tijd voor neemt dan ook niet uitgepraat over de grote liefhebberij, waaraan hij zich van z'n vroegste jeugd af met heel z'n hart heeft gegeven en waarvoor hij zou willen vechten tot z'n laatste ademtocht: het Friese toneel. Om zich nog duidelijk verdienstelijk te maken zou dat laatste overigens niet nodig zijn voor deze vitale veteraan, want hij heeft zich in z'n werkzame leven al zó onderscheiden voor het Friese toneel, dat z'n naam er onverbrekelijk aan verbonden blijft. Veertien jaar was Lammert Popma, toen hij onder zeer primi tieve omstandigheden in z'n geboorteplaats Terband onder Heerenveen voor de eerste maal aan toneelspelen deed. De on miskenbare aanleg ervoor had hij niet van vreemden, want z'n pake van memme-kant was niemand minder dan Lammert de Vos, die in een ver verleden z'n sporen verdiende in de voordrachts kunst. Z'n vertrek, op latere leeftijd, naar Holland deed de aangeboren liefde voor het Friese toneel niet verflauwen en toen hij het na een aantal Amsterdamse en Rotterdamse jaren weer hogerop zocht en in Zwolle belandde, werd hij voorzitter van de Krite en ervoer hij, dat hij in de tijd van een ogenblik tot over de oren in het toneelwerk zat. Lammert Popma: gauw even een hapje eten en dan maar weer de Bühne op! Terug in het heitelan werd Lammert Popma, samen met J. P. Wier- sma in 1929 de oprichter van het Nij Frysk Toaniel, voor welk gezelschap in de moeilijke jaren van de oorlog voor de laat ste maal het doek viel. Direct na de bevrijding was Lammert Popma er als de kippen bij om met een nieuw gezelschap op pad te gaan: de Jounpraters met Tine Winters, Aal Drent, mevrouw Huisman-Harmsen en Teake Zuidema. Met het kostelijke kwartet Tine WintersLammert PopmaJan OreelTeake Zuidema als oude kern, bereizen de Jounpraters nu al zeventien jaar lang binnen en buiten de provincie stad en land om het Friese toneel te propageren en te populariseren. Wat dat laatste betreft zou Lammert Popma over Leeuwar den beter tevreden kunnen zijn. ,,Nee, hier wil het nog niet zo goed met het Friese toneel ze moesten er beslist meer gebruik van maken!" Keus aan toneelstof is er daarbij genoeg: met zeven stukken heb ben de Jounpraters een uitgebreid repertoire met voor iedereen wat: de Miggeherberg en de Dübelgonger van Piter Terpstra en De oare doar en As it bloed sprekt van Lammert Popma zelf, voor wie van een lollige avond houden en De koperen slang en De dream, beide van Piter Terpstra, voor wie graag een stuk wil zien, dat wat „meer bij de man staat", zoals Popma het zelf zegt. Binnenkort zal dan nog De moard op bestelling in première gaan, een door Mary Dresselhuis uit het Frans in het Nederlands en door Boucke Visser van het Nederlands in het Fries vertaald blij spel, terwijl Piter Terpstra op dit moment voor de Jounpraters nog werkt aan De Prefessor, een stuk, dat we ook dit jaar nog op de planken zullen zien. Nemen de Jounpraters in het hoofd en het hart van Lammert Popma wel een heel belangrijke plaats in, ook buiten dit gezel schap heeft Popma als regisseur opmerkelijk goed werk gedaan. Hij is de grote meester geweest van zeker twaalf open luchtspelen, o.a. van de Boumaster fan de Aldehou, hij regisseert, nu alweer een jaar of zes, zeven, het toneel bij de jaarlijkse Boekewike in Bolsward, hij heeft de regie bij het gezelschap van Tetman de Vries en hij had achter de coulissen ook de touwtjes in handen van grote revue's als die bij de jubilea van de Zuivel- bond en de gymnastiekvereniging Quick; ,,tien dagen lang een stampvolle Harmonie". Als hij het zelf voor het zeggen had, zou Lammert Popma nog tientallen jaren doorgaan zo: leven en werken in het belang van het Friese toneel en van het Friese volk, waarvan hij als geen ander houdt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1962 | | pagina 5