Voetgangersstad - winkelstad RICHTLIJN WAARBIJ DE TIJDSFACTOR NOG ONTBREEKT Samenspel met belang hebbenden nodig 0. 0 f f'f In zijn inleiding tot het structuurplan schrijft ir. J. A. Kuiper onder meer het volgende: Een structuurplan bezit nog geen bindende kracht, het bedoelt slechts een basis en een richtlijn te bieden voor het gemeentelijk beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening. Het geeft een streefdoel, dat nader dient te worden uitgewerkt in stedebou vvkundige plannen. De ontwikkeling van een oude stad vraagt ech ter meer dan alleen he opstellen en het door de gemeenteraad vast: ellen van een aantal stedebouwkundige maaüegelen. Om leiding te kunnen geven is nodig een samenspel tussen gemeentebestuur en belanghebbenden. Van daar het belang voor alle partijen van een vroegtijdige publicatie van de denkbeelden, die richtingbepalend zullen zijn voor het gemeen telijke beleid. Reeds nu zullen reacties moge lijk zijn, waarmede bij de verdere uitwerking eventueel rekening kan worden gehouden; an derzijds kan de particulier reeds tijdig zijn han delen afstemmen op de toekomstige mogelijk heden, die in het structuurplan liggen besloten. Een structuurplan is aan verschillende beper kingen onderworpen: Allereerst geeft het een streefdoel, d.w.z. het plan moet voortdurend kunnen worden aange past aan nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden, die zich aandienen. Het plan moet dus flexibel blijven. Voorts geeft het plan wel het na te streven einddoel, maar zegt nog niets over de wense lijke volgorde van de uit te voeren werken. De factor tijd ontbreekt nog. Toch is deze factor van groot belang voor de ontwikkeling van de verschillende gebieden van de oude stad, en wel uit drieërlei oogpunt: le. het tijdstip van aanpak van bepaalde on derdelen is voor de betrokkenen van be lang, de volgorde van uitvoering van de ver schillende onderdelen moet goed gecoör dineerd zijn, het tempo van de uitvoering van sommige onderdelen van het plan kan soms beslis send zijn voor het slagen of niet-slagen hiervan. Bij een verdere uitwerking zal dus een planning van de verschillende tussenstadia niet mogen ontbreken. Tenslotte bezit het plan nog een bijzondere beperking. Gewoonlijk wordt namelijk het struc tuurplan voor de oude stad gepubliceerd gelijk tijdig met een soortgelijk plan voor de gehele gemeente, zodat de voorgestelde maatregelen in hun grotere samenhang kunnen worden be oordeeld. Zulks was in dit geval (nog) niet mo gelijk. Wel is uiteraard het structuurplan voor de oude stad ontworpen binnen het kader van een algemeen structuurplan, maar het nog lo pende overleg over enkele belangrijke elemen ten uit dat algemene structuurplan maakten een publicatie op dit ogenblik niet raadzaam. Aan het structuurplan voor de binnenstad van Leeuwarden liggen mede een aantal studies van het Nederl. Economisch Instituut ten grondslag. Deze studies hebben uitgewezen, dat een groei van de gemeente Leeuwarden tot een inwoner tal van 130.000 niet onmogelijk moet worden geacht, zodat ook het komplan op dit voorlo pige maximum moet worden afgestemd. Nadere studies hebben vervolgens aangetoond met welke behoeften aan winkel- en kantoor vloeroppervlak en aan parkeerterrein op deze grondslag moet worden gerekend. Met betrek king tot de toekomstige behoefte aan winkel en kantooroppervlak is het plan aangepast aan de gestelde wenspunten en is het dus ook kwantitatief verantwoord. Aan de in de toe komst benodigde parkeer-accomodatie zal pas ten volle kunnen worden voldaan, indien buiten de in dit plan reeds geboden parkeer- mogelijkheden tevens de sanering van de daarvoor in aanmerking komende gebieden wordt ter hand genomen. 2e. 3e. Het Ritske Boelemagasthuis, op de Turfmarkt naast de Kanselarij, moet verdwijnen voor de doorbraak naar het oosten door de binnenstad. In de oostelijke richting vereist de doorbraak door de binnenstad het verbreden van de Koningstraat. Hier is deze straat met rechts de gevelrij, die bij uitvoering van het sane ringsplan tot verdwijnen is gedoemd. Het merkwaardige, smalle hoekpandje aan de kant van de Voorstreek gaat dan ook verdwijnen. Juist in onze tijd treedt een tegenstelling aan de dag tussen de oude stad en onze nieuwe woonwijken: een tegenstelling tussen datgene, wat in vele eeuwen gegroeid en door vele geslachten tot een eigen karakteristiek is gevormd tegenover de nieuwe buiten wijken, sterk functioneel van opzet, door één of enkele generaties gesticht met een woningbouw van een massaal en uniform karakter, dat zich ternauwernood onderscheidt van die in welke andere stad van Nederland, aldus ir. Kuiper in zijn toelichting bij het saneringsplan. Als inwoner van een stad ervaart men dus de karakteristiek van zijn woonplaats veel sterker in de oude stad met zijn individualistische karakter (individuele woonhuizen!), met zijn monumenten en de herinneringen aan een al dan niet roemrijk verleden, dan in de moderne woonwijk. Daarbij blijkt de oude stad in bepaalde opzichten functioneel nog zeer bruikbaar. De oude stad was een „voetgangers"-stad en is daardoor ook vandaag nog uitermate ge schikt als winkelcentrum. Ook functioneel is een handhaving van de bestaande stads- structuur dus gemotiveerd. Leeuwarden vormt geen uitzondering op het hier geschetste algemene beeld. Het aantal panden, dat op korte termijn vervangen moet worden, is groot. Nieuwe city-functies moeten gehuisvest worden. Het verkeer dreigt binnenkort in het centrum van de stad vast te lopen, het aantal parkeerplaatsen is onvoldoende. Een vernieuwingsplan moet de verschillende nieuwe eisen en behoeften in overeenstemming brengen met het karak ter van oud Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1963 | | pagina 5