9
Ook hier moet de stadsgracht worden opgeoiierd aan de sanering van de binnenstad. Het is het
deel van de oostelijke begrenzing van het stadscentrum tussen Vliet en Gevangenis.
Het Vliet, de typische „uitbuurt" van Leeuwarden in vroeger eeuwen, zal hier de gracht ver
liezen om de toegankelijkheid van de binnenstad te vergroten. Eens was het Vliet, in de
primitieve omstandigheden van toen, de industriebuurt van Leeuwarden.
Wil het stadscentrum van Leeuwarden in de
toekomst zijn toenemende taak kunnen blijven
vervullen, dan zal het allereerst beter bereik
baar moeten worden. Dit geldt zowel voor de
toegankelijkheid van centraal Friesland uit als
voor het contact van de bestaande en nieuw te
bouwen wijken met het stadscentrum.
Een goede toegankelijkheid van centraal Fries
land uit klemt vooral daarom, omdat andere
gemeenten, met een meer centrale ligging dan
Leeuwarden, zich na de oorlog belangrijk heb
ben ontwikkeld. Het is daarom voor Leeuwar
den een levensbelang om de zuidelijke toegang
zo duidelijk en aantrekkelijk mogelijk te maken,
om de bestaande obstakels uit de weg te rui
men en daardoor tijdverliezen tot het uiterste
te vermijden.
De obstakels zijn tweeërlei: enerzijds is er de
overweg in de Schrans, anderzijds is er het
Scheepvaartverkeer, dat noodzaakt om vrijwel
alle toegangsbruggen als beweegbare bruggen
uit te voeren. De overweg in de Schrans kan
volgens de plannen aanmerkelijk worden ver
breed en van automatische halve overwegbo
men worden voorzien. Kan op deze wijze het
verkeer van de zuidelijke wijken naar het cen
trum veel worden verbeterd, voor een hoofd
toegang van het interlokale verkeer is dit on
voldoende.
Naar de huidige inzichten zal men de hoofdtoe
gangswegen van een stad, die straks wellicht
130.000 inwoners zal tellen zo lang mogelijk
gescheiden moeten houden van het plaatselijke
langzame verkeer en vooral het aantal kruis
punten moeten beperken.
Een vlotte bereikbaarheid van het centrum laat
zich niet verenigen met een overweg. Een vrije
kruising is op den duur onvermijdelijk.
De grote ongunstige invloed van de be
weegbare bruggen op de toegankelijkheid van
het stadscentrum is niet in overeenstemming
met de steeds toenemende betekenis van het
wegverkeer ten opzichte van de relatief
teruglopende betekenis van het verkeer te
water.
DEMPING BUITENGRACHTEN
Een hiertoe afzonderlijk ingesteld onderzoek
van het N.E.I. heeft aangetoond, dat het moge
lijk is om het westelijk gedeelte van het Vliet
en de Oosterstadsgracht voor het scheepvaart
verkeer te sluiten. In verband hiermede kun
nen de beweegbare bruggen tenminste als vaste
bruggen worden uitgevoerd, terwijl zich nu ook
de mogelijkheid opent om het Vliet en in
analogie met de ontwikkeling van het reeds
vroeger door demping gevormde Wilhelmina-
plein ook de Oosterstadsgracht en de zui
delijke stadsgracht te dempen en hier het mid
delpunt te maken van een toekomstig kantoren
centrum (parkeermogelijkheden).
Naast het bovenstaande heeft nog een andere
overweging de definitieve keuze van het tracé
van de zuidelijke toegangsweg beïnvloed.
Een blik op de kaart leert dat in Leeuwarden,
gelijk elders, alle bestaande interlokale wegen
op de oude stad zijn gericht. Wij zagen hierbo
ven echter, dat een goede ontwikkeling van de
winkelcity als „voetgangers"-gebied vraagt om
een ontlasting van de binnenstad van onnodig
autoverkeer.
Om dit te bereiken is een wegenrechthoek
rondom de oude stad geprojecteerd, zodanig dat
de toevoerwegen het verkeer naar de hoekpun
ten van deze rechthoek brengen. De binnenstad
is uitsluitend vanaf het midden van de recht
hoekzijden toegankelijk gedacht, waardoor tra
versen dwars door de oude stad zoveel moge
lijk worden vermeden.
Uitgaande van dit principe is de hierbij aange
boden verkeersoplossing aldus gedacht:
1. De nieuwe toegangsweg uit het zuiden
wordt met een hoge (ev. dubbele) brug over
het Van Harinxmakanaal gevoerd, wordt
dan met zo min mogelijk contactpunten tus
sen de zuidelijke woonwijken doorgeleid,
gaat met een vaste brug over de Potmarge
en met een tunnel onder de spoorweg naar
Groningen door en bereikt zo de zuidoost
hoek van de wegenrechthoek.
2. De Groningerstraatweg mondt uit op de tot
een verkeersknooppunt ontwikkelde noord
oosthoek van de wegenrechthoek. Hierbij
sluit zich aan het verkeer uit de noordelijke
wijken, dat over de Noorderbrug zijn toe
gang vindt.
3. De Vrouwenpoortsbrug is verplaatst gedacht
naar het Oldehoofsterkerkhof, waardoor het
verkeer uit de richting Harlingen en Stiens
op de noord-westhoek van de wegenrecht
hoek wordt gebracht. De grote verkeers
stroom op de Nieuwestad, die nu vastloopt
in de fuik van de Peperstraat wordt op deze
wijze buiten het winkelcentrum omgeleid.
4. Indien te zijner tijd een Fonteinbrug in aan
sluiting op de Fonteinstraat tot uitvoering
zal komen, zouden de westelijke woonwij
ken direct op de zuid-westhoek van de we
genrechthoek worden aangesloten.
WOONWIJKEN NAAR CENTRUM
In het bovenstaande werd de nadruk gelegd op
de interlokale contacten met het stadscentrum
van Leeuwarden. Voor de stad zijn de lokale
contacten echter nog belangrijker: voor de city,
omdat de wijkwinkelcentra anders te sterk zou
den uitgroeien ten koste van de city; voor de
woonwijken, omdat anders de eenheid en sa
menhang van het stedelijke leven te loor dreigt
te gaan.
Deze lokale contacten worden bemoeilijkt door
dat het stratennet van de verschillende wijken
(in het bijzonder de oostelijke uitbreiding) wei
nig op het stadscentrum is georiënteerd. Dit
bezwaar zal door de demping van het Vliet en
door een brug tegenover het Cambuursterpad
en verbetering van deze straat worden vermin
derd.
Bij de demping van het Vliet moet en kan de
Tuinen als open water gehandhaafd blijven:
moet om een direct verkeersaanbod op de
Voorstreek te voorkomen (de toegang tot de
binnenstad te verleggen naar het Droevendal);
kan omdat zij waterstaatkundig in verbinding
kan blijven met het niet te dempen gedeelte
van de Oosterstadsgracht.
De demping van de zuidelijke stadsgracht zal
op den duur evenwel onvermijdelijk zijn. Het
laat zich immers aanzien, dat het verkeerskruis
punt ten zuid-oosten van de strafgevangenis
zich zal ontwikkelen tot één van de meest be
laste verkeersknooppunten van de stad.
Aan de zijde van de gevangenis kan maar wei
nig terrein worden gewonnen. Een volledig ver
keerspunt zal anderzijds zoveel ruimte vergen,
dat het dempen van de gracht noodzakelijk zal
blijken te zijn.
In de oude uitbreiding ten zuiden van het sta
tion zullen enige doorbraken nodig zijn om een
meer logische toegang voor het plaatselijke
verkeer te verschaffen.