De
Buitenschool
JiMili
MIS FT
:--3Pr
l®ETj;2
J. MEIJER:
„Deze school biedi zoveel gelegenheid om in contact
te komen met het levende kind!"
ONDERWIJS
MEDISCHE ZORG EN
MAATSCHAPPELIJK WERK
ËMÉfiÉtffi
t&.r
De rondleider die dezer dagen in een autobus vol buitenlanders op allerlei
facetten van Leeuwarden de aandacht vestigde en tijdens deze rit van diverse
objecten kon vertellen dat het „het grootste van Europa" was (de jachthaven,
de Coöp. Condensfabriek „Friesland", het vliegveld, en de nieuwe veehallen)
miste een kans toen hij op de hoek van Achter de Hoven en de J. H. Knoop-
straat alleen maar attendeerde op het Parkherstellingsoord, en dit ten onrechte
ook nog een sanatorium noemde.
De Vereniging „Parkherstellingsoord" heeft immers, nu de tuberculose als volks
ziekte zo sterk teruggedrongen is, andere taken op zich genomen. Het Park
herstellingsoord is een verpleeginrichting voor chronische zieken geworden,
terwijl de vereniging daarnaast de Buitenschool beheert. En deze Buitenschool
had gepast in het rijtje van zaken waarmee Leeuwarden op Europees niveau
eer inlegt.
Het hoofd van de school, de heer J, Meijer kan
met trots verklaren, dat er in ons land geen
enkele school met deze doelstelling te vinden
is, die wat terrein, gebouwen en personeels
voorzieningen betreft, zo goed is als de Leeu
warder Buitenschool, Omtrent de doelstelling
dient allereerst het misverstand uit de weg ge
ruimd te worden, dat bij dit onderwijs de t.b.c.-
bestrijding voorop zou staan.
Bij de oprichting van de eerste buitenscholen
was dit wel het geval. De in de begintijd toe
gepaste methoden (die overigens ook te Leeu
warden nog tot 1952 toegepast werden), veel
eten, desnoods door middel van voeren, veel
rusten en kou lijden, wezen ook in deze rich
ting. Nu is het zo, dat van de 128 leerlingen
van de Buitenschool, er slechts twee geplaatst
zijn, waarbij de voor- of nazorg met betrekking
tot t.b.c. een rol speelt. De overige 126 zijn
lichamelijk zwakke kinderen, die aa»; hartge-
breken, asthma, hersenaandoeningen, of spijs
verteringsstoornissen kunnen lijden, terwijl
en dat is een typisch verschijnsel van onze
tijd een groot percentage nerveuze kinderen
tot de leerlingen behoort.
De veranderde indicaties tot plaatsing op een
buitenschool, moesten logischerwijze wel ver
anderde methoden tot gevolg hebben. In 1953
begon men te Leeuwarden hier intuïtief mee.
De nadruk werd niet meer gelegd op veel eten,
niet alle kinderen werden gedwongen om te
rusten, en aan de Spartaanse koulij derij kwam
een einde. Daarvóór was het wel zo geweest,
dat de leerlingen met potlood moesten schrij
ven, omdat de inkt in de inktpotten bevroor.
In 1954 werd het eerste lokaal met een af-
schuifbaar dak in gebruik genomen. Dit was
een primeur voor Nederland. De hiermede op
gedane ervaringen kwamen bijzonder goed van
pas, toen in 1956 plannen werden gemaakt voor
een geheel nieuwe school. Het personeel had
ervaren, dat dit systeem veel gesleep met meu
bilair en leermiddelen voorkwam, maar wat
veel belangrijker was, de rust en de paedago-
gische beïnvloeding in de klas bijzonder ten
goede kwam.
De nieuwe school die op 14 september 1961
door H.K.H. Prinses Beatrix in gebruik werd
gesteld, is een modelschool geworden. Rijks-
en gemeentelijke overheid hebben bij de bouw
en de inrichting bijzonder veel medewerking
gegeven. De belangstelling voor de Leeuwarder
Buitenschool is zo groot, dat zo nu en dan het
aantal excursies naar de school beperkt moet
worden.
Er zijn 3 eenheden, die ieder twee klasse
lokalen met afschuifbaar dak bevatten. Bij elk
klasse-lokaal behoort een werkhoek voor indi
viduele arbeid, een huiskamer met zithoek, een
garderobe, een waslokaal en toiletten. De beide
delen zijn door een lighal, die niet meer voor
alle kinderen wordt gebruikt, met elkaar ver
bonden, terwijl ze alle zes via gangen in
Klasselokaal met afgeschoven dak van
de Buitenschool.
Dit is het gebouwencomplex
van de Buitenschool,
gezien van het wandelpaadje
langs de Potmarge.
verbinding staan met het hoofdgebouw, waarin
medische en administratieve vertrekken, een
magazijn en goed geoutilleerde keukens zijn
ondergebracht.
Een grote zaal voor physische therapie geeft
een bevoegde vakkracht alle gelegenheid te
werken aan de lichamelijke heropvoeding van
de leerlingen, waarvan velen een slechte gang,
een kromme rug en andere lichamelijke afwij
kingen vertonen.
De oppervlakte van het fraaie terrein bedraagt
11.500 m'2, waarvan 2600 m- door gebouwen
wordt ingenomen. De totale lengte van alle
gangen bedraagt 203 meter, fn het gehele com
plex kan men 223 verschillende deuren open
en dicht doen. De zuidelijkste hoek van het
terrein is de z.g. Zweedse speeltuin", waar
alles mag. Dit laatste is overigens een betrek
kelijk begrip, want je mag er niet aan de kruis
bessen van de er naast liggende kwekerij
komen, en wanneer je met kluiten modder de
schoen van een vriendje in de sloot er naast
tot zinken brengt, kan „meester" Meijer dit ook
(Lees verder: pagina 7)