Leeuwarden raakt al z'ii poorten kwijt DE SLOPERS LEVEN ZICH UIT Stelt U zich eens voor, dat Leeuwar den de stadspoorten niet had ge- Sloopt. Dan zouden ze nu nog als host- bare erfstukken van het verleden de grenzen van de oude binnenstad mar keren. Beide foto's tonen ons de Hoek- sterpoort, die dus heeft gestaan op een paar passen afstand van het ge bouw, waarin dit blad wordt gedrukt. tiet dempen van de Oudegracht, die bij de Koemarkt liep, waarna deze veemarkt langs het Rui- terskwartier aanzienlijk kon wor den uitgebreid en in vakken kon worden verdeeld: de varkens kregen een plaats aan het begin van het Ruiterskwartier, de schapen hokten samen aan de kant van het huidige Beursge bouw en de koeien kwamen hier aan tweehonderd pas opgerich te stenen palen te staan. En op de plaats waar mu, stil maar stoer, onze Mercurius staat, werd een plein aangelegd, waarop de boeren, die de markt bezochten, hun wagens konden stallen. Zozeer verheugden de Leeuwar ders zich in al deze veranderin gen, die als evenzovele verbete ringen werden aangemerkt, dat ze in de nu volgende jaren door gingen met het verder verfraai en van de stad. Daartoe werden de bolwerken, voor zover ze nog niet in hun oude glorie waren aangetast, verder geslecht of al thans stukken verlaagd, opdat ze voortaan als wandelpaden beter bereikbaar zouden zijn. Zo ontstond er een groot plant soen tussen het Wilhelminaplein en de nog steeds sierlijk kronke lende stadsgracht, die nu line- aairecht langs de Willemskade loopt en zo werden ook de bas tions bij de Lieve Vrouwenpoort in plantsoenen herschapen. Over de Lieve Vrouwen Binnen poort zélf werd in 1837 het von nis geveld, toen de raad besloot ook dit monument uit het verle den aan de slopers prijs te ge ven. Daarmee verloor Leeuwar den de laatste van de serie poor ten, die enkele honderden jaren lang het stadsbeeld hadden ge sierd. Maar van een verlies aan stedeschoon waren de slopers en onze voorouders, die bij het slo pen stonden toe te kijken, zich niet bewust. Pas tientallen jaren later begon men flauw te besef fen, wat de stad met het oprui men van de land- en waterpoor ten had verspeeld. Werd Leeuwarden, zoals we de vorige maand hebben gezien, tussen 1817 en 1824 dus al van de Tuinster Waterpoort, van de Lieve Vrouwenpoort en van de Wirdumer Buitenpoort beroofd, in de elf jaren daarna raakte de stad ook nog de andere poorten kwijt: de Hoekster Land- en Waterpoort, de Hoekster Buitenpoort, de Wir dumer Binnenpoort en de Huizumer Waterpoort. Tezelfdertijd werd zeer energiek de spade in de dwingers gezet, zodat onze voorouders er in korte tijd in slaagden om in letterlijke en figuurlijke zin het stadsbeeld grondig te vervlakken. Tot 1831 bleven de poorten als tolhuizen nog een functie vervul len: wie van buiten kwam en de stad wou betreden, kon dat alleen na het betalen vain poort geld doen een vorm van be lasting, die met het toenemen van de bevolking van de buiten buurten meer en meer werd be klaagd. Tot die klachten zó hevig wer den, dat de raad besloot deze bron van inkomsten maar te dempen het poortgeld werd afgeschaft, waarna de poorten in de ogen van het stadsbestuur helemaal overbodig werden. Zeer rap en nog wel in hetzelf de jaar werden nu de Hoekster Land- en Waterpoorten tot puin geslagen, terwijl men de zuid zijde van de stad een heel an der aanzien gaf door het door graven van de Wirdumerpoorts- dwinger, het slopen van de lan ge smalle brug over de buiten gracht en het bouwen van een nieuwe en veel kortere Zuider- brug, die dus kwam te liggen op de plaats, waar nu de Beurs- brug ligt. Voor de verbinding met de zes jaar eerder aangelegde straatweg naar Zwolle beteken de deze nieuwe Zuiderbrug een belangrijke verbetering, zoals de aanleg van de straatweg naar Groningen al evenzeer als een bijzondere vooruitgang voor de stad kon worden aangemerkt. Beide ondernemingen brachten het verder afgraven van de dwingers met zich mee: het res tant van de al eerder aangetaste Hoeksterpoortd winger moest worden geëgaliseerd en de Wir- dumerpoortsdwinger werd geheel doorgegraven, terwijl de gracht bij deze poort werd gedempt en ook de aarden wal tot de Hui zumer brug (bij het huidige ge bouw van de Amsterdamsche Bank) verdween. Een andere, ingrijpende, ver andering, die zich in deze tijd aan het stadsbeeld voltrok, was

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1963 | | pagina 11