Oldehove wordt recht gezet! Wandeling door 18e eeuws Leeuwarden w\. WIGERSMA Denk u auto's, fietsen en bussen weg, steek u in kleding van twee eeuwen geleden, vergeet telefoon, electrisch licht en waterleiding en u komt enigszins in de stemming voor een kui ertje door onze hoofdstad tussen 1700 en 1800. We gaan dan eerst naar het Aarden Waltje, het tegenwoordige Heerenwaltje. Daar woont H. Wiersma, uurwerkmaker, en in zijn huis vertoont A. Jeltema op maandag, woensdag en zaterdag om 6 en om 9 uur „17 cierlijke af beeldingen, vervattende het geheele wisselval lige leven van den aartsvader Joseph, wor dende iedere afbeelding door hem digtkundig verklaard". U hoeft er maar 6, 4 of 2 stuivers voor te betalen, dat hangt van de rang af die u vindt dat bij uw status hoort. Het kan zijn dat we, door die straat gaande, even de „fraaie huizinge" van paruik(pruik)- maker Saphron binnenlopen, dat verkocht wordt en 80 carolus guldens aan huur doet. Van het Aarden Waltje naar de Waag lag over de gracht de Kettingbrug, dus tussen de Lange Pijp en de Tontjepijp in. In de Grote Kerkstraat woont de kunstschilder R. Jelgerhuis, hij „geeft les in de perspectief, volgens den leiddraad van Caspar Jacobz. Phi lips, dog met noodige verbeeteringen van hem zeiven, overeenkomstig zijne uitgegeeven aan merkingen over dat werk." Caspar Philips was een Amsterdamse graveur. We kuieren langs Johannes Feenstra, Achter de Grote Kerk, hij is stads-visafslager en dan lopen we even binnen in het huis van wijlen J. Hesseling, „doopsgezind leeraar te Leeuwar den" waar verkoping is van prenten en raritei ten zijn woning ligt bij 't Amelandshuis. We praten daar met Antje Riddersma, die in de steeg bij de Bagijnepijp „klein kinderschool" houdt en zij vertelt ons dat T. H. Smeding uit de Bollemansteeg, praeceptor der Latijnse scho len in onze stad, „kostscholieren" vraagt. Vermoedelijk houdt u veel van muziek, laten we dan even naar de horlogemaker Wiek in de Breedstraat gaan, daar staat te koop „een clavecimbel van 2 klavier en 4 registers, zijnde een nieuw steertstuk"; we kunnen ook nog eens rondsnuffelen in de Stadsdoele waar ver kocht wordt „een zeer groote en heerlijke par- thije gedrukt en geschreven musicq door de meest beroemde meesters van Europa gecom poneerd." Niet meer en niet minder! Natuurlijk houden we allemaal van lezen en kopen dus in „den Frieschen boekhandel" een boekje met een zeer bijzonder nuttige strek king: „Verhandeling over de algemeene klag- ten van kwade tijden, die hierin bestaan, dat er in pracht van kleeding bijna geen onder scheid te zien is tusschen dienstbaren en bur gers." Laten we het ons voor gezegd houden. Zou Froukje van der Meer zich dit moeten aantrekken? Zij is „Duitsche mutsstijfster" en woont ook al in de Bollemansteeg. U kunt bij haar terecht voor „allerbeste gekookte stijfsel om Duitsche mutsen te stijven." U weet, de duitse muts was dat enorme geval, waarmee de dames pronkten in dit uitzonderlijk boester- winderig gebied, zij moesten het dan ook met een lint steeds in evenwicht houden. Maar dan nóg. We kunnen ons voorstellen, dat u uw hersens óók wel eens wilt inspannen na al dit geschui fel door de stad. Gaat u dan mee naar de Bur- maniastraat, want daar woont bij kleermaker S. Schwartzburg de procureur J. Loyenga. Hij geeft onderwijs in „aritmetica, geometria, alge bra, alsmede in de daar uitspruitende weten schappen van landmeten, optica, mechanica e.a„ alles ingevolge de leiddraad der antique en moderne schrijvers, gedenkende na zulks mede institutie te doen in de differentiaal-, in tegraal en exponentiaal tekening langs de wei- geplaneerde baan van prof. C. Wolf te Halle." Poeh! wat een geleerdheid. Je raakt al buiten adem van alles, wat je bij de procureur kunt leren. We zullen er dus maar niet aan begin nen, doch naar het leven-van-nü overstappen om ons te realiseren, dat we al dit wetenswaar digs opgetekend vinden in de bekende „Stads en Dorpskroniek van Friesland", verzameld door dr. G. A. Wumkes. M. J. VAN HEEMSTRA UITZONDERLIJKE KLEDING MODES EN HOEDEN VOOR DAMES EN HEREN f VAN OUDS 5 SINDS 1855 Reeds eeuwen om precies te zijn: sinds 1532 vertoont de Oldehove de scheve en kromme gedaante, die ons zo eigen is, maar die toch wel voortdurend de bange vraag oproept of deze oude toren niet eens zal omvallen. Dat zou een schokkend drama zijn. Alhoewel de gemeentelijke dienst van open bare werken geen ogenblikkelijk gevaar vreest, wordt daar toch reeds sinds jaar en dag gepeinsd over mogelijkheden de Olde hove rechter en hechter te maken. Het ont breken van de daarvoor vereiste technische hulpmiddelen en ook de vereiste financiën heeft tot dusver dit peinzen vergeefs gemaakt. Tot dusvermaar we kunnen thans de verheugende mededeling doen, dat op zeer korte termijn met het rechtzetten van de Oldehove zal worden begonnen. Voor dit gigantische werk beschikt men over een bij zonder grote kraan, die naar men hoopt met enkele ferme rukken de toren in de ver ticale stand zal brengen. Het is de bedoeling de eerste van de volgende maand met dit werk te beginnen en wij waren reeds in staat deze foto van de proefopstelling van de kraan te maken. Gaat u maar eens kijken op 1 april. Op het Oldehoofsterkerkhof wacht u een boeiend en spannend schouwspel. Bovendien onttrekt u zich op deze manier aan de flauwe april- grapjes van uw medemensen. Want daar voor heeft niemand tijd bij dit spectaculaire werk! NAAUW 8 Een genoeglijk 18e eeuws Leeuwarder straat- tafereeltje. Dit is de Korfmakerspijp in 1750.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1964 | | pagina 9