HAAK Een „gezellige' jurk uit het jaar 1926 Brieven aan Moeder Leeuwarder Gemeenschap Nico DROOG Voor een luttel bedrag 9 In het jaar onzes Heren 1926 kon men in Leeu warden in de uitverkoop een porceleinen kop en schotel krijgen voor 5 cent, kleine borden kostten 8 cent, een 24-delig tafelservies 10. en lepels en vorken waren te bezetten vanaf 7 cent. Was uw wens echter uitgegaan naar vilten pantoffels, dan moest u 63 cent neer tellen. Een serge japon met lintgarnering kostte 16.75, twee-persoons graslinnen lakens 1.60; voor grote slopen kon men kiezen uit 65, 55 en 48 cent, terwijl tafellakens 2.50, 1.90 en 1.25 deden. Directoirs waren te krijgen vanaf 35 cent, qemoltonneerde mansbroeken kostten 1.60. Zij, die over een mond-prothese dachten kon den kunsttanden kopen voor 3-.per tand, terwijl een volledig gebit 50.kostte, „met inbegrip van pijnloos trekken." En ter gerust stelling van het slachtoffer stond er in de ad vertentie bij: „Op goed passen en soliditeit 3 jaren garantie." En daarna? We gaan weer even naar zaken-van-alle-dag terug: prima roestvrije spelden voor IV2 cent, handgaren, wit en zwart, 200 el, voor 4Va cent, de wol per knot 28 cent, prima keperband 36 cent per 40 els stuk. De grote uitgaven waren er natuurlijk ook: „een tailleurcostume naar maat gemaakt, 80. Nu zijn we dus in de mode verzeild geraakt, een kant van het leven die terug gaat tot de geboorte van de eerste vrouw. Met leedwezen nemen we kennis van de mededeling: „Ja, er is niets aan te doen, maar we moeten weer gelooven aan de lange mouwen. Bloote armen is geen mode meer." Dat arme vrouwelijke geslacht, zó streng beheerst door La Mode. De dames konden zich wellicht troosten met een kwatta-reep van 5 cent, een zegelring van af ƒ4.50 of een dasspeld met diamant vanaf 12.En was het dat niet, wat zij zich graag aanschaften, dan maar een schaar voor huis houdelijk gebruik, prima staal met garantie, voor 57 cent. Maar de heersende mode laat ons nog niet los. U ziet op deze bladzijde een „gezellige" japon afgebeeld. Of denkt u er soms anders over? Er boven staat: Een practische „zaken'japon. Hier volgt dan het commentaar. „De vrouwen, die in zaken werkzaam zijn, in winkels of op kantoren, hebben dikwijls heel wat te stellen met het kleedingvraagstuk. Lang niet iedere zaak staat toe, dat men eenvoudig met de mode meegaat" (daar zou je tegenwoordig mee aan moeten komen!) „en in vele bedrijven is 't wenschelijk, dat men „sober maar net" ge kleed is. Vooral geldt dit voor de kantoren waar men tusschen de vele heeren-collega's zoo spoedig opzichtig of het tegenovergestel de te gewoon gekleed is. Wij beelden hier een japon af, welke speciaal voor het werken in zaken ontworpen is. Het is een kleeding- stuk, zooals men er gemakkelijk bv. twee kan maken, welke men een flinke tijd tegen elkaar in kan dragen. Het japonnetje hindert niet bij het loopen, heeft geen patjes of versiersels, waardoor men aan lessenaars en toonbanken blijft hangen" waarom dan geen over alls, ook voor de heeren-collega's?)" en vol doet aan den eisch „sober maar net". Wij laten het commentaar over aan de lezers. M. J. VAN HEEMSTRA We hebben wat onenigheid gehad, Kees en ik. Het was eigenlijk be lachelijk en ik denk, dat het wel een beetje van het warme weer kwam. Kees had een middag vrij en het was precies in de kermis- week. Daar zouden we samen naar toe, maar eerst wilde Kees naar de Prinsentuin, waar een beelden tentoonstelling is. Die tentoonstel ling is naar aanleiding van de hon derdste geboortedag van Pier Pan der, een Friese beeldhouwer, die Wilhelmina met hangend haar op de guldens en rijksdaalders heeft afgebeeld en verder een groot aan tal blote dames en heren in mar mer heeft uitgehouwen. Die beel den staan nu in een Pier Pander Museum in de Prinsentuin en Kees zei, dat Pander zijn tijd ver vooruit was, omdat die beelden niet een monokini maar een nokini droe gen. Ik vond die opmerking zeer ongepast in deze gewijde sfeer, want niet elke dag wordt een beeldhouwer honderd jaar geleden geboren en dan past enige piëteit met zijn werk. Er was trouwens een oude dame die kwaad omkeek, en dat vond ik erg gênant. Buiten waren andere beelden, niet van Pier Pander, maar heel abstract. Ook hier kon Kees zijn fatsoen niet houden en hij stond overal luid om te lachen. Ik zei dat hij zich beter moest gedragen en dat hij niets van kunst begreep. „Begrijp jij het wel?" vroeg hij. Ik zei: „Deze kunst moet je niet begrijpen, maar ondergaan." Dat had ik eens er gens gelezen en Kees was meteen knock-out. Hij zei niets meer en zat nog stuurs te zwijgen, toen we op het terras een glaasje jus nut tigden. De reprimande kon hij niet verteren en hij werd zo dwars, dat hij meteen naar de Leeuwarder Griezelkelder wilde. Nu is die Griezelkelder wel een aardige instelling en zeer leerzaam, want men kan er zien hoe misda digers vroeger werden behandeld, voordat de Reclassering het ont hoofden en radbraken afschafte. Maar Kees weet drommels goed, dat ik niet tegen dergelijke gru welen kan en hij wilde me op die manier mijn cultureel niveau in de Prinsentuin betaald zetten. Enfin, ik liet me niet kennen en dacht: Op naar de valbijl, ik hoef er zelf niet onder. Nu moe, het was me wat, deze beeldententoonstelling. Allemaal misdadigers, zoals de vrouw, die haar kindje in een put verdronk. De vrouw stond er, de put was er en als je 't deksel op lichtte, dan hoorde je 't kind hui len. Doodeng. En Kees was zo gemeen. Hij zei: „Je hoeft het niet te begrijpen, je moet het onder gaan." Naderhand bereikten we zwijgend de kermis. Het was nu weer mijn beurt om rot te doen en dus wilde ik in het hoge rad, met het oog op de hoogtevrees van Kees. Hij is meegegaan, vanwege de echte lijke trouw denk ik, maar toen we driemaal de top waren gepasseerd, was- hij zo wit als een laken. „Je zou best in het Pier Pandermuseum kunnen, stuk marmer," riep ik. Dat was gemeen, ik weet het en later had ik spijt. Ik wist niet wat ik moest doen om het goed te maken. Van die stemming heeft Kees han dig geprofiteerd. Hij neemt nu auto-rijles: van z'n één in z'n twee en van z'n twee in z'n drie. En maar achteruitrijdend achter een andere auto parkeren. Dat zie ik dagelijks wel tienmaal voor ons huis op straat, met de auto van de buurman als obstakel. Als ik dat zo zie, dan denk ik wel eens: zo'n rijbewijs zegt misschien niet veel omtrent de rijcapaciteiten, maar ze zullen en ze moeten mooi achter een andere auto langs het stoepje kunnen rijden. Ik hoop, dat Kees er gauw de slag van te pakken heelt en zal jullie daarna onmid dellijk bericht sturen over zijn eerste deuk. Hartelijke groeten van ANS OOSTERGRACHTSWAL 113 TEL. 25481 LEEUWARDEN f 3,00 per jaar kunt u zich abonneren op de REIS- EN WEEKEND TASSEN versterkt met leer, frisse dessins in streep en ruit f 8.95 - 9.95 - 11.95 - 13.75 - 14.95 PUKKELS (TASSEN) voor school en kantoor. Ruit dessin 6.95 - 7.95 Grote collectie colliers en broches. Een verjaardag is bij ons geen probleem Oude Oosterstraat 4 Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1964 | | pagina 9