ÉSSI
■Bra
geen nieuwe bedrijven aan het Vliet
zouden worden gesticht. De Vlietsters
weigerden deze zelfmoord op lange
termijn te aanvaarden en zo bleef de
verbinding ontbreken, tot in 1656 ein
delijk een voetbrug met een poortje
als uiterste concessie van het stads
bestuur tot stand kon komen. De Vliet-
sterbrug van nu heeft dus wel een
zeer lange voorgeschiedenis
STERK CONTRASTEREND MET DIT
„TWEEBRUGGENPLAATJE" is het
beeld van het moderne Nijlan, dat op
de Uiterdijksterweg is gemaakt. Het
laat duidelijk zien hoe de bebouwing
in deze nieuwe woonwijk ruimtelijk is
geordend, met de afwisseling van
eengezinswoningen en flats. In 1958
is men hier begonnen, nu is 't Nijlan
grotendeels klaar, al ontbreekt er op
onderdelen nog wel het een en ander.
De huisvrouwen missen wel het ergst
een goed winkelcentrum. De grond
daarvoor is door de gemeente aan
een beleggingsmaatschappij verkocht,
maar deze schijnt zozeer in detail
handelstroebelen te zijn verwikkeld,
dat de bouw zo langzamerhand
onder de uitzichtloze gevallen on
dergebracht moet worden.
r«PÜ
i nieuw
een lintbebouwing, die plaats bood
aan allerlei vormen van nijverheid
een pril soort industriewijk dus.
HET WAREN ONGETWIJFELD ON
DERNEMENDE LIEDEN, deze Vliet
sters, maar eigengereid waren ze bo
vendien. Hun vestiging buiten de
stadswallen en de vestinggracht be
vrijdde hen van allerlei knellende
banden, die de stadsregering daar
binnen tot gelding kon brengen. De
Leeuwarder overheid heeft zich lange
tijd krachtig tegen deze vrijbuiterij
verzet, vooral door de weigering een
brug over de gracht naar de Tuinster-
poort te doen aanleggen om een ge
makkelijke communicatie tussen Vliet
en stad tot stand te brengen. Op 1
april 1637 werd deze toestemming
verleend, maar op voorwaarde, dat er