Gasverwarming
G. A. van der Veen
a ma Toch Maakt Al
SLEUTELS
Weinig in aanzien
Teruggang
19
(Vervolg van pag. 17)
de koper. Dit betrof dan de lichte turf, o.a.
gebruikt door bakkers, brouwers en zeep
zieders. De huisbrand, baggelaar, was veel
zwaarder: daarvoor kregen de dragers 10
st. en de meter 6 st. Die tarieven werden
in 1820 met 1 a 2 st. verhoogd. Daarenbo
ven betaalde voortaan de schuitevoerder 5
st. per schuit in 't geheel. Evenwel was
het gebruik, de turfwerkers bier of sterke
drank te schenken. Hun instructie bevat
daaromtrent vele bepalingen, wat doet ver
moeden, dat daarbij wel misstanden optra
den.
Aanvankelijk werden de baantjes van meter
en drager als gunstbewijs vergeven. Gewe
zen dienstbaren en soldaten, aan wie de le
den van de magistraat meenden enige ver
plichtingen te hebben, kwamen daarvoor in
de tijd van de republiek het meest in aan
merking. Uit 1882 is er een sollicitatiedos
sier bewaard gebleven; ook toen nog wa
ren er veel meer gegadigden dan vacatu
res. In aanmerking wensten b.v. te komen
een soldaat met 35 dienstjaren (wat hem
een pensioen van 100- 's jaars opleverde)
en een 53-jarige kleermaker zonder vol
doende werk, doch ook wel jongere arbei
ders („bezwaard met vrouw en kinderen")
die deze bijverdienste kennelijk hard nodig
hadden. De commissaris van politie liet de
antecedenten van de sollicitanten nagaan
en gaf daaromtrent kernachtige inlichtin
gen: „misbruiker van sterken drank, woes
te kerel, vechtersbaas", „maakte vroeger
dikwerf misbruik en nu nog veel gebruik
van sterken drank, vooral als hij daartoe
gelegenheid en middelen heeft", doch ook
wel „gedraagt zich onberispelijk" en „zijn
gedrag wordt gunstig beoordeeld".
Het corps van de turfwerkers was in het
algemeen niet erg in aanzien. Zelfs in (17e
eeuwse) officiële stukken wordt gesproken
van ,,de swarte hoop" en dat was geen
vleiende naam, immers een herinnering
aan de Saksische soldaten, die in het be
gin van de 16e eeuw plunderend door Fries
land trokken. Deze slechte naam zal wel
het gevolg geweest zijn van het drankmis
bruik der turfwerkers; Bredero schreef al
„de arrebeyers en draaghers an de straat,
dat is een volckjen, dat haer op den dronck
verstaat". Toch waren er in het korps na
tuurlijk ook veel eerzame en vlijtige wer
kers.
Merkwaardig is het proces, dat in 1673 voor
het gerecht van Leeuwarden werd aange
spannen. Terwijl de turfdragers haar huis
in- en uitliepen, constateerde de bewoon
ster, dat er vier zilveren lepels verdwenen
waren. Uiteraard werden de arbeiders van
diefstal verdacht en gefouilleerd. Dat er on
danks zijn stellige ontkenning van schuld,
toch een onderzoek bij hem thuis werd in
gesteld, griefde een der dragers zo zeer,
dat hij daar een rechtszaak van maakte en
50 gulden vergoeding eiste wegens aantas
ting van eer en goede naam. Het verweer
van de aangeklaagde, dat zij niet de bedoe
ling had gehad hem te beledigen, werd
evenwel aanvaard en het smartegeld werd
de turf drager niet toegewezen.
Voor zover kan worden nagegaan, bestond
het korps in de 17e en 18e eeuw onge
veer 50 meters en 100 dragers (aldus nog
in 1827); in 1841 werd het aantal meters
teruggebracht tot 40, in 1857 tot 32. Uiter
aard zijn deze getallen tegen het einde van
de 19e eeuw met het afnemen van het turf-
gebruik nog verder beperkt. In 1889 werden
er nog 45.000 hl. baggelaar en 15.000 hl. lan
ge of gestoken turf (door veertien man) ge
meten; de inkomsten van de kommandeur
bedroegen dat jaar 59.06.
De commissaris van politie rapporteerde in
1907, dat in de maanden augustus tot en
met november door enkele particulieren en
enkele gestichten nog gebruik werd ge
maakt van de diensten der turfwerkers. Er
waren toen nog vier meters en 18 dragers
in functie en deze verdienden in het ge
noemde seizoen pl.m. 4,- per week. Hij
De voormalige turfzolder van het raad
huis is al meer dan een eeuw in ge
bruik als archiefdepot. Alleen het turf-
luik boven het Auckamastraatje (rechts
op de foto) herinnert nog aan de oude
bestemming.
gaf in overweging, niet meer in de vaca
tures te voorzien. In 1915 werd door b. en
w. aldus besloten. Toen waren er nog drie
meters en negen dragers; de gemiddelde
leeftijd was 67 jaar. Van een officiële op
heffing van het korps blijkt niets. In 1911
werden er voor het laatst herstellingen aan
de turfdragerswacht in de Reigerstraat ver
richt. In november 1917 was er in ieder ge
val een eind aan de activiteiten van turf-
meters en -dragers gekomen.
De drager van het in de aanhef genoemde
insigne heeft deze ietwat onwaardige ver
dwijning van het eeuwenoude korps niet
meer meegemaakt: Pieter Pieters de Jong,
arbeider en winkelier, die in 1870 op 39-ja-
rige leeftijd tot stadsturfdrager werd be
noemd, overleed in 1913. Zijn kleinzoon, de
heer A. de Jong alhier, had de attentie, het
draagteken aan het gemeentearchief te
schenken, waar dergelijke kleine voorwer
pen waarschijnlijk een betere toekomst tege
moet gaan dan in de familiekring. Hopelijk
zullen nog vele Leeuwarders zijn goede
voorbeeld volgen en op deze wijze min of
meer belangrijke voorwerpen (en foto's!)
voor toekomstige geïnteresseerden veilig
stellen.
W. DOLK.
Algemeen Technisch Installatie-bureau
-$■ centrale verwarming
-$■ oliestookinstallaties
-$■ gasstookinstallaties
luchtbehandeling
-$■ meet- en regeltechniek
Vrijblijvend advies en prijsopgave!
Verlengde Schrans 48 Tel. (05100) 26511-23343*
LEEUWARDEN
Sleuteldienst OTMA, Korfmakerstr. 1, tel. 27760, Leeuwarden
SLECHTS ƒ3,—
kost een jaarabonnement op dit blad
Nieuwe abonnementen worden gaarne aangenomen
door
N. V. ERVEN KOUMANS SMEDING
Voorstreek 101-103, Leeuwarden
Telefoon 22046 en 22047