J§
De volgende 12 ]h jaar
gaat het
allemaal
nog vlugger
1
lil
i
Qesprek met wethouder 1 ïekstra voor zijn koperen ambtsjubil
eum
k
li
flj
II
Op de middag van dinsdag 16 maart treffen we de heer J. Tiekstra thuis
en dat thuis is een van die aardige eengezinswoningen aan de Heliconweg,
vlak bij de Frieslandhal. U kunt zijn naam ook vinden op een bronzen
plaat in een der muren bij de hoofdingang van deze Frieslandhal, bij de
vermelding van de leden van het college van b. en w., die in de bestuurs-
sector de totstandkoming van de nieuwe veemarkt hebben bewerkstelligd.
"ft:
v
Maandblad onder auspiciën van de
Stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
14e jaargang no. 3 maart 1965
Redactie-commissie:
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pater H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
Redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141
Abonnementsprijs 3,00 per jaar
Giro-nummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding,
Leeuwarden
99
De heer Tiekstra is de wethouder van Fi
nanciën en van Onderwijs en Culturele Za
ken, twee zwaarlijvige portefeuilles. Bij de
laatste horen ook de sportzaken en daarmee
houdt de heer Tiekstra zich met bijzonder
genoegen bezig. Hij is een liefhebber van
voetbal en heeft vooral een grote belangstel
ling voor de daarmee samenhangende finan
ciële en organisatorische problemen. De tot
standkoming van „Cambuur" is in belangrij
ke mate mede aan hem te danken geweest en
hij beschouwt dit als een goed stuk werk, ook
in het verband van de politieke beginselen
die hij in de raad en in het college van bur
gemeester en wethouders vertegenwoordigt.
Als P.v.d.A.-er vindt hij deze vorm van pas
sieve recreatie voor een brede massa van
groot belang. Het is erg plezierig, dat ook
de heer Vondeling, fractieleider van de
P.v.d.A. in de Tweede Kamer maar nog al
tijd een goede Leeuwarder, eveneens bij deze
zaak betrokken is.
Het is hoogst uitzonderlijk, dat we wethou
der Tiekstra thuistreffen op een dinsdagmid
dag. Hij zou eigenlijk in het stadhuis moeten
zijn of bij een vergadering hier of daar. Een
licht griepje heeft hem een paar dagen bui
ten werking gesteld: misschien zaterdag kou
gevat bij het tuinieren: één van de privé-
liefhebberijen, naast fotograferen (kleuren
dia's) en lezen (geschiedenis van deze eeuw,
geografie en ter ontspanning af en toe een
detective). De televisie? Pas eind vorig jaar
door de knieën gegaan en het kan gauw te veel
worden, maar de informatieve program
ma's van allerlei aard zijn toch wel boeiend,
over het algemeen. De heer Tiekstra ont
kent het bestaan van enige geestverwant
schap op dit punt met mevrouw Van Some
ren.
We zitten met de wethouder te praten, om
dat hij zeer binnenkort zijn koperen jubileum
als zodanig viert. Vieren is misschien een
wat erg groot woord, maar 15 april, wanneer
het precies twaalf en een half jaar geleden
zal zijn, wordt stellig geen gewone dag, al
was het alleen maar, omdat de herinnering
aan 15 oktober 1952 sterk zal herleven. Het
was de dag, waarop het 39-jarige raadslid J.
Tiekstra wethouder werd, als opvolger van
de plotseling overleden wethouder van Finan
ciën, ir. M. H. Geerts. Hij werd de jongste
wethouder die ooit in Leeuwarden achter de
collegetafel had gezeten, maar moest onge
veer een half jaar later deze eer prijsgeven
aan de heer J. T. Vellenga.
Het was een plotseling en daardoor stellig
wel wat aarzelend begin. De overschakeling
naar het wethouderschap eiste veel en er is
toch wel een vrij lange aanloopperiode no
dig, voor en aleer men bestuurlijk „op krach
ten" is. Twaalf en een half jaar hetzelfde
ambt bekleden is bij een normaal dienstver
band niet veel, maar voor een wethouder is
het een vrij lange tijd. Is dat eigenlijk niet
tot schade van het functioneren van het be
stuursapparaat? Kan men niet stellen, dat
de meeste wethouders vertrekken voordat ze
hun optimale bijdrage aan het bestuur heb
ben kunnen leveren? De heer Tiekstra wil
zelf de eisen van een gezonde doorstroming
en een gezonde continuïteit niet tegen el
kaar afwegen, maar zegt wel, dat men er
zich als gemeentebestuurder steeds meer
van bewust moet zijn, dat naast het werk
van alledag een groot stuk „beleid in per
spectief" aan de orde komt. Dat geldt zeker
voor Leeuwarden, waar het gemeentebe
stuur nu de ontwikkeling voor een verre toe
komst moet aangeven in een structuurplan,
dat een verdere stadsontwikkeling omvat
(vervolg op pag. 5)