Twintig jaar geleden De eeuwige Jood) //•Man! Duldt -Man Wie stookt heden den dag wéér den oorlogsbrand in 't germaansche land? De oproep en zij, die daaraan gehoor gaven Het is nu twintig jaar geleden. Op 15 april 1945 kwamen de eerste Canadese tanks Leeuwarden binnenvallen, ten overstaan van een uitgemergelde bevol king, slecht gekleed en slecht gevoed. Niet zo slecht gevoed overigens als de mensen in het westen van het land, waar bevoorrechte ouders tegen hun kin deren konden zeggen: „Als je vandaag zoet bent, dan krijg je vanavond een aardappel." En wanneer men daar een duif zag vliegen, dan gingen de gedach ten niet uit naar het symbool van de vrede, maar naar de eetbaarheid van deze vogel. Vogels waren soms merkwaardig goed gevoed, in tegenstelling tot de honden en katten, die trouwens voor het grootste deel waren opgegeten. Verder waren er suikerbieten, tulpebollen, brandnetels. In de kerken lagen de lijken der verhongerden te wachten op een begrafenis, waarvoor geen kisten beschik baar waren. Dat was elders. In Leeuwarden heeft men de materiële nood niet zo gekend. Friesland was wijkplaats voor de uitgehongerden van elders, voor zover ze van elders hier konden komen. Met het oorlogsgeweld hebben we hier slechts minimaal te maken gehad. Het vliegveld is af en toe gebombardeerd en er zijn enkele verdwaalde bommen in het stadsgebied ge vallen. De grootste wonde is geslagen op het Zaailand, waar de Duitsers bij hun aftocht BIJ DE OMSLAGFOTO: Oud en nieuw Leeuwarden raken elkaar bij het Vliet. Onder het hoge bruggetje van Schilkampen ziet men de moderne flatge bouwen (galerijflats) aan de Vuurdoornstraat het Old Burger Weeshuis, volgetast met be zwarend materiaal, in brand staken. Het zou een wonde worden die moeilijk te genezen bleek te zijn. Eerst vorig jaar is de leemte op gevuld met het gebouw van de Waterleiding. Toch is ook in Leeuwarden de bevrijding ge vierd in een roes van uitbundigheid. Wie zich maanden, soms jaren, schuil hadden moeten houden kwamen te voorschijn. De vreugde vermengde zich met wraakgevoelens jegens degenen, die in de vijf oorlogsjaren de boven toon hadden gevoerd. De N.S.B.-ers werden opgehaald, de verachte moffemeiden moesten veelal met het verlies van hun haren boeten voor hun wangedrag. Het was allemaal zeer begrijpelijk, maar het was hier en daar ook wel een beetje beschamend, zoals er werd op getreden. In de dolle roes kon alles, kon ook alles door de vingers worden gezien. We zijn nu twintig jaren verder. Er is veel ver anderd en er is veel afgekoeld. Honger en andere vormen van gebrek kennen we niet meer. Het is zeer moeilijk geworden zich nog voor te stellen hoe het toen was. De Duitsers zijn niet meer de grimmige rovers en beulen van weleer, maar vriendelijke toeristen, die dik in de Marken zitten en daarvan heel wat willen laten rollen. De N.S.B.-ers zijn gereclas- seerd en we zijn nu wel bereid aan te nemen, dat velen van hen niet zozeer boosaardige lieden waren als wel mensen, die politiek op een dwaalspoor waren geraakt. We verachtten toen de moffemeiden, maar kunnen het nu plaatsen, wanneer een Nederlands meisje met een Duitser gaat. Maandblad onder auspiciën van de Stichting „Leeuwarder Gemeenschap" 14e jaargang no. 4 april 1965 Redactie-commissie: Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling H. Kingmans Pater H. W. Dijkman O.P. J. T. Vellenga Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203 Adres administratie: Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047 Redactie: Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141 Abonnementsprijs ƒ3,00 per jaar Giro-nummer 809910 ten name N.V. Erven Koumans Smeding, Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1965 | | pagina 3