Leeuwarder stadhuis *2.1(1 jaar in gebruik
Begin december:
Drieëneenhalf)arige stadhouder legde de - thans onvindbare -
eerste steen
ïfï
In geschriiten over de Leeuwarder stadsgeschiedenis wordt doorgaans vermeld, dat het
stadhuis in de jaren 1715 tot 1724 is gebouwd. Dit is juist, voor zover het gaat om het
gebouw en de daarin aangehaalde versieringen, zoals beschilderde panelen, bewerkte
plaionds en dergelijke. Het gebouw is evenwel voltooid en in gebruik genomen in het
jaar, waarin met de bouw werd begonnen, in 1715 dus. De datum van ingebruikneming
was 1 december en dat is op de overeenkomstige dag van dit jaar dus precies 250 jaar
geleden. De eerste raadsvergadering in het tegenwoordige stadhuis werd gehouden op
6 december 1715; het allereerste raadsbesluit betrot een verbod aan een zekere Jacobus
Fenema om een schuit met „syn eygen en buyren dongh" langer dan tot negen uur
's morgens voor zijn huis te laten liggen. Voor latere historieschrijvers had men wel
iets anders mogen bedenken
Op 1 april 1715 werd de eerste steen voor
het Leeuwarder stadhuis gelegd door de
ruim drieëneenhalf jarige Willem Karei
Hendrik Friso, de zes weken na de dood
van zijn vader, Johan Willem Friso, gebo
ren Friese stadhouderszoon; zijn moeder
was Maria Louisa van Hessen-Kassei, of
Marijkemeu. De steen is niet meer te vin
den. Verondersteld mag worden, dat hij in
het eind van de achttiende eeuw door de
anti-oranjegezinde patriotten is verwijderd.
De rest van het, onder leiding van stads
bouwmeester Claes Bockes Balck, opgetrok
ken metselwerk heeft zich tot de dag van
heden gehandhaafd en geeft gestalte aan
een classisistisch gebouw, waarin de stede
lijke regering in het begin van de achttien
de eeuw zich aanzienlijk beter thuis voel
de dan in de oude Auckamastins, die op
dezelfde plaats had gestaan.
Deze Auckamastins, oorspronkelijk het woon
huis van de aanzienlijke familie Auckama,
werd in 1617 als stadhuis in gebruik geno
men. Men kreeg daar in toenemende mate
met ruimtegebrek te kampen, het gebouw
voldeed niet meer aan de eisen van re
presentatie (Leeuwarden was hofstad, gelijk
Den Haag!) en voorts traden allerlei euve
len op. Van dit alles kon de presiderende
burgemeester getuigen, toen hij op 23 april
1713 voorstelde een nieuw stadhuis te bou
wen. Hij liet weten „dat 't tegenwoordige
Stadtshuys met dat respect niet ordinaris,
laten staen op nieuwjaarsdagh bij de
verkiesinge der nieuwe Raadspersonen,
kan worden gebruickt als met de luister
ende eere vande stadt ende aldaer compa
rerende burgeren en ingesetenen deser
stadt overeenkomt", voorts „dat de char
ters en papieren op geen bequame plaats
kunnen worden bewaart als manquerende
daer toe een vertrek en moetende deselve
gebracht worden op de Solder alwaer se
van rotten en 't ongedierte worden gecon-
sumeert".
Toch is de oude Auckamastins niet geheel
verdwenen. De fundamenten en keldergewel
ven van dit van omstreeks 1500 daterende
gebouw bleven behouden en daarop werd
het nieuwe stadhuis opgetrokken. Nog steeds
zijn deze gewelven aanwezig; men vindt er
restanten van vroegere arrestantencellen en
de plaats waar eens het „hondegat" is ge
weest. In de laatste oorlog werden deze
ruimten aangewezen als schuilplaats bij
eventuele luchtaanvallen. Een niet geringe
overschatting van de hechtheid van dit
oude metselwerk moet aan deze beslissing
ten grondslag hebben gelegen.
Het interieur van het stadhuis heeft in de
loop der tijden heel wat wijzigingen onder
gaan, om het gebouw aan de veranderen
de eisen aan te passen. De eerste uitbrei-
S;K -
Maandblad onder auspiciën van de
Stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
14e jaargang no. 9 september 1965
Redactie-commissie:
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pater H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
Redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141
Abonnementsprijs 3,00 per jaar
Giro-nummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding,
Leeuwarden
ding ontstond in 1760, toen het achterhuis
van de Auckamastins werd afgebroken om
plaats te maken voor de nieuwe raadzaal,
het fraaie vertrek, dat ook nu voor de
raadsvergaderingen en ontvangsten is be
stemd. Later is het oude politiebureau (en
daarvoor de hoofdwacht bij het stadhouders
hof) bij het stadhuis gekomen en tegen
woordig worden bovendien nog verschillen
de panden op het Raadhuisplein en zelfs
een in de Weerd door afdelingen van de
gemeentesecretarie in beslag genomen.
Toch heeft het terrein van de gemeentelij
ke (oorspronkelijk stedelijke) bemoeienis
sinds het eind van de achttiende eeuw een
belangrijke beperking ondergaan: in het stad
huis wordt niet meer de rechtspraak be
oefend, zoals dit in de tijd van de repu
bliek gebeurde. De stedelijke overheid had
toen dus de dubbele taak bestuur en recht
spraak te verzorgen.
Voor dit alles stonden de magistraat en de
vroedschap. De magistraat was het dage
lijks bestuur en dus te vergelijken met het
hedendaagse college van b. en w. Vier bur
gemeesters (onder wie de president-burge
meester), zes schepenen en twee bouw-
meesteren maakten er deel van uit. De
vroedschap (te vergelijken met onze raad)
telde 40 leden.
Een groot verschil tussen toen en nu was
de honorering der stadsbestuurders. In de
achttiende eeuw betaalden de leden van
magistraat en vroedschap bij hun benoe
ming een zogenaamde vroedschapspenning.
Over emolumenten werd niet gesproken,
maar de meeste edelachtbare heren zullen
wel niet slechter van de uitoefening dezer
ambten, met de daaraan verbonden voor
rechten, zijn geworden. Het potje met de
vroedschapspenningen was in 1715 zo goed
gevuld, dat de bouwkosten van het stad
huis (ongeveer ƒ50.000) er vlot uit betaald
konden worden. Of burgemeester, wethou
ders en raadsleden straks, wanneer er een
nieuw stadhuis moet komen, ook even ge
makkelijk de kosten daarvan bijeen zullen
„lappen" lijkt ons wel aan enige twijfel
onderhevig
Het Leeuwarder stadhuis is naar het uiter
lijk niet ingrijpend veranderd sinds 1715. In
1816 werden de kleine, door spijlen geschei
den, raampjes in de voorgevel door grotere
vensters vervangen. Het bordes was aan
vankelijk halfrond, het rechthoekige van nu
is van 1847. De lantaarns op de hoeken
van dit bordes zijn van enige jaren gele
den. Niet iedereen is even gelukkig met
deze verandering.