FEEST OP DE
VOORSTREEK
Leeuwarden schijnt over het dode punt
heen te zijn
Weihouder J. TEN BRUG:
Wethouder J. ten Brug
De Voorstreek bestaat uiteraard
al iets langer dan de vereniging
„Voorstreek Vooruit", maar toch
mocht de gracht met heel zijn his-
torische waardigheid het jubileum
feest lumineus versieren. Veertig
jaar zijn de winkeliers van Kelders
en Voorstreek aaneengesloten be
zig hun belangrijke winkelstraat
te verkopen en men kon bij deze
gelegenheid constateren, dat hier
een lichtend voorbeeld van goede
samenwerking aanwezig is.
Enkele foto's (waarvan één een
nadere studie vraagt) mogen dit
jubileum in ons blad begeleiden.
De laatste verandering in het college van burgemeester en wethouders, waarbij de heer
J. T. Vellenga is vervangen door de heer J. ten Brug (45), heeft naar het formaat een
duidelijke achteruitgang meegebracht. Wethouder Vellenga mocht men een rijzige
figuur noemen, zijn opvolger is eerder aan de kleine kant en voegt zich naar het for
maat van zijn collega en partijgenoot J. Tiekstra. Gezegd mag worden, dat wethouder
H. Pols na deze mutatie op eenzame hoogte is achtergebleven.
Nu gaat het bij het besturen van een gemeente niet zozeer om de lichamelijke omvang,
al moet men alles goed kunnen overzien en al dient er af en toe ferm gebokst te wor
den, speciaal in Den Haag, waar menige overwinning op punten bevochten moet
worden. Er is derhalve nog niets ten ongunste van de nieuwe wethouder gezegd; wij
zullen hem met andere eigenschappen aan u moeten voorstellen om u tot een beoor
deling te doen komen.
Maandblad onder auspiciën van de
Stichting „Leeuwarder Gemeenschap"
14e jaargang no. 10 oktober 1965
Redactie-commissie:
Mevr. A. J. Bearda Bakker-Stuiveling
H. Kingmans
Pater H. W. Dijkman O.P.
J. T. Vellenga
Redacteur: W. H. Kuipers, telef. 28203
Adres administratie:
Voorstreek 101-103, tel. 22046 en 22047
Redactie:
Stadhuis Leeuwarden, tel. 21141
Abonnementsprijs ƒ3,00 per jaar
Giro-nummer 809910 ten name
N.V. Erven Koumans Smeding,
Leeuwarden
De meest opvallende eigenschap in zijn functie van wet
houder is, dat de heer Ten Brug tot de Partij van de Ar
beid behoort. Dit wordt, naar rata van de laatste raads
verkiezing, door 17/37 deel der Leeuwarder bevolking
toegejuicht, terwijl de rest daar meer of minder afwij
zend tegenover staat. Een nadere verfijning van dit
gegeven is, dat hij lid is van de Protestant-Christelijke
Werkgemeenschap van de P.v.d.A. Wethouder Ten Brug
is dus wat men in deze kring een „doorbraakfiguur"
noemt en daarin stemt hij overeen met zijn voorganger.
De politiek en het kerkelijke leven liggen hem beide
zeer na aan het hart; vroeger zat hij in de Jonge Kerk,
later werd hij ouderling van de Nederlandse Hervormde
Kerk.
Met deze politieke en kerkelijke inbreng is de heer Ten
Brug in het college van b. en w. getreden. Vertoont hij
hierin een opmerkelijke gelijkenis met zijn voorganger,
de overeenkomst gaat verder met het feit, dat hij gebo
ren en getogen Leeuwarder is. Als kind heeft hij in de
binnenstad gespeeld („De kinderen van nu kennen de
binnenstad veel minder goed"). Toen hij uit militaire
dienst kwam werd de heer Ten Brug volontair bij de
gemeentesecretarie van Menaldum en in 1941 kwam hij
in dezelfde geringe functie terecht bij de gemeente Leeu-
warderadeel. Toen in 1944 Huizum door Leeuwarden
werd geannexeerd was hij ondergedoken en zo ging hij
geruisloos over naar zijn geboortegemeente, waar hij na
de bevrijding een korte wijle ten kantore van de ge
meente-ontvanger vertoefde. In juni 1946 ging de heer
Ten Brug naar de provinciale griffie, waar hij bleef tot
hef wethouderschap hem naar het Raadhuisplein riep.
Na een ambtelijke loopbaan dus een bestuurlijke, geënt
op de politiek. Wij hebben reeds gereleveerd, dat er op
vele punten een duidelijke continuïteit valt waar te
nemen in de bezetting van de portefeuilles van Sociale
Zaken en Personeelszaken. Anders gezegd: de heren Vel
lenga en Ten Brug hebben vele raakpunten. Daar komt
nog bij, dat de nieuwe wethouder menig facet van zijn
wethouderswerk reeds als ambtenaar heeft leren ken
nen. Bij het provinciaal bestuur was hij werkzadm op
de gebieden van volksgezondheid, sociale zorg en maat
schappelijk werk. Zijn bereidheid om wethouder te wor
den kwam dan ook in belangrijke mate voort uit de
omstandigheid, dat juist „sociale zaken" vacant raakte
door het vertrek van de heer Vellenga. Hij zou ook bij
de gemeente graag de volksgezondheid behartigen (nu
berustend bij de burgemeester), omdat dit een zaak is
met een toenemend aantal medische aspekten.
In de enkele weken van zijn wethouderschap heeft de
heer Ten Brug zich ook geestelijk uiteraard nog niet
volledig kunnen installeren („Deze kamer begint al aar
dig te wennen"), maar hij is, zoals gezegd, sinds zijn
geboorte Leeuwarder en bovendien zeven jaar raadslid.
Leeuwarden en zijn problemen zijn hem dus niet onbe
kend. Over de ontwikkeling van de laatste jaren zegt
hij: „Je krijgt de indruk, dat we over het dode punt
heen zijn en dat er nu veel meer kan dan vroeger."
Dat is een opgewekt geluid. Wij hopen, dat wethouder
Ten Brug een periode van grote opgang voor Leeuwar
den zal kunnen mee-beleven en mede-leiden.